zaterdag 4 februari 2012

Uit de oude doos | Ontroerd



Ontroerd

Mijn Achterhoekse oren spitsten zich even. Met een half oog kijk ik de eerste februari naar de surpriseparty van het Nationaal Oranje Comité. Een fanfare marcheert de Arena binnen met Oerend Hard als Gelderse opmaat voor het huwelijksfeest. Ach ja, sentiment. Echt ontroeren doet het me niet. De stemming zit er bij nog niet in. ‘s Anderdaags slaat de emotie dan toch toe. Mijn lief en ik houden de ogen ook niet droog als trekzakwonder Carel Kraayenhof de tango Adios Nanino inzet. De bandoneon in combinatie met harp- en aanzwellend koormuziek wil ook wel op óns gemoed werken. Wi-j bunt jao neet van steen! Mijn gedachten dwalen af naar ónze eigen trouwdag. Toen na de huwelijksvoltrekking, onder aan de trap in de gemeentehuishal, ook een trekzakpiloot, weemoedig stond te waen. Ach ja, sentiment. Van alle kunstvormen weet muziek het best, de kortste weg naar de traanklier te vinden. Dat werd ook nu weer bewezen.

Een verlaat verjaardagscadeau van twee kameraden, Albert en Wim, ontnam mij het zicht op de verdere ontknoping van de sprookjesfilm. Of was het toch meer een operette geweest? De invulling van de prinsenrol had er soms wat weg van. Zeker toen ik in deze krant Willem-Alexander de bruidstaart aan zag snijden met behulp van de ceremoniële degen. Ik kan het echt niet helpen; dat werkt bij mij toch meer op de lach- dan op de gezagsspieren. Maar tja, dat was achter de schermen. Pure opluchting van de kroonprins dat de opnames van het Hollywood-spektakel zonder noemenswaardige incidenten waren verlopen. Wat doen we toch in godsnaam onze koningskinderen aan?

De surprise van mijn vrienden is geheel andere koek. Een vrijwillige ontvoering, weg van de Oranjegekte. Een reis door het Westfaalse grensgebied. Ook aover de paol schijnt het zonnetje. Na een stop overladen met Schnitzel, Strammer Max, Schnaps und Ein Bier stappen we bij het tweeduuster weer in de auto. Wiet af van de grote Welt, achter an de Grenze. Irgendwo zwischen Gronau und Epe merk ik aan hun reacties dat ze de weg kwijt zijn. Kats in de biesterbane. We rijden steeds hetzelfde rondje, in kleine variaties. Kotterhook. ‘Daor is ‘t neet!’, reert Albert nerveus. De bewegwijzering is zoals dat vroeger ook onder Winterswijk gebeurde. Alle wegen dragen de naam van ‘t Bauernschaft. Dan wordt de weg nogmaals gevraagd. Sunderhook? Even later zien we lichten in de verte. Een naamschild met Alte Tenne doemt op in het schijnsel van de autolampen. ‘Hier mo’w waen’, verzucht Wim. Dan zie ik door de glazen echterdeure van een monumentaal Bauernhof, een daele bomvol met withoofdige Damen und gemutliche Herrn, gezeten aan lange tafels. Er is nog plaats voor ons. Terrasstoelen worden van buiten naar binnen gesleept. We schuiven aan. Alle ogen zijn gericht op twee mansleu.

'Maor zeet daor steet jó, Hans Keuper! ' Ik ben in een zang- en voordrachtvoorstelling terechtgekomen, die de troubadour samen met de Vredense dichter Aloys Terbille an het uutproberen is. In plat Dinxpers en Platt Vredens, over het volk aan weerszijden van de politieke rasterpäöle. In een taal die door geen grens te stoppen is. Koningskinderen komen ook hier voorbij. Aloys draagt sober zijn weemoedige en spitse teksten voor. Vrouw Begeerding passeert. Een wonder geschiedt. Die Junge Alten luisteren van begin tot eind ademloos toe. Ók wi-j könt het allemaol verstaon. Wat zich waarschijnlijk voor een Amsterdammer of een Berlijner laat aanhoren als koeterwaals, klinkt ons als muziek in de oren. Da’s nog ‘s thuuskommen.

Op de terugweg zing ik gekscherend: ‘‘t Is ’n kwestie van geduld, töt heel Europa Saksisch lult.’ Laat in de nacht leg ik me naast m’n lief en val ontroerd in slaap.

Hans Mellendijk, de Gelderlander, edities Achterhoek, 9 februari 2002


Hans Keuper

Geen opmerkingen:

Een reactie posten