zaterdag 22 september 2012

Uit de oude doos | Ieder zingt zijn eigen lied




Ieder zingt zijn eigen lied

Je kunt geen krant openslaan of je komt het woord dezer dagen tegen. Het maakt een eindsprint om eind december als eerste te eindigen in de toptien van woorden van het jaar. Het leenwoord ‘canon’. In de eerste betekenis van: ‘regel, richtsnoer, maatstaf.’ Alhoewel? Het lijkt dat een andere betekenis, die van twee-of meerstemmig zangstuk waarbij de ene partij na de andere invalt, hetzelfde thema zingt en bestendig herhaalt, het begrip gaat overnemen. Want de canon van de Vaderlandse geschiedenis die de canoncommissie samenstelde werkt blijkbaar zo inspirerend dat overal in den lande initiatieven voor een eigen canon genomen worden. Ook deze krant nodigt de lezers uit er één te maken voor onze eigen Achterhoek.

Ga d’r maar eens aanstaan! De vaderlandse canon bestaat uit vijftig onderwerpen uit de Nederlandse cultuur en geschiedenis. De onderwerpen variëren van de hunebedden en Willem van Oranje tot de gasbel en Europa. Veel vensters van de nationale geschiedenis vallen samen met de regionale geschiedenis. Het heet niet voor niks vaderlandse geschiedenis. Alleen zijn er regionale verschillen. Ieder zingt zijn eigen lied. In de Achterhoek hadden wat meer last van de Duitse buren dan de Hollanders. Zo als je voor een goede weersvoorspelling in onze eigen streek vroeger beter naar de Duitse televisie kon kijken dan naar de stormverwachtingen uit de Bilt. De geschiedenis wordt geschreven vanuit het perspectief van de machthebber. Maar toch een leuke oefening, alleen al om de geschiedenis dichter bij huis te halen. De verlichting zou hier geïllustreerd kunnen worden door de dichter landman A.C.W. Staring. Al  zien we de dichter in hem als een romanticus, als politicus en boer was hij een realist en stond met beide benen op de grond. Het één hoeft het andere niet uit te sluiten.

De canon zou uitgebreid moeten worden met een venster regionale bewustwording, dan komen we via Staring, Heuvel, Odink, van Velzen, Krosenbrink, Normaal, Hans Keuper bij Sebastiaan Roes terecht. Ook een venster van mensen die uit de streek wegtrokken omdat het hier allemaal te benauwd werd, zou niet misstaan. Piet Mondriaan en Gerrit Komrij. Of de landverhuizers die uit armoede naar Amerika vertrokken. Laten we ook de huttekeerls langs de Oude IJssel niet vergeten.

Ik kom er één, twee, drie niet uit. Staring in ieder geval. Zijn regels ‘O zoet gelispel van die mond, Wiens adem de eerste kus verslond!’ uit het gedicht ‘Herdenking’ deden een halve eeuw geleden , voor de seksuele revolutie, nog menig jongeling blozen.Op de tweejaarlijkse neven-en nichtendag van moederskant krijg ik een foto in de handen geduwd van neef Hans uit Dinxper. De kiek herken ik meteen. Een staatsiefoto uit 1967. Ter gelegenheid van ‘t 25-jarig huwelijk van vader en moeder gemaakt. D’r was een flinke ruzie aan voorafgegaan met mijn vader. Over het kapsel en het wel of niet dragen van een stropdas. Nu kan ik er om lachen. Toen niet. Als een boer met kiespijn sta ik erop. Ik reken ter plekke uit dat mijn overleden vader op de foto dezelfde leeftijd heeft als ik nu. Vijfenvijftig. Plots ook het besef dat er een generatie aan het verdwijnen is die de radiobuis nog kende, de wegschaaf, de Boy GMF brommer, de aletònne, de bottergraven, de straalkachel, de timmie, de kolenkit, de kachelpook, de divan, de schipbrug bij Doesburg, de binnenweg. Een generatie die alles nog zèlf kon. Niet door industrialisatie vervreemd van eigen handelen. Het graven en metselen van een kelder of garage. Wat zijn ogen zagen maakte hij. Een Radio kapot? De soldeerbout erop en Luxemburg was weer nabij. Een ladekast voor tekenpapier, koffiezakfilterhouder, salontafel met omkeerbaar blad, formica tegen de koffievlekken aan de ene en fineer voor de mooi aan de andere kant. Ga zo maar door, ik kwam het allemaal weer tegen bij de herinrichting van mijn huis. En koester het met liefde.

Daarom voor deze generatie een eigen venster in de canon. Als symbool hiervoor kies ik mijn vader. Arend Jan Mellendijk.


Hans Mellendijk, de Gelderlander, 4 november 2006, edities Achterhoek

Geen opmerkingen:

Een reactie posten