Koffer
De
verzameling singles oogt als een omgevallen platenkast. Zoals ónze kleine óndog
op slóffen, in een onbewaakt ogenblik onze discotheek kan 'opruimen'. De
Selvera’s liggen in de buurt van Brel, waar ook Bonnie St. Claire is
neergeploft. The Amazing Stroopwafels naast de Bananen van André van Duin en
die van De Boswachters. Maar er zit systeem in! Een ordening van de
uitzondering bevestigt de regel, appels en peren en vooral die van curiosa. Met
m’n laatste snip, die ik vond in een reisportemonnee, kocht ik het. Als
surprise voor m’n naasten legde ik het onder de kerstboom. Het wordt
bijeengehouden door een als harmonicasingletjeskoffer vormgegeven boekwerk. Op
de omslag een dessin geïnspireerd op de Schotse ruit. In de fakekoffer vijf
cd’s met de eigenzinnige Nederlandstalige Cover top-100 van Victor van de
Reijt. Een vervolg op z’n top-100 van oorspronkelijk Nederlands werk. Het is
een Europees getinte verzameling geworden. Vertalingen uit het Duits, Engels,
Frans, Grieks, Italiaans, Spaans en het Zweeds. Maar ook Papiamento en
Mexicaans zijn vertegenwoordigd.
Wederom
heeft Victor een zwak voor de Nederlandse taalvarianten. Ook in zijn eerdere
bloemlezingen passeerden de diverse dialecten de revue. De officiële zangberg
zou zich zo’n selectie wensen. Nu bijvoorbeeld verrassend op 99 het
afscheidslied van en door Jan Manschot toen hij, als Brekken Jan Schampschot,
Normaal verliet met de single Hallo Ajouw. Op de muziek van Beachboy Brian
Wilson. Het klassieke Sloop John B. Typisch een notering volgens het regime van
de Reijt. Meisjes van zestien op 16 en een afscheidslied op het eind, net voor
numero 100: De hoogste tijd.
Voor
een etentje bij schoonmama rij ik met kerst richting Achterhoek. M’n lief en de
kleine pòtwortel op de achterbank. In de achterbak het cadeau in de
cd-wisselaar. De cd-speler op random. Liesbeth List voert voorbij Abcoude Amsterdam uit. Dat zich eigenlijk in de havens van d’Anvers afspeelt. Brel kwam
een lettergreep tekort. Vandaar. Een aardig weetje waar de bundel van barst en
het zo fantastisch maakt. Voorbij Ede horen we ‘Hallo hallo wij zijn de
Heidezangers / Eigenlijk behangers, maar als we vrij zijn zingen / We liedjes
die we zelf begeleiden / Op piano en gitaar’. We rijden dwangzingend op de
tonen van Manuela, Zevenaar voorbij.
Bij afslag Oud-Dijk klinkt het op twee
eindigende meesterwerk Je veux de l’ amour met de onvergetelijke opsomming
van Vlaamse plaatsnamen: ’k Heb gezongen in Aalst, Peutie / Zwevezele en
Genoelselderen …’ Altijd gedacht dat het een eigen nummer van Raymond van het
Groenewoud betrof. De Frans Canadese tekstschrijver Rejean Ducharme bracht
echter de gevoelens al eerder onder woorden. In de oorspronkelijke versie zingt
de naar liefde hunkerende artiest: ‘J’ai chanté à Longucuil, à Vaudreuil,
Repentigny, Lavaltrie…’ Het klink minder schoon dan het Vlaamse platteland.
Geen ‘Dan juicht mijn land, mijn vlakke land’. Overigens haalde deze regel van
Ernst van Altena, gezongen door de onsterfelijke zichzelf coverende Jacques
Brel, slechts de negende plaats. Schande!
Voorbij parkeerplaats Stille Wald
bedenk ik me een Oost-Gelders rijtje. Bij deze schenk ik het, aan een ieder die Je veux de l’ amour in het Achterhoeks wil gaan zingen. '’k Heb ‘ezòngen in
Aerdt, Corle / Zillewolde en Gendrings’ Sinderen…
Als
we aan het eind van de autobaan in het dorp, de leegstand van de middenstand
voorbijrijden, kweel ik mee met Sonneveld: ‘En langs het tuinpad van mijn vader
/ Zag ik de hoge bomen staan / Ik was een kind en wist niet beter / Dan dat het
nooit voorbij zou gaan’. Nog nooit werd de teloorgang van ons geboortedorp zo
hartverscheurend begeleid.
Helaas
zijn er covers die nooit op een single verschenen. In het nieuwe jaar op weg
naar Amsterdam, zet ik als eerbetoon aan die weeskinderen, Naoapen [Na-apen] op. Een in
het illegale circuit circulerende cd, waarop gerenommeerde wereldsterren Boh
Foi Toch coveren.
Hans Mellendijk, de Gelderlander edities Achterhoek, 12 januari 2002
Boh Foi Toch | Uitmarkt - Amsterdam
Geen opmerkingen:
Een reactie posten