Zacht tikkend de tijd verslaan | Berichten over kunst, cultuur, de Achterhoek, de wereld en Mels eigen activiteiten ...
dinsdag 31 juli 2012
Goed bewaakt | Het zoete thuis
Beer (mijn knuffel door mijn moeder ooit in een Welfare-roes gemaakt) en Tijger (A.'s
laatste knuffel) hebben het huis goed bewaakt! Gisteren veilig thuis gekomen. Binnenkort meer!
maandag 30 juli 2012
zondag 29 juli 2012
zaterdag 28 juli 2012
Uit de oude doos | Dichter
Dichter
Gerrit
Komrij loofde begin jaren zeventig vorige eeuw in een interview de dichter
Staring vanwege zijn moderne methodes en technieken. “Dat hij daarbij
Gelderlander is, is puur toeval. Nu achteraf blijkt dat ik zelf zulke ‘goede
gedichten’ schrijf, is het helemaal niet verwonderlijk dat Staring en ik
allebei uit Gelderland komen, maar nogmaals, dat is redenering achteraf.”
voegde hij er niet van ironie gespeend aan toe. Je kunt inderdaad redetwisten
of je kunt spreken van Gelderse dichtkunst. Maar een feit is dat er sinds
september 2003 een driemaandelijks tijdschrift over Gelderse dichtkunst existeert.
Het kwartaalblad poëziepuntgl presenteert Gelderse
dichters, gevestigde en aanstormende talenten. En er wordt wat afgedicht in
Gelderland! Meer dan honderdvijftien dichters publiceerden tot nu toe één of
meerdere gedichten. Zowel gevestigde namen als aanstormende talenten en alles
wat zich daartussen beweegt. Elk kwartaal duiken nieuwe dichters op. ‘De
inktvlek breidt zich over Gelderland uit.’, constateerde de hoofdredacteur
tevreden bij het verschijnen van het zesde nummer eind vorig jaar. Inmiddels
drie nummers verder lijkt de vlek niet te stelpen door welk vloeipapier dan ook.
Wat ook gezegd kan worden is dat het tijdschrift zich onderscheidt van de Nederlandse
zeg maar Hollandse poëziebladen door zijn geheel eigen Gelderse klank. Er is
ruime aandacht voor dialectdichtkunst. De in Algemeen Beschaafd Nederlands
dichtende poëten staan broederlijk naast de Nedersaksische en Nederfrankische
dichters. De periodiek wordt gelardeerd met zeer leesbare rubrieken over de
dichtkunst. Mijn afwijking, het in een atlas noteren van literaire fragmenten
en locaties, liet op een onbewaakt moment mijn ogen op de achterzijde van het
orgaan steken bij het onderwerp ‘Poëzie en omgeving.’ De rubriek beschrijft
bekende maar vooral minder bekende poëtische plekken in Gelderland die als
inspiratie dienden voor een gedicht. Sindsdien lees ik het blad. In elk nummer
ook een interview over die poëzie en over mensen die daar op een bijzondere
manier een band mee hebben. Bennie Jolink herhaalt er z’n, van zijn
theaterprogramma bekende, stellingname over poëzie. Geheel volgens de wet van
Willem Wilmink, dat je een songtekst nooit mag oplezen als gedicht staat hij op
en declameert cabaretesk, met een serieus gezicht en weidse gebaren: ‘Mama,
waor is mien pils?’ Maar eindigt nu genuanceerder en weet nu toch een song van zichzelf
tot vers te bombarderen.
“ies kan liehn//op een kolde
winteraovond, as ’t vries as ’t bast/op de vievers en de bekken glimt ’t ies as
glas/op de bulten van de Hummelse hei ligt een dik pak snee/op de losse plekken
in het bos loopt sporen van een ree//d’n onbewolkten winterloch, die lik meer
peers dan blauw/a-j buuten iets te doene hebt, dan doe je ’t bliksemgauw/de
kniens en de fazanten die scharrelt deur ’t kruppelholt/de streupers die blieft
binnen, ’t is eur völs te kold//ies kan liehn, ies kan liehn/margen gaot wi’j
schaatsen riehn/ies kan liehn, ies kan liehn/ik heb der lange naor
uutgezien//’t holt dat knetterd in de kachel, ’t is der lekker heit/nao de
koffie kump de foezel, i’j krupt dichter bi’j ow meid/en as der goed gezoppen
wurt, de verhalen die gaot in het rond/bi’j ’t fornuus, bunt ’t helden, allenig
met den mond”
Ik
herken hergebruik van ’n Huulenden waakhond’ het prachtig geschetste
winterlandschap op de tweede lp. Breugheliaans van schoonheid. Waarbij Normaal
wonderwel aansloot bij de traditie van meester Heuvel en co.
Vorige
week vrijdag gleed het septembernummer van Poëziepuntgl in mijn brievenbus. Vol spanning bekijk ik het
achterplat. Toch nog verrast zie ik mijn naam daar staan. Het dichtersdeel in
mij debuteert erin met een drietal gedichten. Ik was gewaarschuwd, u nu ook! Tevreden
bekijk ik resultaat. Niet gek. De volgende dag op het Doetinchemse Simonsplein
lees ik in een ootmoedige bui ‘De
dichter’ ernog eens op na. Het gedicht dat Komrij in al zijn bescheidenheid tot
en met de twaalfde druk, als enige gedicht van hemzelf, opnam in zijn
spraakmakende bloemlezing der Nederlandse poëzie. De dichter// Toen het
letterkundig tijdschrift/Hem een briefje toe deed komen,/Waarin stond:
‘Mijnheer, uw verzen/Waren lang niet slecht, we zullen/Er eerdaags een paar van
plaatsen,’/Zwol zijn borst tot slagschiphoogte./Heel zijn leven werd nu
anders./Hij ging doen alsof hij grote/Mensen hoogstpersoonlijk kende./Hij zei
stad wanneer jij blad zei./Hij zei held wanneer jij speld zei./Hij zei ach
waneer jij dag zei./En daarvan wilde hij
leven! Tja, hij wel.
vrijdag 27 juli 2012
donderdag 26 juli 2012
woensdag 25 juli 2012
dinsdag 24 juli 2012
maandag 23 juli 2012
zondag 22 juli 2012
zaterdag 21 juli 2012
QR-code-zomerQoRts
QR-code-zomerQoRts
In Winterswijk zag ik voor het eerst de praktische toepassing. Cultuurhistorische
objecten zijn er voorzien van een klein bordje met een QR-code. QR-codes; bijna iedereen heeft ze vast
wel eens gezien: zwartwitte blokjes in een onregelmatig patroon die met elkaar
een vierkant vormen. Feitelijk tweedimensionale streepjescodes. QR staat voor
Quick Response; snelle reactie. Zo kon ik door
de lens van mijn slimme telefoon erop te richten extra informatie ophalen die
me meer vertelde, het linkte naar video’s waarmee de
gebouwen en de geschiedenis tot leven kwamen. De opkomst van de smartphone, een
mobiele telefoon met computermogelijkheden heeft de QR-code een grote vlucht
gegeven. Het is een middel geworden waarmee informatie kan worden toegevoegd. Bijvoorbeeld
in de supermarkt extra info over de voedingswaren die je wilt kopen. Als je
erop let kom je ze overal in allerlei formaten en kleuren tegen. Een flyer met
steekwoorden over activiteiten in de Cultuurzomer Achterhoek; een lachend
bloemenmeisje en verder alleen maar een QR-code. Via het magische vierkant komt
de smartphone terecht op de website waar alle informatie te vinden is. Een
handige schakel tussen papieren oude meuk en de nieuwe digitale media. Voortekenen dat dit de zomer van de QR-code gaat
worden?
Het omen werd bevestigd in de Drulftse SSP-hal bij Huntenkunst toen ik daar
zogenaamde QR-Code-Artworks zag. De Duitser Martin R. Becker deed me in eerste
instantie glimlachen; ik zag met wit canvas bespannen spieramen met daarop de
zwartwit QR-patronen. Dichterbij gekomen bleken de kunstwerken helaas niet echt
geschilderd. Bedrog. Fabrieksmatig geprinte ‘Artworks’ zoals je dat tegenwoordig
ook wel bij de vakfotograaf met je foto’s kunt laten doen. “‘t Lik jao net een
schilderij!” Feitelijk zagen mijn ogen moderne kitsch. Toch maar even de
smartphone gepakt, deze zag toen ik het cameraoog op de QR-code’s van de
‘kunstwerken’ hield www-adressen van bekende musea. De grap zat hem hierin dat
de codes je verwezen naar wereldberoemde kunstwerken, variaties op Da Vinci’s
Laatste avondmaal. Zag ik hier Andersens sprookje ‘De nieuwe kleren van de
Keizer’ opnieuw verteld?
Naar ik werkelijk hoop zal Louis het begrijpen. Van Gaal laat in
augustus een verbod uitgaan op tatoeages. Slechts een QR-code op
postzegelformaat op de rechterschouder wordt bij de voetbalspeler toegestaan.
Met de smartphone kan de toeschouwer, als het wil, een virtuele tatouage op het
scherm tevoorschijn toveren. Ik voorspel, dat gaat een rust op het veld geven.
We worden er wereldkampioen mee.
Iets voor de beeldende kunst in de openbare ruimte? Niet die deze zomer
bij het Doetinchemse Ruimzicht park staat. Een mooi overzicht dat aanraakbaar
mooi staat te zijn. De schatkist aan de boom geketend geeft zijn geheim
nog ouderwets prijs door het intikken van een url. Bedacht voordat de grote
ZomerQoRts een aanvang nam.
Hans Mellendijk, editie Achterhoek, de Gelderlander van vandaag
Uit de oude doos | Getetter voor de muziek uit
Getetter voor de muziek uit
Een
week voordat BOEM PAUKESLAG alles bij mijn letterendealer plat legt ten faveure
van de andere muzikale boeken tettert “Komrij's Kakafonie -oftewel-
Encyclopedie van de stront” nadrukkelijk om mijn aandacht. ‘Een machtig drukwerk’
zoals het in een advertentie werd aangekondigd. Het grote grijnzen was bij het
lezen van deze aanbeveling reeds begonnen. Eenmaal bij mijn boekhandelaar doe
ik het in mijn broek van het lachen als ik het drekboek in levende lijve zie
liggen. Niet het naslagwerk gekaft in een onbestemd bruine omslag, een nep stofstructuren
ondergrond met roodpaarse nagloed. Glasvliesbehang. Niet de hoofdtitel in
glanzend sanitair wit, de ondertitel en merknaam in lichtbruine melkchocolade
kleur gedrukt. Niet de houten wc-bril, met een heus gat uitgestanst, met
daarachter de diepte scheppende omgevouwen flap. Niet het kijkje langs de
schone schotel, de peilloze afgrond in. Niet de vlakspoeler met glanzend
plateautje -m’n lief zou trots zijn als ik hem zo zou achterlaten. Maar het
welbekende “De Bezige Bij”- logo, het gestileerde bijtje, op de plek waar bij
sommige wc-potten een nepstrontvlieg siert, om de naast de pot piesdwang bij
heren te beteugelen, is het, dat mijn kringspier doet trillen. Als sublimatie
van de lachspier? En waarom eigenlijk lachen? Een uiting van verlegenheid om
het aangebodene? De schaamte nog steeds niet voorbij? In ieder geval wekt het
mijn kooplust op nog voordat ik recht heb op het boekenweekgeschenk.
Kakafonie.
Het hoort wat mij betreft nu al tot de best vormgegeven boeken van dit jaar.
Die veer mag Piet Schreuders alvast in zijn kont steken. Het binnenwerk is al
even mooi opgemaakt, alsof het een
kookboek betrof. Wat het feitelijk ook is maar dan een omgekeerd. Zoals de
schepper van al dit moois, Gerrit Komrij, op de achterflap zo treffend
omschrijft. ‘Het maakt onafscheidelijk deel uit van een tweedelig gastronomisch
hoofdwerk. Het toont het ware gezicht van de mens.’
Is
er dan niets mis aan het boek? Tja,
wat extra onbeschreven vellen papier om zelf te bevuilen. Bijvoorbeeld met al
het geurige dat bij Normaal is afgescheden over dit
tot nu toe onontgonnen gebied in de Nederlandse cultuur.
Ik
weet niet of het te maken heeft met het feit dat de heren van Normaal net als
Gerrit Komrij de jeugd doorbrachten op het Achterhoekse platteland, in een tijd
toen de reuk van mest en gier, van stront en pies de gewoonste zaak van de
wereld was. Maar zeker is dat ook zij, de nachtspiegelende tegenpolen van
Komrij, de nodige drekverzen bij elkaar hebben geschreven. Dun op d’n mest, Ik
mos pissen, om maar een paar voorbeelden te noemen, maar bovenal, Drieteri-je
Blues. ‘Ik zat laatst te schijten op de plee / En ik persen as een idioot /
Maor ’t duren wel een uur of twee / Eindelijk kwam d’r een grote köttel stront / En die stonk
zo afschuwelijk / Ik sodemieterde bi-jnao, bi-jnao op de grond / Yeah, yeah,
da’s pas, da’s pas blues.’ Allemaal niet te vinden. Wel een Amerikaans
equivalent. Constipation Blues. Een tot gisteren voor mij onbekend nummer van
eveneens onbekende artiest. Screamin’ Jay Hawkins. Live bracht hij in 1969 de blues
ten gehore. ‘UMM-UMMMH, aeoh / UMM-UOOMH / OOH! / OH! / UH-UH / Aaah / UOH, aah
/ Let it go! Let it go! Let it go! /I don't believe I can
take much more (...) SPLASH!!!
SPSHHH .... / Feel, ah, I feel alright / Yeah, I feel alright / SPLASH!!! Shpsh
... / Yeah / I feel alright / SPLASH! / Flush // Phew / Phew / Phew... / Feel alright’
Of
Jolink en consorten het ooit al eens gehoord hadden toen zij met hun
verstoppingsklaagzang op Lochem Popmeeting 1975 hun duizelingwekkende loopbaan in
de amusementsindustrie startten. Ik denk het niet. Pas in 1983 volgde van Constipation Blues een uitgebreidere
studioversie op de plaat. Gisteren via een mp3-jacht op het wereld wijde web
kreeg ik het nummer te pakken. U
heeft vast wel een donkerbruin vermoeden hoe de altsax intro in dit nummer door
de nakende lentenacht klonk.
Hans Mellendijk | de Gelderlander | 25 maart 2006
vrijdag 20 juli 2012
donderdag 19 juli 2012
woensdag 18 juli 2012
dinsdag 17 juli 2012
maandag 16 juli 2012
Ondertussen in Dinxperlo | Donald Duck in Gelderland
Donald Duck (Al 60 jaar een vrolijk weekblad) Nr. 29-2012 is deze week in Gelderland, wandelaars van de Nijmeegse eendaagse raken verdwaald. Bewaarnummer!
In Memoriam Rutger Kopland 1934 - 2012
WEGGAAN//
Weggaan is iets anders/
dan het huis uitsluipen/
zacht de deur uittrekken/
achter je bestaan en niet/
terugkeren. Je blijft/
Iemand op wie wordt gewacht.//
Weggaan kan je beschrijven als/
Een soort van blijven. Niemand/
wacht want je bent er nog./
Niemand neemt afscheid/
Want je gaat niet weg.//
Rutger Kopland/
Het orgeltje van yesterday, 2000
Denktanks | Containerbegrip
De onverbetelijke Wim Moorman die als geen ander de kleine en grote veranderingen op Nederlands platteland signaleert in zijn wekelijkse weblog HORST-SWEET-HORST heeft een nieuwe categorie Denktanks ontdekt. Achteraf had ik ze ook wel steeds meer zien opduiken. De afgedankte (vracht-)containers die door de landbouwer of veeboer voor agrarische doeleinden een tweede leven kreeg aangemeten als opslagruimte, schuilhut of scheidingswand. Maar Wim geeft ze alvast een plaats in ons collectief geheugen.
