Ik zag niks, want ik mos pissen | Hans Mellendijk | de Gelderlander 07 au 201o
De reis er naar toe heeft
iets van een computerspel dat junior op zijn Nintendo speelt. We moeten ons op
punt X melden irgendwo industrieterrein Lichtenvoorde. We dienen een 06-nummer
te toetsen. Nadere instructies volgen. Ik ben met m’n naasten onderweg naar een
optreden op de Zwarte Cross. Alles loopt als een goed geoliede machine. We worden
opgehaald. Bij de ingang van Backstage West heb ik de eerste lachstuip, of zijn
het de zenuwen?, al te pakken. Pijlen wijzen ons de juiste weg. De letters
MEKKA en de prachtig daarachter geschilderde strakke blauwe lucht met schapenwolkjes,
beeldrijmen met de werkelijke situatie. Een schitterende zondagmorgen, strakke
hemel met enkele wolk. Backstage is de ontvangst allervriendelijkst, ik
inspecteer het podium in de tipi. Alles in orde. Om de versvoeten te trainen
maak ik een kleine wandeling over het terrein. De aankleding is boven alle
verwachting. Het is lang geleden dat ik een festivalterrein van deze omvang heb
betreden. Ik ben niet zo van de massaliteit. Na een teleurstellende ervaring in
Werchter ooit heel lang geleden besloot ik grote festivalterreinen te mijden.
Wat ik hier meemaak is een totaal andere ervaring. Wat een sfeer. Mijn
lachspieren doen weer hun werk als ik het hoofdpodium zie. Het podium is aan
weerzijden geschoord. Manshoge kettingschakels moeten verder wegwaaien van het
theater voorkomen. Dit moet bedacht zijn na de onverkwikkelijke windhoos die
het festival in opbouw een week daarvoor teisterde. Klasse, deze Oldenburgeske
kunsttoepassing. Terug naar de theatertipi, eens kijken hoe het de dichter Pim
ten Bokkel vergaat. De jonge God brengt vaardig zijn werk uit de nieuwste
bundel en trakteert de aanwezigen op een sample van ouder werk gelardeerd met Zwarte
Cross ervaringen. Mooi werk dat wonderwel past bij de achtergrondgeluiden van
Normaal, dat de festivalbezoekers wakker rockt en die de tipi binnendringen.
Pims ode aan Johnny van Doorn gecombineerd met deze klanken doen me wegdromen
naar het allerlaatste Popfestival van Lochem in een ver verleden. Waar Johnny
de aankondigingen verzorgde. Ik weet nu wat me te wachten staat. En bereid me
voor. Het eigen optreden, een half uur zacht tikkend de tijd verslaan met
dialectpoëzie verloopt, naar alle tevredenheid. Het voorgenomen korte verhaal
schrap ik omdat ik niet op kan tegen de stoorzender in de vorm van ander
gesproken woord, elders op de theaterweide. Slechts twee gedichten gaan
daardoor voor mijn gevoel de mist in. Mijn naasten ontkennen dit. Ik geef me
daarna over aan het geweldige spektakel waar poëzie samensmelt met kermis, crossvermaak,
theater en allerlei muziekstijlen. Een feest voor de hele familie. Het is dan
ook schokkend om de volgende ochtend in deze krant te lezen dat ik onderdeel
was van een beschaving die met sprongen achteruit zou zijn gegaan. Laat ik daar
nu niets van gemerkt hebben. Want ik mos pissen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten