zaterdag 17 januari 2015

Door Achterhoekse Ogen | Nous sommes INDOCILE

Foto's: © Sander Kulik


Eigenzinnig | Hans Mellendijk | de Gelderlander, edities Achterhoek | 17 januari 2015


“Voor de tweeëntwintigste keer, alweer!”, dwangrijm ik zuchtend als de wandeling begint. We schrijven de één-na-laatste dag van vorig jaar. Middewinterstappen heet de inmiddels traditie geworden gebeurtenis. Afwisselend organiseert iemand van de wandelaars een stevige voettocht van zo’n vijftien kilometer door een winters Achterhoeks landschap. Ook wisselend de groep van zo’n zestig tot tachtig vrienden en daar weer kennissen van. Een lopende oudejaarsreceptie, een jaarlijkse inspectietocht van het platteland. 

Dit jaar vanaf de kaasboerderij op Lievelde. Aan de ene zijde van de Eimersweg beoefenen ze Boerengolf, de eigenaar is zelfs de naamgever ervan. Aan de overkant noemen ze het klompjesgolf. De stemming zit er al meteen in! Verhalen over veronderstelde vete tussen de beide buren, die ook nog familie blijken te zijn. Raps ontwikkelt zich een streekroman, mooi materiaal voor een eigen regiosoap. Na een kort oponthoud bij de onderduikershut slaat alras bij één wandelaar de meligheid toe. Wijzend op een duiker vraagt hij zich af of daar in het civieltechnische kunstwerk ook werd ondergedoken. Met plaatsvervangende schaamte lopen we verder. De weg voert ons slingerend langs kloosterkapel Loreto, richting Schans, langs spoorbaan en dan op buurtschap Zwolle aan. De kleine schuilplaats heeft wel indruk gemaakt, want ook hier nog hoor ik sterke oorlogsverhalen uit het verleden van mijn eigen dorp. 

Dan vraagt op de Revendijk een agrarische creatieve uitspatting mijn aandacht. Nestkastjes gemaakt van een drinkbeker en een klomp doen mij vermoeden dat we hier van doen hebben met de zeldzame biotoop van respectievelijk de drinkbekerkolibri en klompvoetparkiet. In deze streek is men dol op het hergebruik van de klomp.

Bij Erve Kots kan men er zelfs uit eten. 

Langs megasilo’s gaat het verder en langs rijdende drankketen ter voorbereiding van carbidschieten daags erna, jagers in afwachting van haas of konijn, nooit een saai moment in ons buitengebied. Pauze in de prachtige kantine van Sportclub Grol. Daarna een blikopener van jewelste als we over recreatiepark Marveld banjeren; een kolossaal hotel in aanbouw, Grols post-modern, kunstijsbaan, zwemparadijs. Ik geloof m’n eigen ogen niet en waan me in een Amerikaans amusementspark. Zo moet Disney ooit begonnen zijn aan zijn pretparkimperium. Snel vluchten we de beschermde woonwijk uit om dan kilometers lang de Groenlose Slinge te volgen, terug  naar het startpunt. De conversatie neemt een hoog Van Swieten-oudejaarsconference-gehalte aan. Melancholiek cultureel erfgoed, een fabriekspijp die dramatisch dreigt om te vallen, wordt freudiaans met "val us" bezongen. Ja, de vermoeidheid slaat toe. 

Eind week twee van het nieuwe jaar verschijnt op Facebook in vogelperspectief een foto van de karavaan. De oudtestamentische allure druipt ervan af. "D’r lup der gin eentje in de maot" weet een rentenierende schoolmeester te melden. Klopt; Nous sommes INDOCILE.

Nooit geweten | карандаш.



Nooit geweten totdat Helmoed van Eck het schreef op zijn Facebook-status: "Op het werk zocht ik eens naar een potlood. ‘Karandasj.’ Of zoiets, zei m’n toenmalige Russische collega. ‘Hè, wat zeg je?’ ‘Karandasj, dat is het Russische woord voor potlood’ ‘Caran d’Ache? Dat is toch een potlodenmerk?’ reageerde ik verbaasd. Dat wist ze niet, maar een potlood was nu eenmaal een karandasj in Rusland. Ze schreef het op: карандаш. De Russen spreken sommige letters nu eenmaal anders uit dan wij. Maar hoe is het Russische woord voor potlood een merk geworden (of andersom)? Hoe duister en ondoorgrondelijk maar meestal aangenaam zijn de wegen van de taal? Google bracht de oplossing: de in 1859 in Moskou geboren maar later naar Frankrijk geëmigreerde satirisch-politiek tekenaar Emmanuel Poiré ondertekende zijn cartoons met het pseudoniem Caran d’Ache. Dat was een door hem verfranste vorm van het Russische woord voor potlood, karandasj. Decennia later noemde een Zwitserse fabrikant van potloden en tekenmateriaal zijn bedrijf vervolgens ‘Caran d’Ache’, uit bewondering voor het werk van Poiré."


Om geheel andere redenen schreef Helmoed zijn stukje op 8 januari jongstleden.

en Karandasj> , een Russische clown en die niet te verwarren met de springhengst Karandasj>