donderdag 6 juli 2017

PAK AN! | Wenskei

Achterhoek Nieuws Jaargang 82 | nr. 27 | 5 juli 2017

Gisteren in de Huis-aan-huisbladen van Achterhoek Nieuws de column die ik op verzoek van Johan Godschalk schreef voor de stichting Pak An!>  | f>

Wenskei

Het zal aan de stamtafel van ’t Veertje geweest zijn dat ik er met Hans Hiddink, de te vroeg uit de tijd gegleden muzikant en inderdaad broer van … , filosofeerde over de mogelijke herkomst van de naam whisky. Het had vast en zeker te maken met de naamgevers van de voormalige gemeente Wisch. Ik schreef er een column over waarin ik de streekhysterica Marja Wybenick ten tonele voerde die enthousiast vertelde over haar zoektocht naar de Wischkei. De kei die een belangrijke rol gespeeld zou hebben bij de bereiding van de goddelijke drank. Bij het kasteel Wisch achter de Paasberg zou de kei begraven liggen. 

De steen, die als stop diende voor de enige bron met het allerzuiverste water dat zich in het stroomgebied van de Oude IJssel bevond en beheerd werd door de heren Wisch. Verder droegen de aanwezigheid van een bijzonder soort turf uit het Aaltense Goor mede zorg voor het ontstaan van de wonderlijke drank, dat we dus nu nog als whisky kennen. 

Het zou in vele tientallen kleine dorpsdistilleerderijtjes vervaardigd zijn en in de eigen omgeving gedronken. Men had tot dan toe altijd gemeend dat de soortnaam van het Keltische 'uisge beatha' –hetgeen levenswater betekent- zou komen. Via de verbasteringen 'uisge' (spreek uit: wieske) en 'usky' zou de naam whisky ontstaan zijn. Als Marja de kei zou vinden dan was het voor honderd procent zeker dat de naam uit onze contreien afkomstig is. Waarom er van die nijverheid niks meer is overgebleven heeft te maken met het rijpingsproces. Dat dient op eikenhouten vaten te gebeuren, waar ook sherry in gerijpt is. Gedurende dat proces krijgt de whisky ook zijn houtkleur. De heren Wisch droegen daar ook zorg voor. 

Op een gegeven moment kwam er een eind aan de import van de sherryvaten. Het schijnt dat toen iemand uit Etten had gelezen dat aletonnen ook geschikt zouden zijn. Niet begrijpend dat hier -op z’n Engels- biervaten bedoeld werden, gebruikte men vanaf dat moment giervaten. Het liep toen snelbergafwaarts met de afname en productie van het levenswater. Grote armoede onder de bevolking volgde, het oude volkrijm: ‘In Etten is niks te vretten, in Terborg wat, in Varsseveld zat!’ verhaalt daar nog over. 

De naam Wischkei verbasterde vrij snel via Ierland en Amerika in whiskey, om uiteindelijk als whisky in Schotland en Canada terecht te komen. Het verhaal publiceerde ik begin deze eeuw in de Gelderlander niet wetende dat ruim tien jaar later dankzij de ondersteuning van Pak An in Zelhem Distilleerderij Bronckhorst de  eerste Achterhoekse whisky zou gaan stoken. Wie kon dat toen vermoeden? 

Daarom alleen al is het mooi dat er zoiets als Pak An bestaat dat deze vernieuwende activiteiten stimuleert en ondersteunt. Het oerrund terug in het landschap en wie weet komt dat plan van een landschapsarchitect om wilde duiven te houden in, in onbruik geraakte, graansilo’s ook nog wel eens van de grond. Dan krijgen we samen met het oerrund, de eigen wijn en whisky een nog gevarieerder Achterhoekse dis. Mmmmmmm smullen maar.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten