donderdag 9 juli 2015

Column Hans Mellendijk | Het ei van Columbus


variaties qua kleur en vorm op hetzelfde thema


Het ei van Columbus | Hans Mellendijk | de Gelderlander | Editie Achterhoek,  9 juli 2015

Bij het binnenrijden van de stad, als ik de opvallende posters zie hangen, vraag ik me af: “Hef Dörkum alles wel op ‘n ri-j?” ‘20 op een rei’ staat er in deels blauw en deels rode letters op de rand van een geel ei. Het blauw en rood iets verschoven ten opzichte van elkaar. Kats van ‘t perceel zou je er van kunnen geraken en kleurendoof van het felle geel dat het ei vormt in de verder roze-magenta ‘umwelt’ van het affiche. “Paosen ha’w toch al ehad?”

Dichtregels in een Griekse tragedie denk ik later even, deel van een toneelstuk, koor of dans. Rei als meetlat, waterpas? Of gracht? Het breint maar door, om uiteindelijk biesterbanend te eindigen bij rei als dichterlijke verschrijving. We lezen rei maar horen ook en denken rij. Juist! En dat dan weer op het ei, de vorm van de binnenstad die Doetinchem zo typeert. Taalkundige en beeldende illusie alom. Een eindje verder lees ik in de onderste regel geel op roze dat het om buitenkunst gaat.

Het lokt me de auto uit om als wandelaar het ‘buiten’ verder te verkennen.
Viering van 20 jaar Kunstenaarsnetwerk Het Web is samen met de gemeente debet aan de kunstroute. Ik loop de route en het werkt; de stad openbaart zich anders. Dankzij 20 beelden op zuilen verspreid over de buitenrand van het ei worden historie, heden en toekomst in een fantastische vertelling> met elkaar verbonden.

Dan pats halverwege het ei, voorbij de Walmolen, zie ik aan de overkant van de Oude IJssel het licht.

Dé oplossing voor het centrum van Doetinchem is niet een uit de lucht gevallen kabelbaan van Varkensweide naar het ei. Maar het ei zelf. Daar openbaart zich het leven. Een mooiere wandeling door de stad had ik eigenlijk nog nooit gemaakt. Aan de overkant kleinschaliger activiteiten, zomers met een randje strand. De Bleek vooral zo laten, een groene weide met witte lakens. Om daarop af en toe verder te dromen of een illusie te vertonen. Doetinchem deelt de lakens uit.


Poëziepuntgl nr. 2 is uit.

Vandaag alweer een halve week geleden, zondagmiddag dus, werd het nieuwe nummer van PpGL voorgesteld. Niek Hietbrink doet op poëtische wijze verslag.


Presentatie PpGL -jaargang 13-nr 2
in bovenzaal Boekhandel Ongerijmd te Arnhem
- onder zware meteorologische druk -



Hans – Boogie Nights – M.
van het instituut p.p., kijkt
van het blad de hemel in 
richting der kometen
glijdt zijn stem omhoog 
dan hupt hij even op zijn tenen


 Hans Mellendijk


Henk – met de rosse broek –
worstelt met Romeinse tekst
de wijzer gaat rond op
een vierkante wijzerplaat
schaamvogels staan niet te boek

(De introductie was overigens
van een enthousiast medewerker
van het U.W.V., die menige 
tip gaf voor de werkloze dichter)

 Jeroen Hendriksen

dichter drie valt uit wegens vochtgebrek
naarstig op zoek naar zijn hydroloog
scheldt zijn dermatoloog de huid vol
daar zij zijn kwaal heeft afgewezen
en zoekt nu een hypochondroloog
wij ruiken een geur van leegte en

droeven een traan; Tim G. Timmers
is immers overleden en laat
behalve een postume bundel
een volle kilo paperclips na
als vaste terugwerkende kracht
bijt Louise zure woorden en dekens
van zich af, als was het niet gebeurd
haar ogen menen het: geboren


Louis Radstaak
als door het Enghuizer bos
Louis de sirene laat loeien
kijkt het winkelend publiek
ontdaan omhoog en ziet
een Marskrater opdoemen
door het westelijk venster
zit op een zwarte straatlamp
de roek met in zijn kraaienpoot
een stukje brood geklemd 


André van Gessel
wij schakelen om naar spreektaal
tussen Doesburg en Doetinchem
geschreven als streektaal zonder
naam gehoord in Gessels’ tongval
ondertussen is het warm gebleven
als onder moeders haardroogkap
vandaar dat de zon wordt gezongen
tot slot wordt ongeremd gerijmd
door de medewerker van het UWV
die ons een hart onder de riem steekt
met carrièreperspectieven
en ander autobiografisch leed

(Niek Hietbrink, redactie poëziepuntgl)