Sinds gisteren nu om de veertien dagen een column in de vernieuwde de Gelderlander.
Tiepkes | Hans Mellendijk | dG 28 mei 2015
Ik hoor een geluid dat
ik anders nooit hoor als ik me in dauwtrapmodus verplaats. Niet het samenspel
tussen trappedaal en de banden vol lucht over het harde zand van de Sinderense
kerkepaden, maar een ander ritme. Een zacht prrrrrr. Ik kijk opzij en zie dat
het mijn lief moet zijn die haar trapondersteuning heeft ingezet. Dat wordt
aanpoten vandaag. Het valt mee al snel zoefen we een snelheid naar ons beider welgevallen
bij elkaar. In een harmonie waar heel het al samenvalt; de berm met het
fluitekruid in maagdelijk wit afgewisseld met de gelpe brem in brutaal ornaat,
de stralende zon, een bries geurig beladen.
Bij het bordje Voorst de
aanvang van de Achterhoek, en na het passeren van een vervallen kippenhok en
een grote nieuwe ligboxstal blijven mijn gedachten bij het woord ‘tiepkes’
steken. Onlangs op de verjaardag van mijn schoonmoeder hadden we het er ook nog
over gehad. Hoe de kartonnen dozen, in de lente afgeleverd werden. Uit de ronde
gaten opzij het geluid waarnaar de oorsprong van het woord met gemak is terug
te herleiden. Tjiep, tjiep, tjiep klinkt het klanknabootsend in mijn hoofd.
Tiepkes, een onamatopee van jewelste. Als kind geen mooiere beleving als de
deksel eraf ging en de lichtgele donzen bolletjes zichtbaar werden. En we de
kuikentjes voorzichtig eruit mochten tillen en ze onder de kunstmoeder mochten
zetten. Een lichtbak met rode lampen. Veel voer en water elke dag deed de rest.
Eenmaal vetgemest werden de haantjes opgehaald.
De voorloper van de
bio-industrie, want schoonmama wist te melden dat bijna iedereen dit als
bijverdienste erbij deed. Weg is mijn idylische jeugdherinnering. Als we even
later met vele anderen koffiedrinken op het terras bij van Hal en het menu
bestuderen, snap ik de de associatie maar al te goed. Het haantje is er nog
steeds. Als geen ander horecaffer op de kaart gezet. Sommige dingen veranderen
nooit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten