De Engelen van afdeling A1 | Hans Mellendijk, de Gelderlander, 10 maart 2007
Toen
ik in december 2006, in de volgende dichtregels mijn verzameling
ziekenhuishorror schreef: “Zolderkolder//Dromend dubbele bodems gewoeld/ Orde schepen
scheppend geschapen/Schappen schapen schoppend geteld/ Mopwater door dakgoot
gespoeld/Slempen als een zotte Tempelier/op aderlating en op zingeving/ Klotsend
kotsend de overleving/ Buiten raaskalt de storm het gier//Welke wijzigingen wij
dan zingen?/ De ganggong ging en piepend sop/ Rozen voor Sandra of toch
seringen?/ Een paard op de gang. Kaddeklop//Kaddeklop Voorportaal Hemelzaal/ Zwetende
bang, bibberende wacht/ De spieren vieren op blikmetaal/ Het bleef nog lang
onrustig die nacht//Uiteindelijk hersenpan tot rust geslapen/ Bruids- en
grafwerk delvend opgeweld”, kon ik niet weten dat twee maanden later de harde werkelijkheid weer eens
genadeloos zou toeslaan. Een oorontsteking aan het rechter oor deed mij een dag
na Valentijnsdag in het Slingeland Ziekenhuis belanden. Alwaar een
Hersenvliesontsteking werd vastgesteld. Is dat schrikken! Maar gelukkig hoorde
ik dat er hoop gloort op volledig herstel. Een vroegtijdig Hemelen in de kiem
gesmoord. De keel, neus-en oorarts komt ook al met goed nieuws: “de operatie is
geslaagd.” Dankzij de goede zorgen van de Engelen van Afdeling A1 en de
leidinggevende specialisten komt als we één en ander de tijd geven en gunnen
alles weer als van oudst. Hoop doet een hele boel. Door een kunstcommissie zijn
de gangen van het Slingeland ziekenhuis veranderd in een Museum voor Moderne
Kunst. Toen ik als loopoefening Broeder Y. voorstelde onder zijn begeleiding
een wandeling door het Museum te
gaan maken, ontwaar ik als ik terug kom op kamer 105 een dadaïstische actie. Ik
herken mijn kamer niet meer; het bed is op een andere plek terecht gekomen. De Broeder
kijkt me verbaasd aan. Nog erg verbaasder als ik hem vertel dat er een dichter
in hem schuilt. “Neen ik ben verpleegkundige!” is zijn ontnuchterende antwoord en
dát is mijn werk.” “We vinden dat of je langzaam vooruit gaat of met sprongen
elke stap is er één.” “Dat is het teken dat je het goed doet, dat je een stap
verder bent en daar zijn wij en jij natuurlijk ook wel erg blij mee.” “De
vooruitzichten zijn goed.” “Pappen en nathouden.” Ik lach als ik het hem hoor
zeggen. Hij kreeg gelukkig gelijk. Vorige week vrijdag werd ik ontslagen. Er volgt
nog een poliklinische therapie. Oefening baart kunst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten