dinsdag 9 maart 2021

Ondertussen bij CIVON | BREEKjzer


Dilly Helmink | Het kronkelt 

Zie hier meer 👉

‘Een schilderij is een experimenteerterrein, niet iets waar je je achter kunt verschuilen, je bent een deel van de werkelijkheid, je zou je innerlijke schrift moeten vinden, om een organische verbinding te vinden met jezelf, dan hoef je niet bang te zijn ten onder te gaan in de aarde, in het water, in het vuur, in de lucht’. – Pierre Alechinsky –

 

Al schilderend onderzoekt Dilly Helmink een persoonlijke gedachte of herinnering in kleur en vorm. Ze openbaart innerlijke processen en stemmingen die laag over laag geschilderd, uitgroeien tot spannende ruimtelijke composities. Ze experimenteert, is onderweg, als schilder, als mens, als wandelaar. Haar handschrift, haar ritme, haar kijk, haar al dan niet in beweging of tot balans komen, alles maakt deel uit van het onderzoek.


Deze expositie toont werk van de laatste 5 jaar. Waarin het onderweg zijn soms letterlijk naar voren komt, enkele werken zijn gemaakt n.a.v. een langeafstandswandeling.


Als kijker mogen we meelopen. We zien momenten dat beweging ontstaat, beweging tot stilstand komt, zich ordent, structuur wordt gevonden, tot chaos vervalt, het donker ingaat en we gaan mee in hoe het zich oplost, tot een evenwichtig beeld waarin een nieuwe richting wordt gevonden.

 


 

DdA | Achterhoek Nieuws | DICHT | week 10




Terwijl een regenbui de waslijn verzwaart doet het humeur van Eva dat ook; de lijn met was doet haar denken aan wat was.

 

Was

 

Er druppelt herfst op de was

terwijl het net nog voorjaar was,

ik laat mijn stof aan morgen

en de lijn zal haar verdragen.

Al hangt ze wel wat lager,

net als mijn schouders doen.

Eerst nog veerde zon op

wat te drogen lag,

toen alles zoveel lichter

was.

 

Morgen vechten sneeuwklokjes

zich opnieuw door aarde heen.

Richten zij en ik ons op,

rol ik knisperende sokken

tot bolletjes genot.

Wapper beestjes uit plooien

en strijk de mijne glad,

breken knijpers onder de druk

van bij elkaar te moeten houden wat

was.

 

Dan zal ik vangen wat valt,

in mijn mand vol slopen.

Zijn mijn tranen zo droog

als jouw hemden,

daar ik enkel wegens warmte

de schaduw mis.

En in de vouwen van de was

denk ik niet langer aan wat was,

maar aan wat er nog altijd

is.