Uitzicht
M’n lief en ik hebben net de
Belvedère, de uitzichttoren in het Arnhemse Sonsbeek, beklommen en
genieten van de weidse blik. In de verte herkennen we aan de Martinitoren,
Doesburg. Rechts aan de einder ligt Montferland. Ergens daartussen traceren we
ons geboortedorp. Dan draai ik me om en kijk richting centrum
stad. Vanmorgen hadden we hetzelfde uitzicht in maquettevorm in een
grafkelder van de Eusebiuskerk, de binnenstad uitgevoerd in kaarsenvet. De
gebouwen als brandende kaarsjes. Een offerbeeld voor een stad die de
oorlog maar niet kan vergeten. Een devoot hoogtepunt van Locus Focus. Ik bezoek het kunstspektakel voor de
tweede keer.
Opnieuw m’n plaats bepalen ... De zwarte
spelden in het park die met hun reusachtige knoppen tegen de ranke
naar de hemel groeiende bomen leken te rusten, blijken -nu ik beter
kijk- met ijzerdraadjes aan de stammen bevestigd. Tweederangs
etaleurswerk. Het kan verkeren. Teleurgesteld vervolgen we de
beeldenroute in het magnifieke park op deze miezerige middag. Aan het eind
van de wandeling bekijk ik opnieuw het kunstobject dat vanwege
vandalenstreken werd aangepast. Het is geen
verbetering. Oorspronkelijk een uiterst onschuldig werkstuk. Een
ijscowagen met een aan- en uit knipperende afwisselend neon boodschap:
Ice-Cream/Nice Dream. Een kinderlijke treurmars weerklonk uit het bestelbusje
dat op het water leek te drijven. Uitgegleden op het ijs. Het werd om
onbegrijpelijke redenen regelmatig mikpunt van vernielzucht. Door de
kunstenaar is het nu letterlijk veranderd in een doelwit. Het publiek wordt
uitgenodigd het te stenigen. Geef de beesten te eten! Mijn hart versteent
om zoveel onbegrip, van zowel kunstenaar als publiek. Het klopt echter al
weer als ik voorbij de grote waterval twee jongetjes ijs zie verkopen. Ze
hebben een toonbank van zwerfhout getimmerd en daarop het ijsjesembleem dat
de ijscokar sierde, nageschilderd. Prompt komt de zon weer vanachter de
wolken te voorschijn. Ik trakteer onszelf op drie ijsbolletjes. De
opbrengst is voor een milieuvriendelijk project, aldus de vroegwijze
ondernemers. Het groene doel behelst de aanschaf van een radiografisch
bestuurd zweefvliegtuig.
Als we in de namiddag uit de bus van
lijn 20 stappen om terug te reizen naar de Achterhoek zie ik op het, in de
steigers staande, stationsplein een bord dat ogenschijnlijk tot vandalisme
uitnodigt: “Hier wordt vakkundig gesloopt door Van Dalen”.
De werkelijkheid is soms lachwekkender dan een tweederangs cabaretier
kan bedenken. Een maand later op het werk vertel ik in de middagpauze de
anekdote aan een Arnhemse collega. Ze glimlacht. Na vijven rij ik fluitend
onder het ietwat vermoeid groene lover van de Slangenburg naar
mijn woonstee. Eerst toch maar even langs m’n staminee voor een bakkie
leut en het laatste nieuws. De televisie staat aan. Het voetbal is nu toch nog
niet begonnen? De uitbater van ’t Veertje geeft me nauwelijks de kans de
leestafel te bereiken.“Hei’j ’t al geheurd wat d’r is gebeurd?” Ik knik
nietsvermoedend van nee. “D’r bunt leu die bliekbaor ’n ontzettende hekkel
an Amerika hebt. Hoe is’t toch meuglijk?” Dan zie ik de ravage aan.
Traag dringt de catastrofe tot me door. De Twin Towers, ooit genoot ik daar van het uitzicht op de ‘vrije
wereld’ en nu doelwit in een onwerkelijke film. Een slecht James Bond
scenario. Geheimagent 007 zou het op het laatste moment hebben verijdeld. Alle
vergelijkingen lopen mank. Troostend
flitsen de brandende kaarsen in de catacomben van de Eusebiuskerk aan
mijn netvlies voorbij. Ik drink onthutst de koffie op, reken af en snel
naar huis. In ongeloof blijf ik met een wederom versteend hart de hele avond
verbijsterd aan de treurbuis gekluisterd. Langzaam maar zeker vormt zich
het inzicht dat het uitzicht op een verdraagzamere wereld rampzalig is
gesloopt.
| de Gelderlander | editie Achterhoek | 22 september 2001
Opgenomen in Het Daghet tussen de coulissen | Hans Mellendijk | columns | 1996 - 2017 | afdeling Het daghet | bladzijde 119-121 | Te koop bij Uitgeverij Fagus, IJzerlo 2018⇲
Geen opmerkingen:
Een reactie posten