zaterdag 28 juli 2012

Uit de oude doos | Dichter


Dichter

Gerrit Komrij loofde begin jaren zeventig vorige eeuw in een interview de dichter Staring vanwege zijn moderne methodes en technieken. “Dat hij daarbij Gelderlander is, is puur toeval. Nu achteraf blijkt dat ik zelf zulke ‘goede gedichten’ schrijf, is het helemaal niet verwonderlijk dat Staring en ik allebei uit Gelderland komen, maar nogmaals, dat is redenering achteraf.” voegde hij er niet van ironie gespeend aan toe. Je kunt inderdaad redetwisten of je kunt spreken van Gelderse dichtkunst. Maar een feit is dat er sinds september 2003 een driemaandelijks tijdschrift over Gelderse dichtkunst existeert.
Het kwartaalblad poëziepuntgl presenteert Gelderse dichters, gevestigde en aanstormende talenten. En er wordt wat afgedicht in Gelderland! Meer dan honderdvijftien dichters publiceerden tot nu toe één of meerdere gedichten. Zowel gevestigde namen als aanstormende talenten en alles wat zich daartussen beweegt. Elk kwartaal duiken nieuwe dichters op. ‘De inktvlek breidt zich over Gelderland uit.’, constateerde de hoofdredacteur tevreden bij het verschijnen van het zesde nummer eind vorig jaar. Inmiddels drie nummers verder lijkt de vlek niet te stelpen door welk vloeipapier dan ook. Wat ook gezegd kan worden is dat het tijdschrift zich onderscheidt van de Nederlandse zeg maar Hollandse poëziebladen door zijn geheel eigen Gelderse klank. Er is ruime aandacht voor dialectdichtkunst. De in Algemeen Beschaafd Nederlands dichtende poëten staan broederlijk naast de Nedersaksische en Nederfrankische dichters. De periodiek wordt gelardeerd met zeer leesbare rubrieken over de dichtkunst. Mijn afwijking, het in een atlas noteren van literaire fragmenten en locaties, liet op een onbewaakt moment mijn ogen op de achterzijde van het orgaan steken bij het onderwerp ‘Poëzie en omgeving.’ De rubriek beschrijft bekende maar vooral minder bekende poëtische plekken in Gelderland die als inspiratie dienden voor een gedicht. Sindsdien lees ik het blad. In elk nummer ook een interview over die poëzie en over mensen die daar op een bijzondere manier een band mee hebben. Bennie Jolink herhaalt er z’n, van zijn theaterprogramma bekende, stellingname over poëzie. Geheel volgens de wet van Willem Wilmink, dat je een songtekst nooit mag oplezen als gedicht staat hij op en declameert cabaretesk, met een serieus gezicht en weidse gebaren: ‘Mama, waor is mien pils?’ Maar eindigt nu genuanceerder en weet nu toch een song van zichzelf tot vers te bombarderen.
 “ies kan liehn//op een kolde winteraovond, as ’t vries as ’t bast/op de vievers en de bekken glimt ’t ies as glas/op de bulten van de Hummelse hei ligt een dik pak snee/op de losse plekken in het bos loopt sporen van een ree//d’n onbewolkten winterloch, die lik meer peers dan blauw/a-j buuten iets te doene hebt, dan doe je ’t bliksemgauw/de kniens en de fazanten die scharrelt deur ’t kruppelholt/de streupers die blieft binnen, ’t is eur völs te kold//ies kan liehn, ies kan liehn/margen gaot wi’j schaatsen riehn/ies kan liehn, ies kan liehn/ik heb der lange naor uutgezien//’t holt dat knetterd in de kachel, ’t is der lekker heit/nao de koffie kump de foezel, i’j krupt dichter bi’j ow meid/en as der goed gezoppen wurt, de verhalen die gaot in het rond/bi’j ’t fornuus, bunt ’t helden, allenig met den mond”
Ik herken hergebruik van ’n Huulenden waakhond’ het prachtig geschetste winterlandschap op de tweede lp. Breugheliaans van schoonheid. Waarbij Normaal wonderwel aansloot bij de traditie van meester Heuvel en co.
Vorige week vrijdag gleed het septembernummer van Poëziepuntgl in mijn brievenbus. Vol spanning bekijk ik het achterplat. Toch nog verrast zie ik mijn naam daar staan. Het dichtersdeel in mij debuteert erin met een drietal gedichten. Ik was gewaarschuwd, u nu ook! Tevreden bekijk ik resultaat. Niet gek. De volgende dag op het Doetinchemse Simonsplein lees ik in een ootmoedige bui  ‘De dichter’ ernog eens op na. Het gedicht dat Komrij in al zijn bescheidenheid tot en met de twaalfde druk, als enige gedicht van hemzelf, opnam in zijn spraakmakende bloemlezing der Nederlandse poëzie. De dichter// Toen het letterkundig tijdschrift/Hem een briefje toe deed komen,/Waarin stond: ‘Mijnheer, uw verzen/Waren lang niet slecht, we zullen/Er eerdaags een paar van plaatsen,’/Zwol zijn borst tot slagschiphoogte./Heel zijn leven werd nu anders./Hij ging doen alsof hij grote/Mensen hoogstpersoonlijk kende./Hij zei stad wanneer jij blad zei./Hij zei held wanneer jij speld zei./Hij zei ach waneer jij dag zei./En daarvan wilde hij leven! Tja, hij wel.

zaterdag 21 juli 2012

QR-code-zomerQoRts




QR-code-zomerQoRts

In Winterswijk zag ik voor het eerst de praktische toepassing. Cultuurhistorische objecten zijn er voorzien van een klein bordje met een QR-code.  QR-codes; bijna iedereen heeft ze vast wel eens gezien: zwartwitte blokjes in een onregelmatig patroon die met elkaar een vierkant vormen. Feitelijk tweedimensionale streepjescodes. QR staat voor Quick Response; snelle reactie. Zo kon ik door de lens van mijn slimme telefoon erop te richten extra informatie ophalen die me meer vertelde, het linkte naar video’s waarmee de gebouwen en de geschiedenis tot leven kwamen. De opkomst van de smartphone, een mobiele telefoon met computermogelijkheden heeft de QR-code een grote vlucht gegeven. Het is een middel geworden waarmee informatie kan worden toegevoegd. Bijvoorbeeld in de supermarkt extra info over de voedingswaren die je wilt kopen. Als je erop let kom je ze overal in allerlei formaten en kleuren tegen. Een flyer met steekwoorden over activiteiten in de Cultuurzomer Achterhoek; een lachend bloemenmeisje en verder alleen maar een QR-code. Via het magische vierkant komt de smartphone terecht op de website waar alle informatie te vinden is. Een handige schakel tussen papieren oude meuk en de nieuwe digitale media. Voortekenen dat dit de zomer van de QR-code gaat worden?

Het omen werd bevestigd in de Drulftse SSP-hal bij Huntenkunst toen ik daar zogenaamde QR-Code-Artworks zag. De Duitser Martin R. Becker deed me in eerste instantie glimlachen; ik zag met wit canvas bespannen spieramen met daarop de zwartwit QR-patronen. Dichterbij gekomen bleken de kunstwerken helaas niet echt geschilderd. Bedrog. Fabrieksmatig geprinte ‘Artworks’ zoals je dat tegenwoordig ook wel bij de vakfotograaf met je foto’s kunt laten doen. “‘t Lik jao net een schilderij!” Feitelijk zagen mijn ogen moderne kitsch. Toch maar even de smartphone gepakt, deze zag toen ik het cameraoog op de QR-code’s van de ‘kunstwerken’ hield www-adressen van bekende musea. De grap zat hem hierin dat de codes je verwezen naar wereldberoemde kunstwerken, variaties op Da Vinci’s Laatste avondmaal. Zag ik hier Andersens sprookje ‘De nieuwe kleren van de Keizer’ opnieuw verteld?

Naar ik werkelijk hoop zal Louis het begrijpen. Van Gaal laat in augustus een verbod uitgaan op tatoeages. Slechts een QR-code op postzegelformaat op de rechterschouder wordt bij de voetbalspeler toegestaan. Met de smartphone kan de toeschouwer, als het wil, een virtuele tatouage op het scherm tevoorschijn toveren. Ik voorspel, dat gaat een rust op het veld geven. We worden er wereldkampioen mee.

Iets voor de beeldende kunst in de openbare ruimte? Niet die deze zomer bij het Doetinchemse Ruimzicht park staat. Een mooi overzicht dat aanraakbaar mooi staat te zijn. De schatkist aan de boom geketend geeft zijn geheim nog ouderwets prijs door het intikken van een url. Bedacht voordat de grote ZomerQoRts een aanvang nam.


Hans Mellendijk, editie Achterhoek, de Gelderlander van vandaag

Uit de oude doos | Getetter voor de muziek uit



Getetter voor de muziek uit

Een week voordat BOEM PAUKESLAG alles bij mijn letterendealer plat legt ten faveure van de andere muzikale boeken tettert “Komrij's Kakafonie -oftewel- Encyclopedie van de stront” nadrukkelijk om mijn aandacht. ‘Een machtig drukwerk’ zoals het in een advertentie werd aangekondigd. Het grote grijnzen was bij het lezen van deze aanbeveling reeds begonnen. Eenmaal bij mijn boekhandelaar doe ik het in mijn broek van het lachen als ik het drekboek in levende lijve zie liggen. Niet het naslagwerk gekaft in een onbestemd bruine omslag, een nep stofstructuren ondergrond met roodpaarse nagloed. Glasvliesbehang. Niet de hoofdtitel in glanzend sanitair wit, de ondertitel en merknaam in lichtbruine melkchocolade kleur gedrukt. Niet de houten wc-bril, met een heus gat uitgestanst, met daarachter de diepte scheppende omgevouwen flap. Niet het kijkje langs de schone schotel, de peilloze afgrond in. Niet de vlakspoeler met glanzend plateautje -m’n lief zou trots zijn als ik hem zo zou achterlaten. Maar het welbekende “De Bezige Bij”- logo, het gestileerde bijtje, op de plek waar bij sommige wc-potten een nepstrontvlieg siert, om de naast de pot piesdwang bij heren te beteugelen, is het, dat mijn kringspier doet trillen. Als sublimatie van de lachspier? En waarom eigenlijk lachen? Een uiting van verlegenheid om het aangebodene? De schaamte nog steeds niet voorbij? In ieder geval wekt het mijn kooplust op nog voordat ik recht heb op het boekenweekgeschenk.

Kakafonie. Het hoort wat mij betreft nu al tot de best vormgegeven boeken van dit jaar. Die veer mag Piet Schreuders alvast in zijn kont steken. Het binnenwerk is al even mooi opgemaakt, alsof het  een kookboek betrof. Wat het feitelijk ook is maar dan een omgekeerd. Zoals de schepper van al dit moois, Gerrit Komrij, op de achterflap zo treffend omschrijft. ‘Het maakt onafscheidelijk deel uit van een tweedelig gastronomisch hoofdwerk. Het toont het ware gezicht van de mens.’

Is er dan niets mis aan het boek?  Tja, wat extra onbeschreven vellen papier om zelf te bevuilen. Bijvoorbeeld met al het geurige dat bij Normaal is afgescheden over dit tot nu toe onontgonnen gebied in de Nederlandse cultuur. 

Ik weet niet of het te maken heeft met het feit dat de heren van Normaal net als Gerrit Komrij de jeugd doorbrachten op het Achterhoekse platteland, in een tijd toen de reuk van mest en gier, van stront en pies de gewoonste zaak van de wereld was. Maar zeker is dat ook zij, de nachtspiegelende tegenpolen van Komrij, de nodige drekverzen bij elkaar hebben geschreven. Dun op d’n mest, Ik mos pissen, om maar een paar voorbeelden te noemen, maar bovenal, Drieteri-je Blues. ‘Ik zat laatst te schijten op de plee / En ik persen as een idioot / Maor ’t duren wel een uur of twee / Eindelijk kwam d’r een grote köttel stront / En die stonk zo afschuwelijk / Ik sodemieterde bi-jnao, bi-jnao op de grond / Yeah, yeah, da’s pas, da’s pas blues.’ Allemaal niet te vinden. Wel een Amerikaans equivalent. Constipation Blues. Een tot gisteren voor mij onbekend nummer van eveneens onbekende artiest. Screamin’ Jay Hawkins. Live bracht hij in 1969 de blues ten gehore. ‘UMM-UMMMH, aeoh / UMM-UOOMH / OOH! / OH! / UH-UH / Aaah / UOH, aah / Let it go!  Let it go! Let it go! /I don't believe I can take much more  (...) SPLASH!!! SPSHHH .... / Feel, ah, I feel alright / Yeah, I feel alright / SPLASH!!! Shpsh ... / Yeah / I feel alright / SPLASH! / Flush  // Phew / Phew / Phew... / Feel alright’

Of Jolink en consorten het ooit al eens gehoord hadden toen zij met hun verstoppingsklaagzang op Lochem Popmeeting 1975 hun duizelingwekkende loopbaan in de amusementsindustrie startten. Ik denk het niet. Pas in 1983 volgde van Constipation Blues een uitgebreidere studioversie op de plaat. Gisteren via een mp3-jacht op het wereld wijde web kreeg ik het nummer te pakken.  U heeft vast wel een donkerbruin vermoeden hoe de altsax intro in dit nummer door de nakende lentenacht klonk.


Hans Mellendijk | de Gelderlander | 25 maart 2006

Voorwaarts gas | Cultuurzomer Achterhoek


maandag 16 juli 2012

Ondertussen in Dinxperlo | Donald Duck in Gelderland


Donald Duck (Al 60 jaar een vrolijk weekblad) Nr. 29-2012 is deze week in Gelderland, wandelaars van de Nijmeegse eendaagse raken verdwaald. Bewaarnummer!

In Memoriam Rutger Kopland 1934 - 2012

WEGGAAN// Weggaan is iets anders/ dan het huis uitsluipen/ zacht de deur uittrekken/ achter je bestaan en niet/ terugkeren. Je blijft/ Iemand op wie wordt gewacht.// Weggaan kan je beschrijven als/ Een soort van blijven. Niemand/ wacht want je bent er nog./ Niemand neemt afscheid/ Want je gaat niet weg.// Rutger Kopland/ Het orgeltje van yesterday, 2000

Denktanks | Containerbegrip

De onverbetelijke Wim Moorman die als geen ander de kleine en grote veranderingen op Nederlands platteland signaleert in zijn wekelijkse weblog HORST-SWEET-HORST heeft een nieuwe categorie Denktanks ontdekt. Achteraf had ik ze ook wel steeds meer zien opduiken. De afgedankte (vracht-)containers die door de landbouwer of veeboer voor agrarische doeleinden een tweede leven kreeg aangemeten als opslagruimte, schuilhut of scheidingswand. Maar Wim geeft ze alvast een plaats in ons collectief geheugen.
Hier> een aantal beschouwingen over het fenomeen.

zaterdag 14 juli 2012

Ondertussen in Arendheim | Afscheid

Foto: © Rini Scholten | Afscheid

'nDrom Dertien | Groepsfoto

© Foto: Jan Duitshof

Herma Kiek-Winkel Fotografie had Jan Duitshof de opdracht gegeven om een groepsfoto te maken van de deelnemers aan 'nDrom13|31. De organisatie had Wouter ten Pas ingehuurd voor de regie van het geheel, hij liet zich assisteren door Hermi Hartjes. Zij maakte van de gelegenheid gebruik om haar plaatsgenoot Gerrit K. te herdenken. Zie bericht gisteren. Zou op het 31ste Erbarmen Festival wellicht een nieuwe traditie geboren zijn?





Uit de oude doos | Niks is wat het lijkt, alles onecht


Niks is wat het lijkt, alles onecht

Uit de verhuisdoos komt een roestig ogend blik tevoorschijn. “Goh, lekt het dak van de schuur ?”. M’n lief kijkt me ontzet aan. Ze trapt erin. Het blijkt nep. Een boek met een op Brasso koperpoets geïnspireerde omslag, roestvlekken incluis. Een Jiskefet jubileumuitgave. Niks is wat het lijkt, dezer dagen.
Bij het herinrichten zie ik wat slordig een lp-binnenhoes op de vloer liggen. Ik wil de bijhorende hoes zoeken. Nu ben ik er zelf ingestonken. Het is de omslag van het  boek, ‘Strips in stereo’. De  strips laten zich lezen als een videoclip. Gerrit de Jager één van de samenstellers, laat de plaatjes en teksten ritmisch over de pagina’s samenvallen. Je hoort als het ware het nummer ‘Kom van dat dak af’ uit de bladzijden klinken. Een bijzondere ervaring. Doorzon figureert in  Koelewijns klassieker. Op het eind schuifelt Herman Brood over het bordes. Partner in crime Jean-Marc van Tol sluit het album af met Dinge-dong van Teach-in. Suspense op het kerkhof. “De tijd was om”, plotsklaps zwaait er een zeis door de lucht. Daar tussenin opereert de fine fleur van het Nederlands stripwezen met twaalf andere versjes. Onder ander Normaals vlam in de pijp ‘D’n Poot op ‘t Gas’. Achterhoekse truckersromantiek in Vlaams staminee door Henk Kuijpers.
Het boek krijgt een plek naast een andere bijzonder stripuitgave, die voor de verhuizing in mijn brievenbus lag. Een altijd weer verrassende editie van ‘De zingende zaag’. Het zeer onregelmatig verschijnende poëzieperiodiek. Maar altijd weer het wachten waard want altijd prachtig vormgegeven. Het lijkt wel of het boek het blad heeft geïnspireerd, want ditmaal verpakt in de vorm van een Kuifjestripboek. ‘De avonturen van Zaagje’ aflevering ‘Verknipt en Verstript’. Honderdduizend bommen en granaten! Niks is wat het lijkt. Dichters, striptekenaars en beeldende kunstenaars  werden uitgenodigd om de schaar te zetten in eigen en elkaars werk. Strippen en slopen was het devies. Opmerkelijk is de verzameling met klanknabootsingen van Joris Driest. Hij somt in zijn ‘Glossolalarium’ categorieën onomatopeeën op die met hun herkomst staan afgedrukt. Hij verdeelt ze onder in Explosies en schoten, Dieren, Vervoer, Eten, Mensen, Ongelukjes, Vechten en actie, Muziek en Machines. En wel op zeer grondige wijze. Bijvoorbeeld onder Explosies en schoten: “taka takataka | pang! Auw! Tsjak! Tsjok! Klang! “ [Lucky Luke 18] ‘De Schat van de Daltons’, Vicq en Morris. Pagina 42-43. Of onder Eten: “smek sloksjoep krontskrunsj hhap sjlap” [Guust Flater 11] ‘Flaters, Floppen en Flouzen’, Franquin. Pagina 13.
De klankwoordbeelden sturen mijn gedachten naar Gerrit Komrij. Naar het buitengebied van Winterswijk. In ‘Alles onecht’ een keuze uit de gedichten, verhaalt de dichter over het moment dat hij doordrongen raakte van zijn dichterschap. ‘De seconde van de Jachthuisweg’: "Het was op de Jachthuisweg. Daar werd ik, op mijn negentiende, dichter. In een handomdraai was het gebeurd. Anderen mogen het een goddelijke ingeving noemen, een moment van waarheid, een mystieke blikseminslag - mij kwam het op dat moment alleen voor of er een knop werd omgedraaid. Ik kreeg er niets bij, ik werd er niet rijker of vollediger door - het licht ging aan in een kamer, meer niet. De kamer zelf was er al. Pàng. Van het ene moment op het andere wist ik wat poëzie betekende." (…) “ Nog altijd zit er voor mij iets van dezelfde elektriciteit in de lucht. Zomaar tussen de weilanden, op die doodgewone weg. Het komt me voor dat de  hemel er ruimer is. Er zit daar een gaatje in het heelal en niemand die het ziet, behalve ik.” Ik fantaseer een poëtische installatie voor de plek. Op onverwachtse momenten projecteren laserstralen in een tijdsspanne van een seconde een tekenfilm op het zwerk. Een pistool gaat af, een vlaggetje verschijnt met daarop het klankicoon. Pàng. Omringd door uitspattende sterren. Een monument voor de dichter. Voor de Jachthuisweg. Voor het moment. Of belazer ik zo de boel en wordt de verbeelding verkracht?

 Hans Mellendijk | De Gelderlander | 4 november 2006




Zomervakantieclip | Kraftwerk | Autobahn


vrijdag 13 juli 2012

Ondertussen in Le Tour de France | Gesink stopt


PARIJS IS NOG VER | Oh, Madeleine >

zie ook GeelZucht | Onze gasten>

'nDrom Dertien | Herdenking Gerrit Komrij

Hermi Hartjes :
"Graag even aandacht voor een gebeurtenis van afgelopen week."

Foto's: © Jan Duitshof | 'nDrom Dertien | 07-07-2012

                                             Geboren op de plek waar
                                             de winter van geen wijken weet.
                                            
                                            Gestorven in de plaats waar
                                            men de lakens wit maakt met inkt.

                                            Brengen wij een saluut aan de zoon
                                            van onze Achterhoekse 'ploddenwever'.
                                                
                                                Aan Gerrit Komrij.



[1 minuut stilte - muziek Last Post]




"Applaus voor GERRIT KOMRIJ."


ONDERTUSSEN OP YOU TUBE

Saluut aan Gerrit Komrij | De zwijgzaamheid


Hermi Hartjes met medewerking van
boer Bennie Amting en Wouter ten Pas.



Zomervakantieclip | Antony & Johnsons & Björk | Fletta


donderdag 12 juli 2012

Taal&Teken in Oude IJsselstreek


Hé, gelukkig maar; een teken van leven betreffende het muziektheaterproject rondom het gedicht Zienderogen> dat nu in het najaar gepland staat, nadat een poging in het begin van de zomer bij het Oude IJsselstreek Muziekfestival> qua tijdsdruk en niet beschikbaarheid van muzikanten helaas voortijdig strandde. Lees hier meer> of Lees hier oproep in gemeentenieuws OIJ> (11 juli 2012 | pag. 4.)

Ondertussen in Le Tour de France



PARIJS IS NOG VER | Wiggins-deel>


zie ook GeelZucht | Onze gasten>

'nDrom 13/31 | Sirenenlaan

Foto's | © Jan Duitshof

O M H O O G   M O E T   V O O R   DE   V A L  |  Bert Scheuter

Karin Weijkamp

Zie de hoogtevrezer op de trapleer staan,
in voorjaarsbest maar wankelbaar gemoed,


Rini Scholten |

teneinde de klimop te lijf te gaan,
een tafereel van angst en leeuwenmoed.


Esther ten Have |

Het rukt met één hand aan 't struweel
de andere omklauwt de trapleerbeugel.




Liesbeth Zegwaard |

Een toneelbeeld op een potsig landjuweel,
in het tableau gezet door meester Bruegel.


Greetje Lammers |

Wij weten hoe beroerd dit kluchtspel afloopt,
men moet geen klimwerk doen in aarzeling.



Marjan Leneman |


Temeer daar men dit comformtabel afkoopt
bij 't genootschap voor klimopbeteugeling.

© Bert Scheuter

Zomervakantieclip | Kraftwerk | Tour de France