Uitzicht | Hans Mellendijk, Gelders Dagblad, 22 september, 2001
M’n
lief en ik hebben net de Belvedère, de uitzichttoren in het Arnhemse Sonsbeek,
beklommen en genieten van de weidse blik. In de verte herkennen we aan de
Martinitoren, Doesburg. Rechts aan de einder ligt Montferland. Ergens
daartussen traceren we ons geboortedorp. Dan draai ik me om en kijk richting
centrum stad. Vanmorgen zagen we in een grafkelder van de Eusebiuskerk
hetzelfde uitzicht, in maquettevorm. De binnenstad uitgevoerd in kaarsenvet. De
gebouwen als brandende kaarsjes. Een offerbeeld voor een stad die de oorlog
maar niet kan vergeten. Een devoot hoogtepunt van Locus Focus.
Ik bezoek het
kunstspektakel voor de tweede keer. Opnieuw m’n plaats bepalen. De zwarte
spelden in het park die met hun reusachtige knoppen tegen de ranke naar de hemel
groeiende bomen leken te rusten blijken -nu ik beter kijk- met ijzerdraadjes
aan de stammen bevestigd. Tweederangs etaleurswerk. Het kan verkeren.
Teleurgesteld vervolgen we de beeldenroute in het magnifieke park op de
miezerige middag.
Aan
het eind van de wandeling bekijk ik opnieuw het kunstobject dat vanwege
vandalenstreken werd aangepast. Het is geen verbetering. Oorspronkelijk een
uiterst onschuldig werkstuk. Een ijscowagen met een afwisselende aan- en
uitknipperende neon boodschap: Ice-Cream/Nice Dream. Een kinderlijke treurmars
weerklonk uit het bestelbusje dat op het water leek te drijven. Uitgegleden op
het ijs. Het werd om onbegrijpelijke redenen regelmatig mikpunt van
vernielzucht. Het is nu door de kunstenaar letterlijk veranderd in een doelwit.
Het publiek wordt uitgenodigd het te stenigen. Geef de beesten te eten. Mijn
hart versteent om zoveel onbegrip, van zowel kunstenaar als publiek. Het opent
zich weer als ik voorbij de grote waterval twee jongetjes ijs zie verkopen. Ze
hebben een toonbank van zwerfhout getimmerd en daarop het ijsjesembleem dat de
ijscokar sierde, nageschilderd. Prompt komt de zon weer vanachter de wolken
tevoorschijn. Ik trakteer onszelf op drie ijsbolletjes. De opbrengst is voor
een milieuvriendelijk project, aldus de vroegwijze ondernemers. Het groene doel
behelst de aanschaf van een radiografisch bestuurd zweefvliegtuig.
Als
we in de namiddag uit de bus van lijn 20 stappen om terug te reizen naar de
Achterhoek zie ik op het, in de steigers staande, stationsplein een bord dat
ogenschijnlijk tot vandalisme uitnodigt: “Hier wordt vakkundig gesloopt door
Van Dalen”. De werkelijkheid is soms lachwekkender dan een tweederangs
cabaretier kan bedenken.
Een
maand later op het werk vertel ik in de middagpauze de anekdote aan een
Arnhemse collega. Ze glimlacht. Na vijven rij ik fluitend onder het ietwat
vermoeid groene lover van de Slangenburg naar mijn woonstee.
Eerst
toch maar even langs m’n staminee voor een bakkie leut en het laatste nieuws.
De televisie staat aan. Het voetbal is nu toch nog niet begonnen? De uitbater
van ’t Veertje geeft me nauwelijks de kans de leestafel te bereiken. “Hei’j ’t
al geheurd wat d’r is gebeurd?” Ik knik nietsvermoedend van nee. “D’r bunt leu
die bliekbaor ’n ontzettende hekkel an Amerika hebt. Hoe is’t toch meuglijk?”
Dan zie ik de ravage aan. Traag dringt de catastrofe tot me door. De Twin
Towers, ooit genoot ik daar van het uitzicht op de ‘vrije wereld’. Nu doelwit
in een onwerkelijke film. Een slecht James Bond scenario. Geheimagent 007 zou
het op het laatste moment hebben verijdeld. Alle vergelijkingen lopen mank.
Troostend flitsen de brandende kaarsen in de catacomben van de Eusebiuskerk
mijn netvlies voorbij. Ik drink onthutst de koffie op, reken af en snel naar
huis. In ongeloof blijf ik met een wederom versteend hart de hele avond
verbijsterd aan de treurbuis gekluisterd. Langzaam maar zeker vormt zich het
inzicht dat het uitzicht op een verdraagzamere wereld rampzalig is gesloopt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten