vrijdag 11 november 2016

Column | Hans Mellendijk | Bomen


Bomen | Hans Mellendijk | de Gelderlander | edities Achterhoek | 10 november 2016 

Onder Vorden was ik het liefdespaar al eens tegengekomen. Aan de Larenseweg zag ik de berk en de eik langs elkaar kronkelen. Vorig jaar op landgoed Enghuizen moest ik er weer aan denken toen ik een soortgelijke speling van de natuur zag. Het idee voor een fotoserie was geboren. Het voerde me vorige week naar andere voorbeelden. Een tocht langs de randen van de Achterhoek; Miste, Klein Dochteren en Vorden. Tevens een inspectie van de veranderingen in het Achterhoekse landschap. De stalen bomen in het Oude IJsseldal, de slanke witte palen langs de Europese energieringweg moeten nog wortelen in het collectieve geheugen. Maar ik vind de veronderstelde horizonsvervuiling het eigenlijk wel goed doen. Het is vaak de angst voor het nieuwe landschap. Onder Winterswijk zag ik in het Woold bij de Kreilweg de bekende witbekopte VRIGA-paaltjes van de Vereniging Rijwielpaden in de Gelderse Achterhoek, als getrokken kiezen, langs de kant van de weg liggen. Geslachtofferd aan het landbouwverkeer en ontslagen van hun afbakende taak. Onderweg naar Klein Dochteren zie ik de aanzetten voor de nieuwe Twenteroute. De zondagmiddag erop volgend inspecteren de kunstenaars van de Kunstwandelroute, landgoed Enghuizen om een plek te vinden voor hun kunstwerk dat nu nog in prille conceptuele vorm existeert. Al pratend krijg ik nog een tip voor een stel in de Kruisbergse bossen. Acacia met beuk. Op het landgoed zie ik ook nog een bejaard paar bij het Koetshuis.

In de nazit in de gelagkamer van De Krent onder het genot van overheerlijk Bockbier wordt geboomd over het veranderende landschap naar aanleiding van het grote onderhoud dat plaats vond op het landgoed. Welk landschap wensen we eigenlijk terug? Onze omgeving is altijd aan verandering onderhevig. Eerst de herfst en winter nog dan zal beslist de lente komen.



Koetshuis Landgoed Enghuizen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten