Neerlands hooggeachte minister president met zijn excellente reeks haiku⇲
uit zijn nog te verschijnen bundel toedichten 'O Corona'. Vandaag het laatste vers, waarin Mark Rutte de Hauku-regels laat voor wat ze zijn. Hiermee is de afdeling 'Uitbraak en opstanding' afgesloten. De dichter broedt nog op het hierna volgende deel: 'Oud normaal en nieuw moraal'.
George Stroumboulopoulos and Donovan Woods reflect on the legacy of acclaimed singer-songwriter John Prine. The 73-year-old died in April 2020 from complications related to COVID-19.
Vanuit mijn ophokplichtig berghutje met uitzicht op het spookachtige Corona hoor ik in de verte vanuit de dorpskerk muziek. Troostrijk voor deze bijzondere Paaszondag.
Alan Lomax: over de muziek die ik hoorde: "Ik maakte deze plaat in een kleine Doopsgezinde kerk in de sloppenwijken van Norfolk, waarbij ik een groep buurtmeisjes uitnodigde om te luisteren. Toen ze begonnen te klappen en een begeleidend ritme eruit te stampen, gingen de Peerless Four er vandoor en vlogen. Ergens in het midden hoor je de twee leiders hun ritmische delen ruilen met elke zin, een prestatie die ik [sic] nog nooit eerder heb gehoord in dit tempo."
Peerless Four: Trouble In My Way (1960)
Paul van Druten heeft Alan Lomax als zijn grote voorbeeld en plaats 'Playlist van het contactloze 🖐 poppodium! 🎥De Ruïne Sessies...
nota bene; in het laatste artikel figureert ene Mellenkamp, dat dient gelezen te worden als Mellendijk ; - ). Zijn tekstverwerkende robot vergiste zich; was in de war, dacht even met John Mellencamp⇲van doen te hebben.
John Mellencamp: Our Country
N.a.v. het artikel dichtte ik Sebastiaan Roes een Dichtersbankje⇲ toe, met gebruikmaking van de foto die Bernhard Harfsterkamp bij de picknick plek van Hemmink maakte.
"En ik tast naar het boekje in mijn zak, het boekje met het klimopblad van zijn graf. Als die stengel nu wortel zou willen schieten in een jampot. bij mij thuis, dan zou ik straks uit de nazaten van dat ene blad een lauwerkrans kunnen vlechten voor zijn schim."
Benno Barnard | Dichters van het Avondland | een uitgave van Atlas, Amsterdam/Antwerpen 2006.
Schrijver en dichter Benno Barnard had geen woorden toen zijn dochter dodelijk verongelukte. In zijn boek met bewerkte dagboekaantekeningen, Zingen en creperen, blijft dan ook een bladzijde schrijnend wit. Zijn agnostische inslag weerhoudt hem niet zich in zijn verdriet gedragen te weten door de Anglicaanse liturgie: beproefde teksten en muziek die hun bestaansrecht allang hebben bewezen. Daar kunnen alle zelfverzonnen en goedbedoelde frasen niet tegenop. De tekst die Benno Barnard inspireert is het gedicht Denk mijn naam wanneer ik dood ben van zijn vader Willem Barnard⇲ (Guillaume van der Graft), eenvoudig, maar verre van oppervlakkig.
Denk mijn naam wanneer ik dood ben, denk mijn naam maar roep mij niet, ik ben vergeten hoe ik heet.
En denk aan mij hoe dwars ik was, hoe tuk op taal en hoe onzeker en dat ik van je hield met huid en ziel
maar roep mij niet, lief, roep mij niet, Ik ben vergeten hoe ik heet.