Zacht tikkend de tijd verslaan | Berichten over kunst, cultuur, de Achterhoek, de wereld en Mels eigen activiteiten ...
vrijdag 31 maart 2017
Column | Hans Mellendijk | Spiegel
Kröller Müller | Piet Mondriaan | Strand met drie of vier pieren bij Domburg | 1909
Spiegel | Hans Mellendijk | de Gelderlander 30 maart 2017 | edities Achterhoek
Joseph Beuys zag het IJsselmeer als
het oog van Nederland, als een grote lichtreflecterend spiegel. Door de
inpoldering verdween het beroemde licht en zouden we ons in de jaren vijftig hebben
verblind aldus de Kleefse charamistische kunstenaar. Ik moest eraan denken toen
de eerste aflevering zag van Panorama Pijbes. Een tv-serie op de woensdagavond,
waarin de oud directeur van het Rijksmuseum het Nederlandse landschap
onderzoekt zoals het is geschilderd door de Nederlandse meesters.
Er kwam een enthousiaste Zeeuw
voorbij. Loek Grootjans die uit de doeken deed hoe het Zeeuwse licht bij
Domburg kon ontstaan. Zo schitterend op het doek geschilderd, onder andere door
de jonge Piet Mondriaan. In een installatie bewees hij middels flessen en
schalen dat in september de zoutkristallen het grootst zijn. Dat door de
ligging werveling ontstaan, veroorzaakt door het Nauw van Calais, Noordzee, Ooster-
en Westerschelde. De zoutkristallen lossen daardoor in de lucht op en het zonlicht
vervolmaakt het wonder. Prachtig hoe wetenschap en kunst hier bij elkaar komen.
Ik zag een week eerder een speelser
variant toen ik in Winterswijk, Villa Mondriaan bezocht.
In het kader van honderd jaar de Stijl
is door designstudio Raw Color een interactieve installatie ingericht,
Chromatology genaamd. Sensoren zetten
papierversnipperaars in werking waardoor de bezoeker een kunstwerk laat
ontstaan. De kleurrijke snippers lijken veel op Mondriaans penseelstreken. In
de rollen papier van de installatie komen de kleuren terug die Piet gebruikte
om Winterswijk te schilderen. Een expositie het omfietsen waard.
donderdag 30 maart 2017
woensdag 29 maart 2017
Ppgl Nr. 1 | 15e jaargang
Geciteerd worden dat voelt als erbij horen. In de serie Poëziegeografie van redacteur Peter J.R. Vermaat schrijft hij deze keer over Radio Kootwijk. Daarin o.a. de laatste regels van Radio Kootwijk-Hans Mellendijk>. In gezelschap van Cees van der Pluijm, Hanz Mirck, Johanna Geels zien we de geboorte van HiPP.
dinsdag 28 maart 2017
68
Tom America werd 68 en kijkt terug op zijn academietijd. De bron van alles. Op Facebook schrijft hij:
"IEMAND MET ZO WEINIG TALENT
morgen wordt ik 68. Door dat getal moet ik toch weer denken aan 1968. In dat jaar verliet ik Limburg om in Tilburg te gaan ‘doorleren’, zoals ze dat hier vaak noemen, en wel aan de tekenacademie. Er was sinds het begin van mijn puberteit een toenemende drang in me opgekomen om bij de wereld van de kunsten te mogen horen. Niet de zaak van mijn vader trok me (nooit voor ook maar een seconde), de wereld van Klee, Picasso, Sartre, The Troggs, Elmore James, daar wilde ik onderdeel van zijn. Op de academie bleek al snel dat ik er qua talent niet echt geweldig voor stond. Hoe vaak heb ik tijdens die opleiding niet gedacht dit leer ik nooit, en zelfs ik kan het gewoon niet. Toch was opgave geen enkele optie. Deze eenmaal ingeslagen weg moest afgelopen worden. Met als routekaart dat vage buik/hoofdgevoel dat het bezig zijn met, willen horen bij de kunsten me gaf. Het nu iets beter kunnen inschatten van de zuiverheid en schoonheid van het werk van Jan Schoonhoven of Jan Hanlo, of het snappen van de prikkelende, opstandige het medium bevragende houding van cineast Jean-Luc Godard, het is allemaal het gevolg van die postpuberale beslissing. Ik heb geleerd/ervaren dat het hebben van een idee dat ergens zomaar in je opduikt iets is om te koesteren, een geschenk, dat gevolgd moet worden door noeste arbeid, nu eenmaal nodig ter verwezenlijking van dat idee en alles wat het met zich mee je wereld in sleurt. Dat is samen met de kennis van kunstgeschiedenis misschien wel een van de belangrijkste dingen die me aangereikt zijn op die schoolse tekenacademie: het ‘gewoon beginnen’ en vooral het ‘meters maken’.
Groot succes heeft me mijn bestaan in de kunsten nooit gebracht maar van binnen voelt dat heel anders. De vele confrontaties die ik gezocht heb, vragen die ik mezelf gesteld heb, mijn worstelingen om toch tot iets te komen, de twijfels, en de oplossingen ze hebben nu een residu achtergelaten dat goed en kloppend en gelukt voelt.
Vijf jaar geleden kwam ik tijdens een academiereünie oud klasgenoot en
academie-school-orkest-mede-muzikant René Ziedses weer eens tegen. Bijna meteen hadden we het over de naamloze gelegenheidsband die opgericht was om op het roemruchte jaarlijkse Lukasfeest te spelen. En al snel ging het vooral over mij. Over hoe slecht ik was volgens René. Hij was daar nu nog verbaasd over. Zijn verhaal raakte een essentie van iets in mij. Mijn struikeltocht op weg naar het kunstenparadijs, vaak een combinatie van onnozelheid en enorme zin om ervoor te gaan, voelde ik er luid en duidelijk in terug. Een week later heb ik hem opgebeld met de vraag of hij alles nog eens voor mijn microfoon wilde vertelen. Want dit moest ik op muziek zetten, een soort zelfportret geschilderd door een ander maar toch zeker ook geautoriseerd door mijzelf. Er werd iets in geraakt van datgene dat me zo gretig stuurde richting de kunsten. Tot op de dag van vandaag is dat een beslissing geweest die me al met al een sterk, hoe zal ik het noemen, levensgevoel (?) opgeleverd heet. Een worteling die me blijkt te passen. En die ik al terugkijkend zeer gewenst heb. Als ik me toen had kunnen zien zoals ik nu hier zit achter m’n laptop, zou ik mezelf waarschijnlijk behoorlijk, daar komt ’t woord, ‘geslaagd’ gevonden hebben. Dat noemen ze tegenwoordig geloof ik ‘cool’."
morgen wordt ik 68. Door dat getal moet ik toch weer denken aan 1968. In dat jaar verliet ik Limburg om in Tilburg te gaan ‘doorleren’, zoals ze dat hier vaak noemen, en wel aan de tekenacademie. Er was sinds het begin van mijn puberteit een toenemende drang in me opgekomen om bij de wereld van de kunsten te mogen horen. Niet de zaak van mijn vader trok me (nooit voor ook maar een seconde), de wereld van Klee, Picasso, Sartre, The Troggs, Elmore James, daar wilde ik onderdeel van zijn. Op de academie bleek al snel dat ik er qua talent niet echt geweldig voor stond. Hoe vaak heb ik tijdens die opleiding niet gedacht dit leer ik nooit, en zelfs ik kan het gewoon niet. Toch was opgave geen enkele optie. Deze eenmaal ingeslagen weg moest afgelopen worden. Met als routekaart dat vage buik/hoofdgevoel dat het bezig zijn met, willen horen bij de kunsten me gaf. Het nu iets beter kunnen inschatten van de zuiverheid en schoonheid van het werk van Jan Schoonhoven of Jan Hanlo, of het snappen van de prikkelende, opstandige het medium bevragende houding van cineast Jean-Luc Godard, het is allemaal het gevolg van die postpuberale beslissing. Ik heb geleerd/ervaren dat het hebben van een idee dat ergens zomaar in je opduikt iets is om te koesteren, een geschenk, dat gevolgd moet worden door noeste arbeid, nu eenmaal nodig ter verwezenlijking van dat idee en alles wat het met zich mee je wereld in sleurt. Dat is samen met de kennis van kunstgeschiedenis misschien wel een van de belangrijkste dingen die me aangereikt zijn op die schoolse tekenacademie: het ‘gewoon beginnen’ en vooral het ‘meters maken’.
Groot succes heeft me mijn bestaan in de kunsten nooit gebracht maar van binnen voelt dat heel anders. De vele confrontaties die ik gezocht heb, vragen die ik mezelf gesteld heb, mijn worstelingen om toch tot iets te komen, de twijfels, en de oplossingen ze hebben nu een residu achtergelaten dat goed en kloppend en gelukt voelt.
Vijf jaar geleden kwam ik tijdens een academiereünie oud klasgenoot en
academie-school-orkest-mede-muzikant René Ziedses weer eens tegen. Bijna meteen hadden we het over de naamloze gelegenheidsband die opgericht was om op het roemruchte jaarlijkse Lukasfeest te spelen. En al snel ging het vooral over mij. Over hoe slecht ik was volgens René. Hij was daar nu nog verbaasd over. Zijn verhaal raakte een essentie van iets in mij. Mijn struikeltocht op weg naar het kunstenparadijs, vaak een combinatie van onnozelheid en enorme zin om ervoor te gaan, voelde ik er luid en duidelijk in terug. Een week later heb ik hem opgebeld met de vraag of hij alles nog eens voor mijn microfoon wilde vertelen. Want dit moest ik op muziek zetten, een soort zelfportret geschilderd door een ander maar toch zeker ook geautoriseerd door mijzelf. Er werd iets in geraakt van datgene dat me zo gretig stuurde richting de kunsten. Tot op de dag van vandaag is dat een beslissing geweest die me al met al een sterk, hoe zal ik het noemen, levensgevoel (?) opgeleverd heet. Een worteling die me blijkt te passen. En die ik al terugkijkend zeer gewenst heb. Als ik me toen had kunnen zien zoals ik nu hier zit achter m’n laptop, zou ik mezelf waarschijnlijk behoorlijk, daar komt ’t woord, ‘geslaagd’ gevonden hebben. Dat noemen ze tegenwoordig geloof ik ‘cool’."
Heel herkenbaar verhaal.
maandag 27 maart 2017
Ondertussen in Aalten
Morgenavond in Oerkroeg Schiller te Aalten: Achterhoeks Kunstcafé
o.a. Hans Mellendijk en Bert Scheuter in gesprek met Jonah Falke, in het kader van de
2e Aaltense avond van de Boekenweek
zondag 26 maart 2017
Zondagmorgenclip | Le Sacre du Printemps | Stravinsky | Jaap van Zweden
Het Radiofilharmonisch Orkest | Concertgebouw | 2010
zaterdag 25 maart 2017
Ondertussen in Poëziecentrum Nederland
Vanmiddag werd de nieuwe Poëziepuntgl gepresenteerd. Nr. 1 van de 15e jaargang. Met werk van de Omsmeders Hans Mellendijk, Louis Radstaak en André van Sabben.
FB Ppgl>
vrijdag 24 maart 2017
Ondertussen in Mechelen
Vorige week even bij Frans Oosterhof op bezoek geweest. Hij wist me te melden dat Het Schilderij te zien is op een tentoonstelling in Mechelen. Ook de bladen van De Enschede School met o.a. het artikel De Verwondering, een ansichtkaartenwisseling, dat ik samen met hem componeerde. Eén van de 500 exemplaren van Het Schilderij hangt bij mij thuis mooi te zijn.
donderdag 23 maart 2017
woensdag 22 maart 2017
Ondertussen in Ulft
De Expositiewerkgroep van Kunstenaarscollectief BREEKijzer presenteert in
de Giethal van ICER innovatiecentrum op het DRU-Industriepark te Ulft:
Licht, een herinnering
Dinie Wikkerink - fotografie
Waar:
In de ‘Giethal’ van ICER
Innovatiecentrum, Hutteweg 32, Ulft, +31 (0) 315-820 280.
Wanneer:
op de reguliere openingstijden van woensdag 22 maart t/m zondag 7 mei 2017;
dinsdag t/m vrijdag 10:00-17:00 uur | zaterdag en zondag 13:00-17:00 uur.
Entree:
gratis als alleen de expositie van BREEKijzer
bezocht wordt: aanmelden bij de balie.
Licht is het belangrijkste thema in het werk van
Dinie Wikkerink.
Het merendeel van haar foto’s zijn in de huiselijke
omgeving gemaakt.
Sinds 1993 werkt ze aan dit thema en ziet ze het
als een uitdaging om binnen de beperking van de huiselijk omgeving haar werk
verder te ontwikkelen. De omgeving verandert niet maar wel de manier waarop ze
ernaar kijkt.
Dinie Wikkerink arrangeert niet, zij doet verslag
van wat zij ziet. Ze probeert bijzondere lichtmomenten te vangen. Het licht dat de ruimte anders doet beleven
of de aanwezige objecten een nieuwe beeldende betekenis geeft. Het goede moment
is belangrijk, een paar seconden eerder of later zou het anders zijn. Het
is een zoeken naar het minimale dat toch nog zeggingskracht bezit, licht dat er
is bij gratie van de duisternis en op bijna abstracte wijze uitdrukking geeft
aan begrippen als stilte, eenvoud en intimiteit.
Er
spreekt een verlangen uit naar vroeger, naar het licht van de kinderjaren: ‘Licht een herinnering’
De
foto’s zijn afgedrukt op zeer fijn Hahnemühle fine-art papier en ter
bescherming voorzien van een vernislaag. De expo in de Giethal is verdeeld in
zes groepjes met allemaal hun eigen sfeer, die voor deze gelegenheid de titels
morgen, middag, avond, nacht, zomer en
winter hebben gekregen.
Informatie
over de expositiegroep van BREEKijzer: Hans Sennema: (06) 10 10
31 03 info@sennemakunst.nl
Het
idee voor de oprichting van een beleef- en kennisplek als ICER is ontstaan
vanuit de provinciale en lokale overheid, industriële bedrijven,
onderwijsinstellingen, kunstenaarscollectief BREEKijzer en het Nederlands
IJzermuseum samen. ICER verwijst dan ook naar de
vier belangrijke partijen die ICER hebben samengebracht; industrie, cultuur,
educatie, recreatie. Tegelijkertijd verwijst ICER ook naar 'iezer', dat ijzer
betekent in de streektaal van de Achterhoek. ICER is ook uit te spreken voor de
internationale gasten.
dinsdag 21 maart 2017
Ondertussen bij ICER
Vanmorgen met leden van de Expogroep de Tentoonstelling 'LICHT een herinnering' van Dinie Wikkerink ingericht. Een schitterende tentoonstelling waar het licht schildert.
Hier meer>
Onderwijl in Zutphen
|
maandag 20 maart 2017
Ondertussen in Ulft
De Expositiewerkgroep van Kunstenaarscollectief BREEKijzer presenteert in
de Giethal van ICER innovatiecentrum op het DRU-Industriepark te Ulft:
Licht, een herinnering
Dinie Wikkerink - fotografie
Waar:
In de ‘Giethal’ van ICER
Innovatiecentrum, Hutteweg 32, Ulft, +31 (0) 315-820 280.
Wanneer:
op de reguliere openingstijden van woensdag 22 maart t/m zondag 7 mei 2017;
dinsdag t/m vrijdag 10:00-17:00 uur | zaterdag en zondag 13:00-17:00 uur.
Entree:
gratis als alleen de expositie van BREEKijzer
bezocht wordt: aanmelden bij de balie.
Licht is het belangrijkste thema in het werk van
Dinie Wikkerink.
Het merendeel van haar foto’s zijn in de huiselijke
omgeving gemaakt.
Sinds 1993 werkt ze aan dit thema en ziet ze het
als een uitdaging om binnen de beperking van de huiselijk omgeving haar werk
verder te ontwikkelen. De omgeving verandert niet maar wel de manier waarop ze
ernaar kijkt.
Dinie Wikkerink arrangeert niet, zij doet verslag
van wat zij ziet. Ze probeert bijzondere lichtmomenten te vangen. Het licht dat de ruimte anders doet beleven
of de aanwezige objecten een nieuwe beeldende betekenis geeft. Het goede moment
is belangrijk, een paar seconden eerder of later zou het anders zijn. Het
is een zoeken naar het minimale dat toch nog zeggingskracht bezit, licht dat er
is bij gratie van de duisternis en op bijna abstracte wijze uitdrukking geeft
aan begrippen als stilte, eenvoud en intimiteit.
Er
spreekt een verlangen uit naar vroeger, naar het licht van de kinderjaren: ‘Licht een herinnering’
De
foto’s zijn afgedrukt op zeer fijn Hahnemühle fine-art papier en ter
bescherming voorzien van een vernislaag. De expo in de Giethal is verdeeld in
zes groepjes met allemaal hun eigen sfeer, die voor deze gelegenheid de titels
morgen, middag, avond, nacht, zomer en
winter hebben gekregen.
Informatie
over de expositiegroep van BREEKijzer: Hans Sennema: (06) 10 10
31 03 info@sennemakunst.nl
Het
idee voor de oprichting van een beleef- en kennisplek als ICER is ontstaan
vanuit de provinciale en lokale overheid, industriële bedrijven,
onderwijsinstellingen, kunstenaarscollectief BREEKijzer en het Nederlands
IJzermuseum samen. ICER verwijst dan ook naar de
vier belangrijke partijen die ICER hebben samengebracht; industrie, cultuur,
educatie, recreatie. Tegelijkertijd verwijst ICER ook naar 'iezer', dat ijzer
betekent in de streektaal van de Achterhoek. ICER is ook uit te spreken voor de
internationale gasten.
Abonneren op:
Posts (Atom)