Weer | Hans Mellendijk, de Gelderlander, edities Achterhoek, 19 oktober 2013
Weer de eerste herfstwinden; weer de poëzie die de herfstwonden bij mij heelde. Op het juiste moment lonkte de herfstige foto van ons aller Louise te Poele op de omslag me de beurtzang in. ‘Vlinderslag’ de nieuwste bundel van Piet Gerbrandy, zoals de flaptekst belooft; een meerstemmig kleinood. Waarin hij alle registers open trekt en zijn lyriek door de afwisseling prettig leesbaar houdt. De herkenbare landschappen, een bijvangst voor mijn literaire atlas. Het strandbad van Winterswijk maar dan nog in vervallen staat, als startpunt van de zeezucht. Gerbrandy die eind vorige eeuw al preludeerde op het Wilde Oosten met het gedicht; Ter vliering neuken boeren hier/hun geesteszieke nichten en hun/varkens veinzen pest.//Hun koppige dweilorkest speelt/op een deel wat opgeruimde/deuntjes.//Morgen schuiven rockers – aan/hun houten koppen slechts lang haar – in binnensmondse talen//grommig zwijgend op aftandse/trekkers over land. Ontstemd/gejank verdooft het razen van motoren.
Dan seint op Twitter een andere dichter tweets over het herfstweer de wereld in; ‘Satelietbeelden tonen Azië dat wordt belaagd door drie zware stormen tegelijkertijd’/ ‘Code oranje in delen NL: "Dijken zijn in zuidwesten soms doordrenkt v/d neerslag. Kelders en straten lopen onder.” We werden dit jaar al eerder gewaarschuwd bij de presentatie van de Dichter des Achterhoeks bij Luther te Doetinchem, toen de stemming ook al meteorlogisch beïnvloed werd met weergedichten en trots liet de dichter mij een maand later bij aanvang van ‘nDrom de dummy van de nieuwe bundel zien. In ‘de’ bos liet hij het ook weer stormen. Allemaal vooraankondigingen van ‘Hoe een storm onstaat’. Pim te Bokkels derde dichtbundel. Het belooft bol te staan van verlangen. Personages dreigen zichzelf te verliezen. Een bundel over de storm in onszelf.
In een preview deze week zijn het weer de dingen die ons omringen die begeesterd zijn. Pim laat de roltrap vanuit zijn perspectief dienstig verhalen: Roltrap // Dit is hoe het gaat:/Ik draag je/reiziger/tot je daarboven staat/en bied beneden weer mijn treeplank aan//Ik weet hoe je je voelt vandaag:/het regent/dagen lopen over in elkaar/als de reizigers –/stuk voor stuk reizigers/die omhoog blijven gaan/Soms draagt er één een steen/Soms stopt er één/een winegum in zijn mond/en denkt iets minder te bestaan//Je kan me vragen hoe het gaat –/het gaat//het gaat
Weer, hier ook net als bij Gerbrandy de zeezucht in: Strandloopster//De zee te zijn/In deze branding de zee willen zijn//De hardloopster/Ze stempelt sporen in het zand/en weet niets meer dan/dat haar manen de dansende/duinen zijn/Daar verstuift ze//Voor wie het schouwspel/van de stofwolk volgt//Slechts een golf die zich breekt/op de rand van de zee
Vanmiddag begeef ik me in het oog van de storm als de bundel vanaf 14:00 uur gepresenteerd wordt in Boekenstad Bredevoort, Poëziecentrum Nederland op ’t Zand aldaar.