Hier> een aantal beschouwingen over het fenomeen.
Hier> een aantal beschouwingen over het fenomeen.
zondag 15 juli 2012
'nDrom Dertien | Firma Weijland
Firma Weijland overhandigt eerste exemplaar HET SCHORT VAN DE SLAGER DRAAGT BLOEMEN aan de Stichting Eeuwig Erbarmen.
zaterdag 14 juli 2012
'nDrom Dertien | Groepsfoto
© Foto: Jan Duitshof
Uit de oude doos | Niks is wat het lijkt, alles onecht
Niks is wat het lijkt, alles onecht
Uit de
verhuisdoos komt een roestig ogend blik tevoorschijn. “Goh, lekt het dak van de
schuur ?”. M’n lief kijkt me ontzet aan. Ze trapt erin. Het blijkt nep. Een
boek met een op Brasso koperpoets geïnspireerde omslag, roestvlekken incluis.
Een Jiskefet jubileumuitgave. Niks is wat het lijkt, dezer dagen.
Bij het herinrichten zie ik wat slordig een lp-binnenhoes op de
vloer liggen. Ik wil de bijhorende hoes zoeken. Nu ben ik er zelf ingestonken.
Het is de omslag van het boek,
‘Strips in stereo’. De strips
laten zich lezen als een videoclip. Gerrit de Jager één van de samenstellers,
laat de plaatjes en teksten ritmisch over de pagina’s samenvallen. Je hoort als
het ware het nummer ‘Kom van dat dak af’ uit de bladzijden klinken. Een
bijzondere ervaring. Doorzon figureert in
Koelewijns klassieker. Op het eind schuifelt Herman Brood over het
bordes. Partner in crime Jean-Marc van Tol sluit het album af met Dinge-dong
van Teach-in. Suspense op het kerkhof. “De tijd was om”, plotsklaps zwaait er
een zeis door de lucht. Daar tussenin opereert de fine fleur van het Nederlands
stripwezen met twaalf andere versjes. Onder ander Normaals vlam in de pijp ‘D’n Poot op ‘t
Gas’. Achterhoekse truckersromantiek in Vlaams staminee door Henk Kuijpers.
Het boek krijgt een plek naast een andere
bijzonder stripuitgave, die voor de verhuizing in mijn brievenbus lag. Een
altijd weer verrassende editie van ‘De zingende zaag’. Het zeer onregelmatig
verschijnende poëzieperiodiek. Maar altijd weer het wachten waard want altijd
prachtig vormgegeven. Het lijkt wel of het boek het blad heeft geïnspireerd,
want ditmaal verpakt in de vorm van een Kuifjestripboek. ‘De avonturen van
Zaagje’ aflevering ‘Verknipt en Verstript’. Honderdduizend bommen en granaten!
Niks is wat het lijkt. Dichters, striptekenaars en beeldende kunstenaars werden uitgenodigd om de schaar te
zetten in eigen en elkaars werk. Strippen en slopen was het devies. Opmerkelijk
is de verzameling met klanknabootsingen van Joris Driest. Hij somt in zijn
‘Glossolalarium’ categorieën onomatopeeën op die met hun herkomst staan
afgedrukt. Hij verdeelt ze onder in Explosies en schoten, Dieren, Vervoer,
Eten, Mensen, Ongelukjes, Vechten en actie, Muziek en Machines. En wel op zeer
grondige wijze. Bijvoorbeeld onder Explosies en schoten: “taka takataka | pang!
Auw! Tsjak! Tsjok! Klang! “ [Lucky Luke 18] ‘De Schat van de Daltons’, Vicq en
Morris. Pagina 42-43. Of onder Eten: “smek sloksjoep krontskrunsj hhap sjlap”
[Guust Flater 11] ‘Flaters, Floppen en Flouzen’, Franquin. Pagina 13.
De klankwoordbeelden sturen mijn
gedachten naar Gerrit Komrij. Naar het buitengebied van Winterswijk. In ‘Alles
onecht’ een keuze uit de gedichten, verhaalt de dichter over het moment dat hij
doordrongen raakte van zijn dichterschap. ‘De seconde van de Jachthuisweg’:
"Het was op de Jachthuisweg. Daar werd ik, op mijn negentiende, dichter.
In een handomdraai was het gebeurd. Anderen mogen het een goddelijke ingeving
noemen, een moment van waarheid, een mystieke blikseminslag - mij kwam het op
dat moment alleen voor of er een knop werd omgedraaid. Ik kreeg er niets bij,
ik werd er niet rijker of vollediger door - het licht ging aan in een kamer,
meer niet. De kamer zelf was er al. Pàng. Van het ene moment op het andere wist
ik wat poëzie betekende." (…) “ Nog altijd zit er voor mij iets van
dezelfde elektriciteit in de lucht. Zomaar tussen de weilanden, op die doodgewone
weg. Het komt me voor dat de hemel
er ruimer is. Er zit daar een gaatje in het heelal en niemand die het ziet,
behalve ik.” Ik fantaseer een poëtische
installatie voor de plek. Op onverwachtse momenten projecteren laserstralen in
een tijdsspanne van een seconde een tekenfilm op het zwerk. Een pistool gaat
af, een vlaggetje verschijnt met daarop het klankicoon. Pàng. Omringd door uitspattende sterren. Een
monument voor de dichter. Voor de Jachthuisweg. Voor het moment. Of belazer ik
zo de boel en wordt de verbeelding verkracht?vrijdag 13 juli 2012
'nDrom Dertien | Herdenking Gerrit Komrij
Hermi Hartjes :
"Graag even aandacht voor een gebeurtenis van afgelopen week."
Foto's: © Jan Duitshof | 'nDrom Dertien | 07-07-2012
Geboren op de plek waar
de winter van geen wijken weet.
Gestorven in de plaats waar
men de lakens wit maakt met inkt.
Brengen wij een saluut aan de zoon
van onze Achterhoekse 'ploddenwever'.
Aan Gerrit Komrij.
[1 minuut stilte - muziek Last Post]
"Applaus voor GERRIT KOMRIJ."
ONDERTUSSEN OP YOU TUBE
Saluut aan Gerrit Komrij | De zwijgzaamheid
Hermi Hartjes met medewerking vanboer Bennie Amting en Wouter ten Pas.
donderdag 12 juli 2012
Taal&Teken in Oude IJsselstreek
Hé, gelukkig maar; een teken van leven betreffende het muziektheaterproject rondom het gedicht Zienderogen> dat nu in het najaar gepland staat, nadat een poging in het begin van de zomer bij het Oude IJsselstreek Muziekfestival> qua tijdsdruk en niet beschikbaarheid van muzikanten helaas voortijdig strandde. Lees hier meer> of Lees hier oproep in gemeentenieuws OIJ> (11 juli 2012 | pag. 4.)
'nDrom 13/31 | Sirenenlaan
Foto's | © Jan Duitshof
Karin Weijkamp |
Zie de hoogtevrezer op de trapleer staan,
in voorjaarsbest maar wankelbaar gemoed,
Rini Scholten |
teneinde de klimop te lijf te gaan,
een tafereel van angst en leeuwenmoed.
Esther ten Have |
Het rukt met één hand aan 't struweel
de andere omklauwt de trapleerbeugel.
Liesbeth Zegwaard |
Een toneelbeeld op een potsig landjuweel,
in het tableau gezet door meester Bruegel.
Greetje Lammers |
Wij weten hoe beroerd dit kluchtspel afloopt,
men moet geen klimwerk doen in aarzeling.
Marjan Leneman |
Temeer daar men dit comformtabel afkoopt
bij 't genootschap voor klimopbeteugeling.
© Bert Scheuter
© Bert Scheuter
woensdag 11 juli 2012
Abonneren op:
Posts (Atom)