Kei
Fietsend langs de Paasberg herken ik haar al van
verre aan het in de pinksterzon glinsterende en in de meiwind wapperende
witgrijze haar. Dr. Marja Wybenick. Streekhistoricus. Gekscherend ook wel
streekhysterica genoemd, omdat ze zich ooit in een recent verleden, eind vorige
eeuw, liet vastketenen aan de wereldberoemde Wooldse zwerfkei. Ze verschafte
door deze actie landelijke bekendheid. Ze protesteerde hiermee tegen een
gerucht. Er was toen sprake van dat dit populaire stukje geschiedenis weer terug
in de grond gestopt zou worden. Drie dagen later heeft men een volkomen
uitgeputte Dr. Wybenick moeten bevrijden uit haar benarde positie, nadat was
gebleken dat het gerucht was ontstaan doordat iemand na afloop van een bruiloft
onder Henxel zijn fantasie de vrije loop had gelaten. "Poh; wie protesteert d’r
now tegen ’n geruch!" was het nuchtere commentaar van de geruchtverspreidende
man. Ik zie de krantenkop weer voor me.
Ook staat ze bekend om haar uitgebreide verzameling Delfts blauwe tegeltjes. Een heel bekende is de tegel die het cd-boekje van Boh Foi Toch, ‘Veur pauwen en poeten’, siert. Een verloren gewaand meesterwerkje van Anthony van Versneveld uit het jaar 1669, voorstellende een trotse pauw naast een vrolijk springend varkentje, op een eilandje. Het tegelmuseum in Otterlo keek er met jaloerse blikken naar. Onlangs gaf de op leeftijd zijnde wetenschapster genereus haar gehele tegelcollectie cadeau aan het Veluwse museum.
Ik zie haar moeizaam bukkend in een weiland, aan
het graven. Ik stap van mijn fiets af en loop naar haar toe. Dan krijgen haar
slechtziende ogen ook mij in het vizier. “Dag Hans, alles good met ow?” “Jao,
jao ’t geet weer helemaol paletti. Maor met ów dan, wat bu’j daor toch an ’t
doon?”. Marja vertelt enthousiast over haar zoektocht naar de ‘Wischkei’. “Jao,
ik heb wat met keien, zoals i-j wel zölt wetten.” Ik glimlach en luister
verder. Dat hier de ‘Wischkei’ begraven zou moeten liggen. Een grondig
onderzoek in de archieven van het Wissche gemeentehuis leverde dat als
resultaat op. In de weilanden bij het kasteel Wisch achter de Paasberg zou de
kei begraven liggen. De kei die een belangrijke rol speelde bij de bereiding
van de goddelijke drank.
De steen, die als een stop diende voor de enige
bron met het helderste en allerzuiverste water dat zich in het stroomgebied van
de Olde Iessel bevond en beheerd werd door de heren Wisch, verder de
aanwezigheid en de eigenheid van een bijzonder soort turf uit het Aaltense Goor
droegen mede zorg voor het ontstaan van de wonderlijke drank, dat we nu nog als
Whisky kennen.
Het werd in vele tientallen kleine familie- of dorps distilleerderijtjes vervaardigd en in de eigen omgeving gedronken. Men heeft
tot nu toe altijd gemeend dat de soortnaam van het Keltische 'Uisge Beatha'
-hetgeen levenswater betekent- zou komen. Via de verbasteringen 'Uisge' (spreek
uit: wieske) en 'Usky' zou de naam Whisky ontstaan zijn.
‘Maar niks is minder waar!” vervolgt de dokter in
de streekgeschiedenis. “Als ik de kei vind, dan is het voor honderd procent
zeker dat de naam afkomstig is uit deze contreien.” “Maar waarom is van die
nijverheid niks meer overgebleven” vraag ik haar met een kritische blik. “O,
dat is ook een mooi verhaal. Je weet dat het rijpingsproces heel belangrijk is,
bij de bereiding van whisky. Dat dient te gebeuren op eikenhouten vaten. Daar
waar ook sherry in gerijpt is. Gedurende dit proces krijgt de Whisky ook z’n
houtkleur. De heren Wisch droegen daar ook zorg voor. Op een gegeven moment
kwam er een eind aan de import van sherryvaten.
Het schijnt dat toen iemand uit Etten ergens had
gelezen dat aletonnen ook geschikt zouden zijn. Niet begrijpend dat hier -op
z’n engels- biervaten bedoeld werden, gebruikte men vanaf dat moment giervaten.
Het liep toen snel bergafwaarts met de afname en productie van het levenswater.
Grote armoede onder de bevolking volgde, het oude volksrijm: ‘In Etten is niks te vretten, in Terborg wat, in Varsseveld zat.’ verhaalt daar nog over. De Schotten, de Ieren en Amerikanen namen het uiteindelijk over.
De naam Wischkei verbasterde vrij snel via Ierland in Whiskey, om uiteindelijk
als Whisky in Schotland en Canada terecht te komen.”
“Maar dat is groot nieuws. Jammer dat het nu pas
bekend wordt. Anders had men de naam Wisch niet zo snel in de afvalbak van de
geschiedenis laten verdwijnen.”
Verbijsterd wens ik haar veel succes en vervolg
mijn fietstocht onder het Wissche lover.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten