Op
schouderklopafstand, aai-
en aanraakbaar
Zoete herinneringen aan de tijd dat mijn helden nog
op schouderklopafstand hun kunsten vertoonden. Stiekem naar de sporthal in Terborg,
om op aanraakbare afstand Van Morrison zijn blues te horen zingen. Of die zondagmiddag
in het Nijmeegse Kolpinghuis, waar een tig of negen liefhebbers luisterde naar
de psychedelische klanken van een toen nog onbekende groep uit Engeland. Ik was
er met makker Hannes vooral om te kijken hoe zij dat toch deden met die vloeistofprojecties.
Tot onze grote vreugde konden we ze spreken de mannen van de lichtshow van Pink
Floyd. De opgedane kennis werd ingezet bij de ‘Lichtsjo de bedrukte Moeder Gods
van Varsseveld’. Het belichtte de eerste stappen van Ferdi Joly op het muziekpodium.
Popgroep Puddingh.
Tja, de lokale helden bleven aai- en aanraakbaar. Met
Van Morrison en Pink Floyd liep dat anders. Van heb ik nog wel op de
concertpodia bewonderd als hij of ik zin hadden. Bij Pink Floyd ben ik
afgehaakt toen het steeds meer een band werd om je stereo-installatie mee te
testen en vooral een megastadionevent werd.
Overpeinzingen als ik samen met vriend Albert in
een koude tegenwind naar de Radstake fiets. Over pijn zingen; Ferdi Joly neemt
er afscheid van Boh Foi Toch en keert terug naar Normaal. Verbaasd staan we te
wachten voor de deuren die om half tien nog gesloten zijn in afwachting van het
discovervoer. Nog verbaasder de maandagochtend erop als ik de krant opensla: "Op de fiets naar dancing de Radstake, hoe lang is dat wel
niet geleden? Twee mannen van middelbare leeftijd verheugen zich handenwrijvend
op het uitgaan. Als ook de eerste Achterhoekse tieners uit de discobus zijn
gestapt, gaan de deuren open voor de kameraden."
Afgeleid door het slechte geluid in de eerste set,
de afscheidnemende gitarist is alleen maar in de solo’s te horen, verwonder ik
me over het nieuwe kijken. Om toch zicht te hebben op het lage podium strekken
de iets minder lange slungels van jonge kerels de linker arm in Duits vooroorlogse
hoek, vijfenveertig graden omhoog, hun mobieltjes in de linker hand houdend, de
beeldschermpjes ingeschakeld. Afstandscheppende elektronische periscopen op een
rij. Gelukkig weet de geluidsman na de pauze een betere balans te realiseren en
zijn mijn ogen en oren weer op het podium gericht. Ook het meer melancholische
werk van Ferdi Joly komt nu eindelijk goed uit de verf. Prachtig ‘In ’t Asiel’.
Het altijd maar weer poëtische “Den aovend in Toldiek. ’t Dondern en ’t
löchten, boh foi toch wat ha’j’n schrik.” Met het raadselachtige eind: “En too
die kere op den zak met mael.” Eindelijk
weer eens de ‘Boh Foi Toch Rap’. In een zinderend duel tussen trekzakpiloot en
sologitarist steelt Ferdi op Zappaeske wijze de show. Het lijkt wel of hij zich
nu definitief wil bevrijden uit het dwangbuis van polka’s en walsjes. Dan het onherroepelijke
eind. In een dampende blues wordt ‘Deerntjen’ neergezet. Geen ander nummer is
hier in de graanschuur van De Radstake beter op zijn plaats. Hunkerend kruipen
de meisjes voorzichtig schuifelend tegen de jongens aan. ‘Brommers kieken’
avant la lettre. Al vanaf Normaal’s begin het ultieme versiermoment. Applaudisserend
roep ik naar Albert, naast me: “Bloedmooi die bluesuutvoering!”. “Is altied al
’n blues ‘ewest!” schreeuwt hij boven het eindoordeel uit. Ik besef dat hij
gelijk heeft. Hoe kan het ook anders. Hij heeft er verstand vanaf. Elk jaar
kondigt hij de artiesten aan op de Westendorp Bluesnight. Vanavond weer in zaal
De Vos.
Deze middelbare heer zal er ook weer zijn, op de
fiets met m’n lief en heel mijn lijf. Nu met Bill Wyman & the Rhythm Kings op
schouderklopafstand. Aai -en aanraakbaar. Zal Bill, ondertussen met zaadaanbiedende
ogen de meisjes de kleedkamer in dirigerend, net als vroeger bij de Stones
onbeweeglijk op het podium staan? Hij schijnt gevraagd te hebben niet aan het
eind geprogrammeerd te worden. Westendorpse moeders, wees gewaarschuwd, hou uw
dochters thuis!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten