Expositie verzamelingen | Oud Postkantoor Doetinchem | plm. 1998/99
Uit de oude doos de column Sneeuwtjes. Wellicht geeft het de lezer enige verkoeling in deze lange hete zomerperiode. Ook te lezen in de vorig jaar bij uitgeverij Fagus⇲ verschenen bundel Het Daghet.
Sneeuwtjes
Mooi van lelijkheid zou ik
haar willen noemen, mijn verzameling sneeuwtjes. Eigenlijk is er geen goed
Nederlands woord voor. In de Kleine encyclopedie van de wansmaak worden
ze sneeuwbollen genoemd. In dat naslagwerk wordt de ontstaansgeschiedenis uit
de doeken gedaan. Ene Herr Koziol kwam in zijn Volkswagen Kever vast te
zitten in de natte sneeuw. Hij keek door de halfronde achterruit van de
auto en werd een sprookjesachtig tafereel gewaar. De sneeuw dwarrelde maar
door, een wolf verschool zich achter een eik, Roodkapje passeerde, engelen
zongen Halleluja. Eenmaal thuis gekomen, na een barre tocht vond hij de Schneekugel uit.
Dit verklaart mijn
afwijking. Het sparen begon midden zeventiger jaren. De oorsprong van deze
gekte ligt echter, net als de uitvinding, in de jaren vijftig. Mijn vader
vervoerde in zijn Kevertje de hele kinderschaar van de
buurt naar de gondelvaart in Keppel. Met z'n elven opéén gepakt in de wagen
(een absoluut wereldrecord), ik knus met mijn tweelingzus in de kattenbak. Daar
zag ik door de achterruit, van verte reeds de feeërieke verlichting van de
varende objecten. Een sprookjesachtig verstilde werkelijkheid als in een
kijkdoos. Mijn eerste aanschaf was in het Weense Prater. Een glazen
bol gevuld met water, kunstsneeuw en het Riesenrad. Daarna
volgde een schudmaria uit Lourdes en weldra toen mijn abnormaliteit bekend
werd, bracht menig kennis een bol voor mij mee. Na een jaar werd de verzameling
te groot. Ik besloot alleen souvenirs te vergaren van
plaatsen waar ik zelf geweest was. Een sentimenteel lullig bewijs,
een afbakening.
Af en toe werd van de
regel afgeweken als vrienden een exotisch exemplaar meenamen. Zij
kregen een plek op de plank: ‘Nog niet geweest, maar wie weet?’
Exemplaren uit Australië en Aruba kijken me, bij het plannen van mijn
zomervakantie, lonkend aan. Zo kreeg een exemplaar uit Las Vegas, met drie
dobbelstenen, eerst een verborgen bestaan. Het verhuisde naar de verzameling
toen ik er eenmaal geld had gewonnen. Een ander afwijkend geval, want feitelijk
geen sneeuwtje, is het stolpje dat ik tijdens dezelfde trip, op
de warmste plek van de wereld, ontdekte. Met daarin een gesmolten sneeuwpop:
vijf eierkolen, een peentje, een zwarte hoed, zweven in het water. The Death Valley Snowman.
Vorig jaar dacht ik een
wonder te aanschouwen. Na de vakantie kregen de nieuwe aanwinsten
een tijdelijk plekje op de vensterbank. Zo ook een souvenir van de
Donauquelle. Er vormde zich een plasje water naast het kleinood en een dag
later stroomde de Donau door mijn woonkamer. Helaas, het wonder bleek een klein
scheurtje. De inhoud van het sneeuwtje wordt meestal vormgegeven in coulissen
perspectief. Het is dan ook opmerkelijk dat in de hele Achterhoek, met z'n
kenmerkende coulissen landschap niet één sneeuwbol te vinden is. Hier ligt een
dankbare taak voor de ‘Stichting Achterhoek Promotie’, het laten maken van een Achterhoekse sneekogel! De bezembinder
Aornt Peppelkamp, met daarachter een peppelenrij, een stukje heide ter grootte
van een krant. Een kamp met een hek en een ijsvogel ervoor. Een kateker springt
van eik tot eik. Da's pas mooi | Gelders Dagblad 6 juli 1996
Meer Sneeuwbollen op ’sMelssleMs’ hier⇲ en daar⇲ en boven⇲
Collega dichter Bert Bevers was zo attent het bericht over de verzameling van (J’aime la vie⇲) Sandra Kim⇲ op te sturen: Showbizz | Sandra Kim verzamelt sneeuwbollen ik ben zo bang dat er eentje gaat breken⇲
Sneeuwbollen @ het wereld wijde web⇲
Snowglobes @ the word wide web⇲
Schudmaria’s @ the world wide web⇲
The original melted snowman snow globe⇲
Geen opmerkingen:
Een reactie posten