zaterdag 1 september 2012

Uit de oude doos | Wild Gras


Foto: © Hans Mellendijk

Wild gras

Het gaat goed met de beeldende kunst in de Achterhoekse publieke ruimte. In Dichteren worden de dromen van bewoners uit steen gehakt. Leerlingen van het Rietveld Lyceum vinden samen met een beeldend kunstenaar opnieuw de stoel uit. Over de daken van het Graafschap College laat Marijke de Goey als een ware illusionist een waterval van blauwe kubussen kletteren. ‘s Avonds sprankelend geïllumineerd. Bij het Gelderse publiek is zij, als werkster aan de grote weg, misschien wel het bekendst. Want wie kent niet haar ‘Dansend vierkant’ langs de Pleyroute? Bijna iedereen toch? Althans zo ervoer ik dat twee jaar geleden, op een zonovergoten vriesochtend. 

Toen ik in eervolle opdracht van de Wissche beeldende kunstcommissie, vanwege een te formuleren kunstopdracht, een oriënterend bezoek bracht aan een net gerealiseerde megarotonde, aan de rand van het dorp Varsseveld. Industrieterrein Hofskamp Oost, om precies te zijn. Nadat ik samen met een collega-commissielid, die er ook voor had doorgeleerd, weifelend en met gevaar voor eigen leven het vijfpotige wegenbouwkundig monster had bedwongen en we eindelijk de grote middencirkel hadden bereikt, kregen we binnen een minuut visite van een oplettende maar vooral argwanende provinciale wegenverzorger. “Wat zijn we daar aan het doen?” “Waar zijn uw oranje hesjes?” “Kunt u zich legitimeren?” Ik zag onze onaangekondigde excursie in het water vallen. Verrast door het kordate optreden stamelde ik binnensmonds wat over onze missie. Snel hernam ik mijn zinnen en vertelde over kunst in de openbare ruimte en gaf in een aarzelend enthousiasme wat voorbeelden. Bij het noemen van het dansende vierkant klaarde zijn gezicht op en was het ijs gebroken. We mochten aan de slag. 

Ook onze scepsis over de beoogde plek smolt langzaam weg. Want tja rotondes, het blijft een ondankbare stek. In de nabije omgeving kenden we eigenlijk alleen maar slechte voorbeelden. Een restruimte. Daar doet toch niemand wat mee, laten we dat maar aan de kunst geven. Of zoals in Doetinchem op de Europaweg aan hoveniers of een vijverinstallateur. Die in ruil voor onderhoud er hun kunsten mogen tonen, hun schreeuwerige reclameborden incluis. Maar okay, nooit geschoten is altijd mis. 
Uiteindelijk kwamen we er dan toch uit. We zochten naar een beeld dat niet per se de concurrentie met de omgevende visuele ruis van verkeersborden en onsamenhangende utiliteitsarchitectuur zou aangaan. Maar zich op poëtische wijze zou voegen naar de plek. Ook zou het beeld iets moeten vertellen over de verandering van boerenland naar industrieterrein. 

Maar tja mooie woorden zijn geduldig maar maken nog geen ruimtelijk kunstwerk. Gelukkig was daar Henk Visch. Met een “Ik heb wat gemaakt” ontvouwde hij zijn plan: ‘Wild gras’.

Hij ging de notie, dat het land met elke vernieuwing ouder wordt, bewaren. Daarom wilde hij op de rotonde een hekwerk plaatsen, dat een cirkel zou vormen. Een ketting waarvan één schakel ontbreekt. Daar komt als toeschouwer een mensfiguur met uitgestrekte armen dat er één geheel mee vormt. De sterkste schakel. Daar zal verbeelding ontstaan die hier een helende kracht wordt en het mogelijk maakt zich met het ontbrekende te verzoenen. Het hekwerk beschermt en toont wat er niet meer is. Binnen de cirkel worden wilde grassen gezaaid. Dit grote wiel, waar het verkeer omheen gaat en waarvan het middelpunt zich ergens verbergt in het gras, toont zich voor de ogen van de kleine figuur als ruimte en veranderlijkheid.

Zó dat sloeg bij de adviserende commissie in als een bom. De rotonde als beeld. Het wegenbouwkundig kunstwerk dat samenvalt met het beeldende kunstwerk.
Met de sterkte van eenvoud en minder is meer. Dat was nog eens een ideeënrijke inhoudelijke benadering. Een ode aan de plek. Geen uitroepteken voor zichzelf. Pure poëzie.

Kortom het wilde gras is afgelopen nazomer gezaaid en het resterende kunstwerk inmiddels geplaatst. Een monument voor het oude landschap met het wilde gras als verbeelding daarvan. Toevalligerwijs hemelsbreed nog geen halve kilometer van een soortgelijk, maar dan natuurmonument. ‘De Beukenhorst’. Waar een bioloog het landschap, van honderdvijftig jaar terug, reconstrueerde. Het hekwerk krijgt langzamerhand zijn beschermende roestlaag en neemt uiteindelijk dezelfde kleur aan als het bronzen mensfiguur. Aarde. Het gevecht met de blijkbaar onmisbare nadrukkelijk aanwezige verkeersborden, uit een andere visuele wereld, is aangegaan. 

Vandaag om twaalf uur precies begint de inhuldiging. De muziekkorpsen Concordia en Jubal vormen een draaiend rad. Een dichter zal zijn op de omgeving geïnspireerde teksten voordragen. Hij laat de eiken vlaggen. Op lapjes grond langs trage paden. Komt allen en geniet!


Hans Mellendijk, de Gelderlander, 22 februari 2003

Geen opmerkingen:

Een reactie posten