donderdag 24 mei 2018

Achterhoek 350


In het kader van het Sluiter-jaar vroegen we de Dichters van de Dichterskoets om een gedicht dat een relatie heeft met de Achterhoek. De komende zeven weken een gedicht van een der dichters. 

Oer

achter de Oude IJssel
ben ik niet ongekend
in deze aarde ligt mijn navelstreng begraven
hier klinken nog de namen van mijn vaderen
waor bun i-j d’r ene van
o van Arend van Klaas-Hendrik van Gait-Jan
de grond draagt nog de sporen van hun handen
-oer en zand en klei- rouwranden
ze werkten bij de IJzergieterij, Coöperatie, Aviko
ze hadden koeien in de wei  bij Zelhem en in Hummelo
een varken op de leer
en vóór de eerpels het gebed achter de pet
eerbiedig zingend spreken: de Heer is mijn herder
mij zal niets ontbreken
ik hoor hun stemmen ruisen door mijn bloed
zo prenten ze me in:
Alles kump goed

                               
                                Helma Snelooper

  


1 opmerking:

  1. Als liefhebber van Sluiters werk en de Achterhoek heeft het openingsgedicht van Helma Snelooper mij geraakt. Zij citeert hierin bijbelwoorden waaraan ook Willem Sluiter prachtige regels ontleende. Zie mijn poëziefilmpje uit 2012: https://www.youtube.com/watch?v=mwkmnGcPAQc

    BeantwoordenVerwijderen