Herman, door Hans Mellendijk, vandaag in de Gelderlander edities Achterhoek
Mooie, vormende jaren waren het, denk ik onderweg op de gure
ochtend van Goor naar Usselo.
In Beckum zie ik de honderd zakken mengvoeder die we van
daaruit lieten transporteren naar de hal van de Enschedese Kunstacademie. De
AKI. Alwaar in de hal door toneelvereniging Vlees, Botten & Bloed het
theaterstuk 'En de boer hij ploegde voort' werd opgevoerd. Drie in overal
geklede mannen sjouwden met steekwagens de opgestapelde zakken meel van vijftig
kilo per stuk weg. Onderwijl in Twents en Achterhoeks dialect keuvelend over de
ontwikkelingen in de agrarische sector. De teloorgang van de keuterboer en de
opkomst van de grootschalige siloboeren. Een zwaar stuk, vooral letterlijk dan,
het stuk duurde net zo lang tot dat alle zakken van het toneel waren weg gesjouwd.
Ook lieten we een film zien van een vuur, halverwege de
vertoning vloog het scherm zelf in brand. Voor de kunstmanifestatie Sonsbeek
buiten de perken bedachten we een soortgelijk plan. Een film van de zonsopkomst
die tijdens de opkomst zelf op een blinde muur in het centrum van Enschede zou
worden geprojecteerd. De zonnestralen zouden in werkelijkheid de film opheffen.
Conceptuele kunst.
Maar ook tastbare objecten werden er gemaakt. Furore werd
behaald met de drie koffers,
de ter Beek-Mellendijk draagkateder, -draagprivaat en -draaghaard.
Feitelijk drie zware kisten die in glanzende reclamefolders werden aangeprezen
als: 'Hiermee wandelen is een feest'. De kateder, een koffer die een
spreekgestoelte bleek te zijn. 'Ik herken mezelf niet meer', schreef zogenaamd
een afnemer, binnen drie maanden waren zijn 'kommunikatieproblemen' opgelost. De
draagprivaat kon in enkele handelingen tot poepdoos worden getransformeerd, met
bijbehorend schaamkleed kon men op elk moment op elke plek zijn stoelgang
regelen. De draaghaard bevatte een opklapbare gietijzeren vuurkorf.
We vierden het leven, of zoals het geformuleerd stond in het
eindexamen document, in typisch jaren zeventig proza; 'Hun werk vloeit sterk
voort uit hun maatschappelijke situatie. Zij aanvaarden deze als een realiteit,
zij onderkennen de bekoring ervan en zij laten de in deze maatschappelijke
situatie aanwezige patronen zien.'
Dan het telefoontje. Zijn dochter Ymke aan de lijn, even is
het stil. Dan de ongelooflijke tijding; 'Ik heb slecht nieuws Hans, Herman is vannacht
er tussen uut 'ekneppen'. Onverwachts als een dief in de nacht had magere Hein
toe geslagen. 'D'r wordt weer flink 'ekapt in de bos van mien generatie en één
zal de eerste motten waen', zou hij gezegd hebben.
Nabij de Usseler Es nemen we afscheid. De Es waarnaar we,
voor de vernielende aanslag van Enschedese rondweg, ooit met een groep
AKI-leerlingen een expeditie ondernamen. Land-art van grote klasse. We brachten
toen een ode aan het eeuwen oude landschap door dwars over de landerijen een wandeling te maken in de
vorm van een hart. Hier en nu op het Twentse crematorium dan toch de laatste
klop op het hout van de kist, een traan en fluisterend een kalm an Herman!
Na het lezen van een interview met Normaal's voorman in de Volkskrant van 22-05-15 dook om onverklaarbare reden Herman's naam ineens op in mijn brein. Herman was een oud-collega van mij in de periode dat hij bij Bijzonder Jeugdwerk in Lochem werkte. Ik moet zeggen dat wij tot de groep muiters behoorden binnen de groep rasechte ambtenaren, Binnen de kantoormuren maakten we een roddelkrant met berichten die waar en niet waar zouden kunnen zijn. Wij als makers bleven undercover. Effect: paniek bij de ambtenaren. Herman's creativiteit was zichtbaar bij de privatisering van BJ: De oude naam had hij in ijsblokken gegoten die in 24 uur (hij had dat proefondervindelijk uitgezocht) gesmolten zouden zijn wanneer minister Brinkman de officiële handeling zou verrichten.
BeantwoordenVerwijderenOok zijn ideeën bij het organiseren van een lustrumfeest in de bovenzaal van het Mr. de jonghuis waren hilarisch, incl. bladblazers, kruiwagens met herfstbladeren, een dorpspomp en opening door een muziekkorps. De ambtenaren begrepen niets van die gekkigheid en bleven massaal weg. Maar wat hebben we een feest gehad.
Herman verkocht voor een kwartje een konijn aan onze zoon van 10. Het beest groeide en groeide maar door en zoonlief vond het een goed idee om hem naar Herman terug te brengen na de jaarwisseling (en bewust niet rond de Kerstdagen (!)). Herman zou er verder goed voor zorgen.
Na 14 dgn schiet Herman mij aan: Zeg maar dat hij heerlijk smaakte, je zoon heeft er heel goed voor gezorgd en laat van de huid van het beest een paar lekker ruime handschoenen maken. (Humor!)
Jammer dat we elkaar later uit het oog verloren.
Arco van Peer