zaterdag 31 maart 2012

Uur voor de aarde 2012 | 8:30 PM


Zwischenzeitlich Vreden

Foto: © Louis Radstaak | Rathaus Vreden

Gisterenmiddag een Ausflug gemaakt samen met Louis naar Vreden, net over de Nederlands-Duitse grens voorbij Winterswijk. Ik meende Conny Froboess te ontmoeten.
We bezochten het mooie Hamalandmuseum>  Louis zag nog iets anders>

HAI, ... High



Hai, ... High

Verreikers verrijken de Nederlandse taal en de reikwijdte filosofeer ik als ik aan het eind van de Betuweroute de telescoophijskraan als een mechanische giraffe zeecontainers zie overladen. Dan zie ik de Hummer een eindje verderop geparkeerd. Ik herken de bestuurder uit duizenden. Jaren geleden had hij een puik idee, de nieuwe gemeenten konden af zonder raadzalen; door internet een achterhaald concept. “Moet je eens fysiek overleggen dan huur je daar een zaal voor af. Kom je ook nog eens onder het volk.” opperde hij toen profetisch ver voor het nieuwe werken werd uitgevonden. “Business is handel, regeren vooruitzien.” Hoor ik hem nog zeggen. “Lodewijk Johan Buttonville, zeg maar Lou.” Plots staat hij weer voor me de prakkiserend en praktiserende projectontwikkelaar. “Hé Melkendiek, ok in town. Hé moet je eens luisteren wat ik nu weer heb zitten prakkedenken.” 

Ik wil doorlopen, maar ben toch wel nieuwsgierig. “Je kent mijn lijfspreuk: Handel is business, vooruitzien regeren”. “Zie je die containers?” Ik knik ja. “Voor een prikkie gekocht in de havens van Rotterdam. Oud spul maar nog heel goed her te gebruiken voor een ander doel. Heel groen en duurzaam!” Lou ratelt door over hoe hij de discussies volgde over het afstoten van de zwembaden door de lokale overheden en eventuele nieuwbouw op centraler gelegen plekken. Op Facebook had hij het wilde plan gelezen van een bankmedewerker die de leegstaande kerken wilde inzetten, door ze 180 graden te draaien. De toren niet naar de de hemel reikend maar naar het middelpunt van de aarde. Zo zou het een pracht van een diepzeeduikoefeninrichting kunnen krijgen en het schip zou gewoon voor het baantjes trekken ingericht kunnen worden. Hij vond het allemaal te duur bedacht. 

“Nee, we moeten terug naar de basis, terug naar de beek!” Hij vertelt enthousiast over hoe men vroeger zonder enige verwarming zwemles kreeg in het ijskoude water van de Slinge, Berkel of Oude IJssel. “Niks mis mee!”. Lou schetst dat de hedendaagse zwemburgers te verwend zijn met hun glijbanen en tropische zwemparadijzen. Het kan allemaal veel goedkoper; geen gezeik iedereen rijk, iedereen zijn eigen zwembad in zijn achtertuin. Niet letterlijk maar minimaal binnen een straal van vijf kilometer ga ik kleine zwembaden realiseren, met behulp van aangepaste containers. Ik ga ze op maat maken zodat ze geschikt worden om ze in de beken te laten drijven alwaar ik ze vol laat lopen met water. Om enigszins aan de hedendaagse eisen te voldoen heb ik een systeem uitgedokterd waarbij mest ingezet wordt. Het biogas loopt door een ingenieus buizensysteem dat verhit wordt door zonne-energie. Gebakken lucht feitelijk, het kost allemaal niets.  

Daartoe heb ik Heated Air Incorparated opgericht zeg maar HAI, … High. Ik heb een prototype laten ontwikkelen die ik aanstaande zondag afmeer bij de Entinkbrug op de Slinge tussen Aalten en Varsseveld. “Kun je daar geen stukje aan wagen?”. Bij deze dus.

dinsdag 27 maart 2012

maandag 26 maart 2012

De Omsmeders elders

 Beeld: Pim van Arkel | Foto: Louis Radstaak

Gemengde berichten>


Ondertussen in Antwerpen | Boezem

Foto: © Hans Mellendijk | Soft table - Marinus Boezem, 1967 | M HKA, 2012

Een topstuk dat mij opviel bij het bezoek aan het M HKA (acroniem voor Museum van Hedendaags Kunst Antwerpen) is een vroeg werk van de Zeeuw Marinus Boezem. Een doorzichtig wit doek gedrapeerd over een ventilator op een standaard die lucht naar boven blaast, waardoor de tafel door de bolling een licht erotisch geladen aanzien krijgt.


Lees ook: Boter, kaas en eieren - Hans Mellendijk>

zaterdag 24 maart 2012

Ondertussen in Bredevoort



Vanmiddag in Bredevoort een wervelende bijeenkomst op het PcN met Jana Beranová>, ze transformeerde wat mij betreft de winter werkelijk in een nieuw geluid. Dank je wel!

Uit de oude doos | Niks is wat het lijkt, alles onecht




Niks is wat het lijkt, alles onecht

Uit de verhuisdoos komt een roestig ogend blik tevoorschijn. “Goh, lekt het dak van de schuur ?”. M’n lief kijkt me ontzet aan. Ze trapt erin. Het blijkt nep. Een boek met een op Brasso koperpoets geïnspireerde omslag, roestvlekken incluis. Een Jiskefet jubileumuitgave. Niks is wat het lijkt, dezer dagen.

Bij het herinrichten zie ik wat slordig een lp-binnenhoes op de vloer liggen. Ik wil de bijhorende hoes zoeken. Nu ben ik er zelf ingestonken. Het is de omslag van het  boek, ‘Strips in stereo’. De  strips laten zich lezen als een videoclip. Gerrit de Jager één van de samenstellers, laat de plaatjes en teksten ritmisch over de pagina’s samenvallen. Je hoort als het ware het nummer ‘Kom van dat dak af’ uit de bladzijden klinken. Een bijzondere ervaring. Doorzon figureert in  Koelewijns klassieker. Op het eind schuifelt Herman Brood over het bordes. Partner in crime Jean-Marc van Tol sluit het album af met Dinge-dong van Teach-in. Suspense op het kerkhof. “De tijd was om”, plotsklaps zwaait er een zeis door de lucht. Daar tussenin opereert de fine fleur van het Nederlands stripwezen met twaalf andere versjes. Onder ander Normaals vlam in de pijp ‘D’n Poot op ‘t Gas’. Achterhoekse truckersromantiek in Vlaams staminee door Henk Kuijpers.

Het boek krijgt een plek naast een andere bijzonder stripuitgave, die voor de verhuizing in mijn brievenbus lag. Een altijd weer verrassende editie van ‘De zingende zaag’. Het zeer onregelmatig verschijnende poëzieperiodiek. Maar altijd weer het wachten waard want altijd prachtig vormgegeven. Het lijkt wel of het boek het blad heeft geïnspireerd, want ditmaal verpakt in de vorm van een Kuifjestripboek. ‘De avonturen van Zaagje’ aflevering ‘Verknipt en Verstript’. Honderdduizend bommen en granaten! Niks is wat het lijkt. Dichters, striptekenaars en beeldende kunstenaars  werden uitgenodigd om de schaar te zetten in eigen en elkaars werk. Strippen en slopen was het devies. Opmerkelijk is de verzameling met klanknabootsingen van Joris Driest. Hij somt in zijn ‘Glossolalarium’ categorieën onomatopeeën op die met hun herkomst staan afgedrukt. Hij verdeelt ze onder in Explosies en schoten, Dieren, Vervoer, Eten, Mensen, Ongelukjes, Vechten en actie, Muziek en Machines. En wel op zeer grondige wijze. Bijvoorbeeld onder Explosies en schoten: “taka takataka | pang! Auw! Tsjak! Tsjok! Klang! “ [Lucky Luke 18] ‘De Schat van de Daltons’, Vicq en Morris. Pagina 42-43. Of onder Eten: “smek sloksjoep krontskrunsj hhap sjlap” [Guust Flater 11] ‘Flaters, Floppen en Flouzen’, Franquin. Pagina 13.


De klankwoordbeelden sturen mijn gedachten naar Gerrit Komrij. Naar het buitengebied van Winterswijk. In ‘Alles onecht’ een keuze uit de gedichten, verhaalt de dichter over het moment dat hij doordrongen raakte van zijn dichterschap. ‘De seconde van de Jachthuisweg’: "Het was op de Jachthuisweg. Daar werd ik, op mijn negentiende, dichter. In een handomdraai was het gebeurd. Anderen mogen het een goddelijke ingeving noemen, een moment van waarheid, een mystieke blikseminslag - mij kwam het op dat moment alleen voor of er een knop werd omgedraaid. Ik kreeg er niets bij, ik werd er niet rijker of vollediger door - het licht ging aan in een kamer, meer niet. De kamer zelf was er al. Pàng. Van het ene moment op het andere wist ik wat poëzie betekende." (…) “ Nog altijd zit er voor mij iets van dezelfde elektriciteit in de lucht. Zomaar tussen de weilanden, op die doodgewone weg. Het komt me voor dat de  hemel er ruimer is. Er zit daar een gaatje in het heelal en niemand die het ziet, behalve ik.” 


Ik fantaseer een poëtische installatie voor de plek. Op onverwachtse momenten projecteren laserstralen in een tijdsspanne van een seconde een tekenfilm op het zwerk. Een pistool gaat af, een vlaggetje verschijnt met daarop het klankicoon. Pàng. Omringd door uitspattende sterren. Een monument voor de dichter. Voor de Jachthuisweg. Voor het moment. Of belazer ik zo de boel en wordt de verbeelding verkracht?

Hans Mellendijk, de Gelderlander, 7  oktober 2006, edities Achterhoek

vrijdag 23 maart 2012

Ondertussen in het atelier

toegoed | Hans Mellendijk | Jan Opdam

Jan Opdam licht een tipje van de sluiter op. Werk in de maak voor Enghuizer dialogen III>; De muurbloemlezing in de Kunstwandelroute Hummelo 2012. De Omsmeders leverde zogenaamde 1woordgedichten>

scheurgrens | Wim van Til | Jan Opdam

Ursonate


woensdag 21 maart 2012

Ondertussen in Arnijm | vriendschap en andere ongemakken


Ondertussen in Antwerpen | M HKA

Foto's: © Hans Mellendijk | Beeld: Märkische Heide - Anselm Kiefer>

Ik bezocht in februari ook het altijd weer sympathieke M HKA aan de Leuvenstraat te Antwerpen. Mooie herkennismaking met de moderne klassieken bij Spirits of Internationalism. Een Kiefer op aanraakbare nabijheid, ik moest me bedwingen om het niet met mijn vingertoppen te beroeren. Wat een adembenemende tactiele ervaring. Een aanrader.


Lees ook: Heidesmid herbezocht - Hans Mellendijk>

dinsdag 20 maart 2012

Lente | De verlichting


Dan eindelijk 0m 6:14u. de lente. 'k Kan me niet herinneren dat ik er ooit zo naar verlangde. 'tZal met mijn chronische bronchitis te maken hebben. Want dat werd na een longtest geconstateerd, vorige week maandag. Nadat ik me toch maar eens na de derde algehele ongesteldheid dit jaar, 'dun op de mest' gecombineerd met vooral aanhoudende hoestbuien, me voor nader onderzoek naar het huisartsencentrum begaf. 


De longcapaciteit is niet die het zou moeten zijn in verhouding tot mijn gewicht en lengte. "Meer bewegen, afvallen, Mellendiek!" hoor ik mezelf zeggen. Het zwemmen weer oppakken en wandelen. Helemaal verbaasd ben ik niet want het Middewinterstappen afgelopen winter viel me ook al zwaarder dan ooit. Bij de apotheek kreeg ik een inhalator mee met een maanddosis  Respimat®  In de morgen twee pufjes (twee inhalaties tiotropium) dienen me verlichting te geven. Vol goede moed en lucht de zomer tegemoet.

zaterdag 17 maart 2012

Meanwhile U.S.A | Tomatobama


Uit de oude doos | Kei


Kei

Fietsend langs de Paasberg herken ik haar al van verre aan het in de pinksterzon glinsterende en in de meiwind wapperende witgrijze haar. Dr. Marja Wybenick. Streekhistoricus. Gekscherend ook wel streekhysterica genoemd, omdat ze zich ooit in een recent verleden, eind vorige eeuw, liet vastketenen aan de wereldberoemde Wooldse zwerfkei. Ze verschafte door deze actie landelijke bekendheid. Ze protesteerde hiermee tegen een gerucht. Er was toen sprake van dat dit populaire stukje geschiedenis weer terug in de grond gestopt zou worden. Drie dagen later heeft men een volkomen uitgeputte Dr. Wybenick moeten bevrijden uit haar benarde positie, nadat was gebleken dat het gerucht was ontstaan doordat iemand na afloop van een bruiloft onder Henxel zijn fantasie de vrije loop had gelaten. "Poh; wie protesteert d’r now tegen ’n geruch!" was het nuchtere commentaar van de geruchtverspreidende man. Ik zie de krantenkop weer voor me.


Ook staat ze bekend om haar uitgebreide verzameling Delfts blauwe tegeltjes. Een heel bekende is de tegel die het cd-boekje van Boh Foi Toch, ‘Veur pauwen en poeten’, siert. Een verloren gewaand meesterwerkje van Anthony van Versneveld uit het jaar 1669, voorstellende een trotse pauw naast een vrolijk springend varkentje, op een eilandje. Het tegelmuseum in Otterlo keek er met jaloerse blikken naar. Onlangs gaf de op leeftijd zijnde wetenschapster genereus haar gehele tegelcollectie cadeau aan het Veluwse museum.
Ik zie haar moeizaam bukkend in een weiland, aan het graven. Ik stap van mijn fiets af en loop naar haar toe. Dan krijgen haar slechtziende ogen ook mij in het vizier. “Dag Hans, alles good met ow?” “Jao, jao ’t geet weer helemaol paletti. Maor met ów dan, wat bu’j daor toch an ’t doon?”. Marja vertelt enthousiast over haar zoektocht naar de ‘Wischkei’. “Jao, ik heb wat met keien, zoals i-j wel zölt wetten.” Ik glimlach en luister verder. Dat hier de ‘Wischkei’ begraven zou moeten liggen. Een grondig onderzoek in de archieven van het Wissche gemeentehuis leverde dat als resultaat op. In de weilanden bij het kasteel Wisch achter de Paasberg zou de kei begraven liggen. De kei die een belangrijke rol speelde bij de bereiding van de goddelijke drank.

De steen, die als een stop diende voor de enige bron met het helderste en allerzuiverste water dat zich in het stroomgebied van de Olde Iessel bevond en beheerd werd door de heren Wisch, verder de aanwezigheid en de eigenheid van een bijzonder soort turf uit het Aaltense Goor droegen mede zorg voor het ontstaan van de wonderlijke drank, dat we nu nog als Whisky kennen. 

Het werd in vele tientallen kleine familie- of dorps distilleerderijtjes vervaardigd en in de eigen omgeving gedronken. Men heeft tot nu toe altijd gemeend dat de soortnaam van het Keltische 'Uisge Beatha' -hetgeen levenswater betekent- zou komen. Via de verbasteringen 'Uisge' (spreek uit: wieske) en 'Usky' zou de naam Whisky ontstaan zijn.

‘Maar niks is minder waar!” vervolgt de dokter in de streekgeschiedenis. “Als ik de kei vind, dan is het voor honderd procent zeker dat de naam afkomstig is uit deze contreien.” “Maar waarom is van die nijverheid niks meer overgebleven” vraag ik haar met een kritische blik. “O, dat is ook een mooi verhaal. Je weet dat het rijpingsproces heel belangrijk is, bij de bereiding van whisky. Dat dient te gebeuren op eikenhouten vaten. Daar waar ook sherry in gerijpt is. Gedurende dit proces krijgt de Whisky ook z’n houtkleur. De heren Wisch droegen daar ook zorg voor. Op een gegeven moment kwam er een eind aan de import van sherryvaten.

Het schijnt dat toen iemand uit Etten ergens had gelezen dat aletonnen ook geschikt zouden zijn. Niet begrijpend dat hier -op z’n engels- biervaten bedoeld werden, gebruikte men vanaf dat moment giervaten. Het liep toen snel bergafwaarts met de afname en productie van het levenswater. Grote armoede onder de bevolking volgde, het oude volksrijm: ‘In Etten is niks te vretten, in Terborg wat, in Varsseveld zat.’ verhaalt daar nog over. De Schotten, de Ieren en Amerikanen namen het uiteindelijk over. De naam Wischkei verbasterde vrij snel via Ierland in Whiskey, om uiteindelijk als Whisky in Schotland en Canada terecht te komen.”

“Maar dat is groot nieuws. Jammer dat het nu pas bekend wordt. Anders had men de naam Wisch niet zo snel in de afvalbak van de geschiedenis laten verdwijnen.”

Verbijsterd wens ik haar veel succes en vervolg mijn fietstocht onder het Wissche lover.

Hans Mellendijk, de Gelderlander 6 juni 2004, edities Achterhoek

vrijdag 16 maart 2012

Tao in De Moespot


Toch wel weer verrassend om het gedicht op papier gedrukt te lezen. De Moespot het driemaondelijks tiedschrift van het Verbond van Nedersaksische Dialectkringen (het tijdschrift met het meest afzichtelijke omslag dat ik ken. In de 55e jaorgang ook nog eens een keer in afgrijselijke schijtkleuren uitgevoerd, maar ik begrijp dat we daar van verlost gaan worden door een geheel nieuw ontwerp; het geeft de burger hoop). Enfin, in nummer 2012/233 staat mijn gedicht Tao op blz. 22 mooi te wezen in een rustiger binnenwerk van Hendrik Jan Boer.

Tao - Hans Mellendijk>

De toekomst van gisteren | e-reader

Ondertussen in Bredevoort




VAN VOSSENBLOND NAAR CONTRABAS | Boekenweek 2012 in Bredevoort


Rascha Peper deed research voor haar nieuwste boek Vossenblond. Zij ontmoette zo Frits Laarman en leerde zo alles over zijn vak: archeozoölogie. Hij staat dan ook model voor de hoofdpersoon van het boek Walter Tervoort. In hoeverre is fictie en werkelijkheid één vragen wij ons af? U ook?

Rascha Peper is er zondagmiddag 25 maart niet bij, maar René de Zeeuw, boek-handelaar uit Bredevoort, geeft een inleiding op haar werk en zal daarna Frits Laarman ‘ontleden’ over zijn contacten met de schrijfster. Frits Laarman is als archeozoöloog verbonden aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Na de pauze is het dan tijd voor muziek. Musicus Wilton Jongmans vertelt over zijn liefde voor de contrabas. Hij speelt al 40 jaar in symfonieorkesten en ensembles. Wilton Jongmans is een geboren verteller over muziek, het orkestleven en de gebeurtenissen op en onder het toneel. Dus een uniek kijkje in het culturele leven van een muzikant.

Literatuur, archeozoölogie en muziek zijn dus de onderwerpen tijdens deze ‘culturele middag’ georganiseerd door de Vereniging Bredevoorts Boek Belang, VVV Bredevoort en de Stichting Bredevoort Kunstmanifesatie (SBK). Iedereen die in het kader van de culturele vriendschap aan wil schuiven, is welkom in Café De Zwaan, Prinsenstraat 7, Bredevoort. Aanvang is 14.30 uur en als het niet een al te groot ongemak is wordt een vrije gift zeker gewaardeerd. 

donderdag 15 maart 2012

Ondertussen in Twente



Het wordt spannend bij de Willem Wilmink Gedichtenwedstrijd. Lees hier meer>
Lees eventueel ook mijn inzending Hondenleven | Anno 2040> die in ieder geval niet bij de eerste tien eindigde, zie ik tot mijn grote verdriet. Wawaoeiw, wawaoeiw, ...;-)



Ondertussen in Westendorp | Columnistentreffen

 
Café De Vos Westendorp | V.l.n.r.: Irene van der Aart, André van Gessel, 
Bert Scheuter, Hans Mellendijk en Frans Miggelbrink

Intussen ook in levende lijve kennis gemaakt met André van Gessel, de zangerdichter die de betreurde 'Hulzer' Willem Wilterdink is opgevolgd als columnist. Hier de geanimeerde ontmoeting met de overige scribenten van Door Achterhoekse Ogen (de zaoterdagcolumn in de Achterhoekse edities van de Gelderlander) in Café De Vos te Westendorp. Chef Eelco is inmiddels uit de 'stationsrestauratie' (B.S.) vertrokken. Nog dank voor de bitterballen en consumpties. 

woensdag 14 maart 2012

Erica | Am Erica


Toch wonderlijk dat twee ver uit elkaar liggende dorpen met bijna dezelfde naam, het Drentse Erica> en het Limburgse America> [beide vernoemd naar de Latijnse naam voor dopheide>], een belangrijke rol spelen in de Nederlandse dialectmuziekbeweging; Skik, Daniël Lohues uit Erica en Rowwen Hèze, Jack Poels uit America. Zo verwonderlijk wellicht ook weer niet. Ik heb al wel eens ergens gelezen dat eind 1800 Drentse veenwerkers verhuisden naar de nieuwe veenkolonie in Limburg en daar toen America hebben gesticht (Am Erica: aan de heide, anderen denken dat het hier volksetymologie> betreft).




Ursonate


dinsdag 13 maart 2012

Tenebrae Responsoria


De stille week | Tenebrae resposoriae



In de stille week van 2012 komt het Oost Nederlands Kamerkoor> ONK met een bijzonder project. Op witte donderdag, goede vrijdag en stille zaterdag (5-6-7 april 2012) worden 27 stukken uitgevoerd (elke avond negen) die samen de zo genaamde Tenebrae vormen. Oorspronkelijk ging het daarbij om de zogenaamde donkere metten, die - ten opzichte van de gewone metten als onderdeel van het dagelijks ritueel - aanzienlijk waren uitgebreid. De 27 responsoriae volgen het lijdensverhaal van Christus, vanaf de Olijfberg ("In Monte Oliveti") tot de graflegging ("Sepulto Domino"). Veel componisten hebben (onderdelen) van de Responsoriae op muziek gezet. Wij hebben gekozen voor Marc'Antonio Ingegneri, Orlando di Lasso en Tomas Luis de Victoria (donderdags in Bredevoort), Jan Dismas Zelenka en Francis Poulenc (vrijdags in Varsseveld) en Carlo Gesualdo (zaterdags in Doetinchem). Tussen de muziek door zorgt het Bredevoortse dichtercollectief De Omsmeders voor toepasselijke teksten en gedichten. Dit belooft een bijzondere spirituele ervaring te worden, waarvan u maximaal kunt genieten door een passe-partout te nemen. 


Wim van Til, Bert Scheuter en Hans Mellendijk op Witte Donderdag in de Sint Joriskerk te Bredevoort | Nico Arts, Ria Moons en Ankh Gussinklo op Goede Vrijdag in de Laurentiuskerk te Varsseveld | André van Sabben, Helma Snelooper en Dick Molenaar op Stille Zaterdag in de Sint Martinuskerk te Wijnbergen, Doetinchem.

Denktanks | Maak me niet gek

Foto: © FRAN/CK  MRT 2012
Ook in de wereld van de DENKTANKS zelf wordt niet stilgestaan en nagedacht over andere varianten en mogelijkheden, zie hier op blog DES AL NIET TE MIN deze ingenieuze proefopstelling>

maandag 12 maart 2012

zaterdag 10 maart 2012

Onland



Lees het gedicht: Onland - Hans Mellendijk>


Zie reportage omroep Gelderland bij Shappa>



Onland


5  februari 1970





Kwam neet terug van gymnastiek.
Oefening in Prinses Beatrix' zaal.
In de struuken ’t onteerde liek.
Gewurgd deur heur eigen sjaal.

Op de Kloosterlaan. Hoe wrang toch.
Waor 'j bescherming zol'n verwachten
onder 'n hemelse wolkenloch.
Gin doodslag toch en verkrachten.


Onopgelost
geklungel der
magistraten.


Langs de kant van het pad
rok 't vanaf dan naor onland.
Jao, asterto, moord en brand.
'n Kearl op de fietse deur 't lo.

'n Rammelende dynamo.
Elke nacht viel te vrezen
de wind fluustert deur het rad:
Rinie Wielheesen.



gepubliceerd in Trouw dicht in de buurt - bundel Gelderland - 8 februari 2010
Verhalenbankjesroute route het westen bankje 20> | De Moespot, Nr. 225, 53e jaorgang, meert 2010

Uit de oude doos | Op schouderklopafstand, ...



Op schouderklopafstand, aai- en aanraakbaar

Zoete herinneringen aan de tijd dat mijn helden nog op schouderklopafstand hun kunsten vertoonden. Stiekem naar de sporthal in Terborg, om op aanraakbare afstand Van Morrison zijn blues te horen zingen. Of die zondagmiddag in het Nijmeegse Kolpinghuis, waar een tig of negen liefhebbers luisterde naar de psychedelische klanken van een toen nog onbekende groep uit Engeland. Ik was er met makker Hannes vooral om te kijken hoe zij dat toch deden met die vloeistofprojecties. Tot onze grote vreugde konden we ze spreken de mannen van de lichtshow van Pink Floyd. De opgedane kennis werd ingezet bij de ‘Lichtsjo de bedrukte Moeder Gods van Varsseveld’. Het belichtte de eerste stappen van Ferdi Joly op het muziekpodium. Popgroep Puddingh.

Tja, de lokale helden bleven aai- en aanraakbaar. Met Van Morrison en Pink Floyd liep dat anders. Van heb ik nog wel op de concertpodia bewonderd als hij of ik zin hadden. Bij Pink Floyd ben ik afgehaakt toen het steeds meer een band werd om je stereo-installatie mee te testen en vooral een megastadionevent werd.

Overpeinzingen als ik samen met vriend Albert in een koude tegenwind naar de Radstake fiets. Over pijn zingen; Ferdi Joly neemt er afscheid van Boh Foi Toch en keert terug naar Normaal. Verbaasd staan we te wachten voor de deuren die om half tien nog gesloten zijn in afwachting van het discovervoer. Nog verbaasder de maandagochtend erop als ik de krant opensla: "Op de fiets naar dancing de Radstake, hoe lang is dat wel niet geleden? Twee mannen van middelbare leeftijd verheugen zich handenwrijvend op het uitgaan. Als ook de eerste Achterhoekse tieners uit de discobus zijn gestapt, gaan de deuren open voor de kameraden."

Afgeleid door het slechte geluid in de eerste set, de afscheidnemende gitarist is alleen maar in de solo’s te horen, verwonder ik me over het nieuwe kijken. Om toch zicht te hebben op het lage podium strekken de iets minder lange slungels van jonge kerels de linker arm in Duits vooroorlogse hoek, vijfenveertig graden omhoog, hun mobieltjes in de linker hand houdend, de beeldschermpjes ingeschakeld. Afstandscheppende elektronische periscopen op een rij. Gelukkig weet de geluidsman na de pauze een betere balans te realiseren en zijn mijn ogen en oren weer op het podium gericht. Ook het meer melancholische werk van Ferdi Joly komt nu eindelijk goed uit de verf. Prachtig ‘In ’t Asiel’. Het altijd maar weer poëtische “Den aovend in Toldiek. ’t Dondern en ’t löchten, boh foi toch wat ha’j’n schrik.” Met het raadselachtige eind: “En too die kere op den zak met mael.”  Eindelijk weer eens de ‘Boh Foi Toch Rap’. In een zinderend duel tussen trekzakpiloot en sologitarist steelt Ferdi op Zappaeske wijze de show. Het lijkt wel of hij zich nu definitief wil bevrijden uit het dwangbuis van polka’s en walsjes. Dan het onherroepelijke eind. In een dampende blues wordt ‘Deerntjen’ neergezet. Geen ander nummer is hier in de graanschuur van De Radstake beter op zijn plaats. Hunkerend kruipen de meisjes voorzichtig schuifelend tegen de jongens aan. ‘Brommers kieken’ avant la lettre. Al vanaf Normaal’s begin het ultieme versiermoment. Applaudisserend roep ik naar Albert, naast me: “Bloedmooi die bluesuutvoering!”. “Is altied al ’n blues ‘ewest!” schreeuwt hij boven het eindoordeel uit. Ik besef dat hij gelijk heeft. Hoe kan het ook anders. Hij heeft er verstand vanaf. Elk jaar kondigt hij de artiesten aan op de Westendorp Bluesnight. Vanavond weer in zaal De Vos.

Deze middelbare heer zal er ook weer zijn, op de fiets met m’n lief en heel mijn lijf. Nu met Bill Wyman & the Rhythm Kings op schouderklopafstand. Aai -en aanraakbaar. Zal Bill, ondertussen met zaadaanbiedende ogen de meisjes de kleedkamer in dirigerend, net als vroeger bij de Stones onbeweeglijk op het podium staan? Hij schijnt gevraagd te hebben niet aan het eind geprogrammeerd te worden. Westendorpse moeders, wees gewaarschuwd, hou uw dochters thuis!

Hans Mellendijk, de Gelderlander edities Achterhoek, 28 januari 2006

donderdag 8 maart 2012

Ondertussen in Varsseveld



Inmiddels staat de virtuele rondleiding behorende bij Centrumplan Varsseveld ook op het internet, klik hier>

Internationale Vrouwendag


Vader honderd jaar


Honderd jaar geleden werd mijn vader (8 maart 1912 - 15 oktober 1992) geboren.



Ieder zingt zijn eigen lied

Je kunt geen krant openslaan of je komt het woord dezer dagen tegen. Het maakt een eindsprint om eind december als eerste te eindigen in de toptien van woorden van het jaar. Het leenwoord ‘canon’. In de eerste betekenis van: ‘regel, richtsnoer, maatstaf.’ Alhoewel? Het lijkt dat een andere betekenis, die van twee-of meerstemmig zangstuk waarbij de ene partij na de andere invalt, hetzelfde thema zingt en bestendig herhaalt, het begrip gaat overnemen. Want de canon van de Vaderlandse geschiedenis die de canoncommissie samenstelde werkt blijkbaar zo inspirerend dat overal in den lande initiatieven voor een eigen canon genomen worden. Ook deze krant nodigt de lezers uit er één te maken voor onze eigen Achterhoek.

Ga d’r maar eens aanstaan! De vaderlandse canon bestaat uit vijftig onderwerpen uit de Nederlandse cultuur en geschiedenis. De onderwerpen variëren van de hunebedden en Willem van Oranje tot de gasbel en Europa. Veel vensters van de nationale geschiedenis vallen samen met de regionale geschiedenis. Het heet niet voor niks vaderlandse geschiedenis. Alleen zijn er regionale verschillen. Ieder zingt zijn eigen lied. In de Achterhoek hadden wat meer last van de Duitse buren dan de Hollanders. Zo als je voor een goede weersvoorspelling in onze eigen streek vroeger beter naar de Duitse televisie kon kijken dan naar de stormverwachtingen uit de Bilt. De geschiedenis wordt geschreven vanuit het perspectief van de machthebber.

Maar toch een leuke oefening, alleen al om de geschiedenis dichter bij huis te halen. De verlichting zou hier geïllustreerd kunnen worden door de dichter landman A.C.W. Staring. Al  zien we de dichter in hem als een romanticus, als politicus en boer was hij een realist en stond met beide benen op de grond. Het één hoeft het andere niet uit te sluiten.
De canon zou uitgebreid moeten worden met een venster regionale bewustwording, dan komen we via Staring, Heuvel, Odink, van Velzen, Krosenbrink, Normaal, Hans Keuper bij Sebastiaan Roes terecht. Ook een venster van mensen die uit de streek wegtrokken omdat het hier allemaal te benauwd werd, zou niet misstaan. Piet Mondriaan en Gerrit Komrij. Of de landverhuizers die uit armoede naar Amerika vertrokken. Laten we ook de huttekeerls langs de Oude IJssel niet vergeten. Ik kom er één, twee, drie niet uit. Staring in ieder geval. Zijn regels ‘O zoet gelispel van die mond, Wiens adem de eerste kus verslond!’ uit het gedicht ‘Herdenking’ deden een halve eeuw geleden, voor de seksuele revolutie, nog menig jongeling blozen.

Op de tweejaarlijkse neven-en nichtendag van moederskant krijg ik een foto in de handen geduwd van neef Hans uit Dinxper. De kiek herken ik meteen. Een staatsiefoto uit 1967. Ter gelegenheid van ‘t 25-jarig huwelijk van vader en moeder gemaakt. D’r was een flinke ruzie aan voorafgegaan met mijn vader. Over het kapsel en het wel of niet dragen van een stropdas. Nu kan ik er om lachen. Toen niet. Als een boer met kiespijn sta ik erop. Ik reken ter plekke uit dat mijn overleden vader op de foto dezelfde leeftijd heeft als ik nu. Vijfenvijftig. Plots ook het besef dat er een generatie aan het verdwijnen is die de radiobuis nog kende, de wegschaaf, de Boy GMF brommer, de aletònne, de bottergraven, de straalkachel, de timmie, de kolenkit, de kachelpook, de divan, de schipbrug bij Doesburg, de binnenweg. Een generatie die alles nog zèlf kon. Niet door industrialisatie vervreemd van eigen handelen. Het graven en metselen van een kelder of garage. Wat zijn ogen zagen maakte hij. Een Radio kapot? De soldeerbout erop en Luxemburg was weer nabij. Een ladekast voor tekenpapier, koffiezakfilterhouder, salontafel met omkeerbaar blad, formica tegen de koffievlekken aan de ene en fineer voor de mooi aan de andere kant. Ga zo maar door, ik kwam het allemaal weer tegen bij de herinrichting van mijn huis. En koester het met liefde.

Daarom voor deze generatie een eigen venster in de canon. Als symbool hiervoor kies ik mijn vader: Arend Jan Mellendijk.

Hans Mellendijk, de Gelderlander edities Achterhoek, 4 november 2006


 Zijlader | Hendré