Achterhoek Nieuws Jaargang 82 | nr. 27 | 5 juli 2017
Gisteren in de Huis-aan-huisbladen van Achterhoek Nieuws de column die ik op verzoek van Johan Godschalk schreef voor de stichting Pak An!> | f>
Wenskei
Het zal
aan de stamtafel van ’t Veertje geweest zijn dat ik er met Hans Hiddink, de te
vroeg uit de tijd gegleden muzikant en inderdaad broer van … , filosofeerde
over de mogelijke herkomst van de naam whisky. Het had vast en zeker te maken met
de naamgevers van de voormalige gemeente Wisch. Ik schreef er een column over
waarin ik de streekhysterica Marja Wybenick ten tonele voerde die enthousiast
vertelde over haar zoektocht naar de Wischkei. De kei die een belangrijke rol gespeeld
zou hebben bij de bereiding van de goddelijke drank. Bij het kasteel Wisch achter de Paasberg zou de
kei begraven liggen.
De steen, die als stop diende voor de enige
bron met het allerzuiverste water dat zich in het stroomgebied van de Oude IJssel
bevond en beheerd werd door de heren Wisch.
Verder droegen de aanwezigheid van een bijzonder soort turf uit het
Aaltense Goor mede zorg voor het ontstaan
van de wonderlijke drank, dat we dus nu nog als whisky kennen.
Het zou in vele
tientallen kleine dorpsdistilleerderijtjes vervaardigd zijn en in de eigen omgeving gedronken. Men had tot dan toe
altijd gemeend dat de soortnaam van het Keltische 'uisge beatha' –hetgeen
levenswater betekent- zou komen. Via de verbasteringen 'uisge' (spreek uit:
wieske) en 'usky' zou de naam whisky ontstaan zijn. Als Marja de kei zou vinden
dan was het voor honderd procent zeker dat de naam uit onze contreien afkomstig
is. Waarom er van die nijverheid niks meer is overgebleven heeft te maken met het
rijpingsproces. Dat dient op eikenhouten vaten te gebeuren, waar ook sherry in
gerijpt is. Gedurende dat proces krijgt de whisky ook zijn houtkleur. De heren
Wisch droegen daar ook zorg voor.
Op een gegeven moment kwam er een eind aan de
import van de sherryvaten. Het schijnt dat toen iemand uit Etten
had gelezen dat aletonnen ook geschikt zouden zijn. Niet begrijpend dat hier
-op z’n Engels- biervaten bedoeld werden,
gebruikte men vanaf dat moment giervaten. Het liep toen snelbergafwaarts met de
afname en productie van het levenswater. Grote armoede onder de
bevolking volgde, het oude volkrijm: ‘In Etten is niks te vretten, in Terborg wat, in Varsseveld zat!’ verhaalt daar nog over.
De naam Wischkei verbasterde vrij snel
via Ierland en Amerika in whiskey, om
uiteindelijk als whisky in Schotland en Canada terecht te komen. Het verhaal publiceerde ik begin deze
eeuw in de Gelderlander niet wetende dat ruim tien jaar later dankzij de
ondersteuning van Pak An in Zelhem Distilleerderij Bronckhorst de eerste Achterhoekse whisky zou gaan stoken.
Wie kon dat toen vermoeden?
Daarom alleen al is het mooi dat er zoiets als Pak
An bestaat dat deze vernieuwende activiteiten stimuleert en ondersteunt. Het oerrund
terug in het landschap en wie weet komt dat plan van een landschapsarchitect om
wilde duiven te houden in, in onbruik geraakte, graansilo’s ook nog wel eens
van de grond. Dan krijgen we samen met het oerrund, de eigen wijn en whisky een
nog gevarieerder Achterhoekse dis. Mmmmmmm smullen maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten