zondag 12 april 2020

Lees-en denkstof In tijden van Corona en Pasen

Om te koesteren! Een essay over Josph Brodsky ⇲

door de zelfbenoemde  cultuurkankeraar Benno Barnard⇲




 "En ik tast naar het boekje in mijn zak, het boekje met het klimopblad van zijn graf. Als die stengel nu wortel zou willen schieten in een jampot. bij mij thuis, dan zou ik straks uit de nazaten van dat ene blad een lauwerkrans kunnen vlechten voor zijn schim.

Benno Barnard | Dichters van het Avondland | een uitgave van Atlas, Amsterdam/Antwerpen 2006.





Schrijver en dichter Benno Barnard had geen woorden toen zijn dochter dodelijk verongelukte. In zijn boek met bewerkte dagboekaantekeningen, Zingen en creperen, blijft dan ook een bladzijde schrijnend wit. Zijn agnostische inslag weerhoudt hem niet zich in zijn verdriet gedragen te weten door de Anglicaanse liturgie: beproefde teksten en muziek die hun bestaansrecht allang hebben bewezen. Daar kunnen alle zelfverzonnen en goedbedoelde frasen niet tegenop. De tekst die Benno Barnard inspireert is het gedicht Denk mijn naam wanneer ik dood ben van zijn vader Willem Barnard⇲ (Guillaume van der Graft), eenvoudig, maar verre van oppervlakkig.

Denk mijn naam wanneer ik dood ben,
denk mijn naam maar roep mij niet,
ik ben vergeten hoe ik heet.

En denk aan mij hoe dwars ik was,
hoe tuk op taal en hoe onzeker
en dat ik van je hield met huid en ziel

maar roep mij niet, lief, roep mij niet,
Ik ben vergeten hoe ik heet.

                          Guillaume van der Graft







Geen opmerkingen:

Een reactie posten