Foto: © Miriam Szalata | Elfbruggentocht | Groenlo
'Maor dan bi-j ons!'
De wereld is heel klein geworden dezer dagen en heet sinds donderdag 'Friesland'. Als u er helemaal niets meer over wilt horen kunt u beter niet verder lezen, want de koorts heeft mij ook te pakken. Maar de kans is groter dat u op dit moment de krant leest terwijl u met een half oog de TV in de gaten houdt. U bent in dat geval, net als ik, geheel ingericht op een marathonzitting. Zó vaak wordt’ie niet gereden en tweehonderd kilometer is tenslotte niet niks. Om dat even duidelijk te krijgen heb ik de route exact over onze contreien gelegd. Goed, het vergt wat graafwerk, maar het levert natuurlijk een schitterend waternet op, waar het zomers bijvoorbeeld ook leuk kanoën is. Pakt u de kaart er even bij?
We beginnen in Doetinchem, het Ljouwert van de Achterhoek. De start is op de Zelhemseweg. Onze Zwette loopt langs Zelhem en Hengel richting Lochem. Op de Friese kaart komen we daar Snits tegen. Verder gaat de barre tocht naar IJlst en Sleat. Het Slotermeer uitgraven gaat misschien iets te ver, er zou bijvoorbeeld een flink stuk van de A1 in verdwijnen dus we laten het maar bij een mooie vaart. Sleat zelf ligt bij ons even ten oosten van Holten. We maken nu een bochtje langs Rijssen en aan de bovenkant om Enter heen, als in de verte het torentje van Staveren zichtbaar wordt. Hier is dat het torentje van Borne. Het publiek is laaiend enthousiast. Half Twente, wat zeg ik, héél Twente is uitgelopen om de helden van het ijs te begroeten. Van hieruit gaat de tocht weer in zuidelijke richting. Ons Hindeloopen ligt vlak boven Bentelo en Workum heet bij ons Hengevelde. Op de trekvaart langs Parrega -zeg maar Neede- hebben de rijders de noordoostenwind even lekker in de rug. Er wordt nu flink gegeten. De Needsen delen hapklare zakjes moes met ribbekes uit. Bij Haarlo, ons Boalserd, moet men uitgegeten zijn, want hier draait de wind weer venijnig dwars op de route. Richting Harns gaat het nu. Groenlo en Winterswijk mogen er om strijden, want deze stad ligt precies midden tussen hen in. Er komt nu opnieuw een lang stuk waar de wind de reuzen op de twee ijzers goed gezind is. Ze hebben in ons Frentsjer zowaar even oog voor de vrolijke klanken van de Blauwhuuzer Keienslöppers. Ja, in Lichtenvoorde weten ze van feesten!
De deelnemers voelen de kilometers in de benen, maar ook in de volgende plaatsen op de route, Varsseveld (Berlikum), Silvolde en Ulft (Oude Leije) gaat het massaal aanwezige publiek, volledig uit zijn dak en als één man achter deze kanjers van de ijsvloer staan. In Zeddam, ons Bartlehiem, is het een gekkenhuis. Het dorpje aan de voet van Mont Ferland, zoals Kees Jansma het achterliggende bergland hardnekkig noemt, kan de stroom schaatsliefhebbers nauwelijks verwerken. Maar de sfeer blijft goed. Dan volgt het Europese aspect, want onze Dokkumer Ee loopt tussen ‘s Heerenberg en Elten door een klein stukje Duitsland. Alleen al daarom is vanochtend vroeg vanuit het Ruhrgebied een karavaan bussen hiernaartoe vertrokken.
Na Lobith-Tolkamer volgt het laatste en zwaarste deel van de tocht. Net als in Dokkum wordt er gedraaid. De snijdende wind staat nu pal op de kop en terug in Zeddam moet menigeen teleurgesteld opgeven. De anderen slepen zich via Braamt en Wijnbergen naar de finish aan de voet van de Walmolen in Doetinchem.
© Bert Scheuter | Geschreven ter gelegenheid van de Elfstedentocht op zaterdag 4 januari 1997, Gelders Dagblad.
-----------------------------------------
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten