zaterdag 21 januari 2012

Uit de oude doos | Honderdenéén

Hans en Willie worden vandaag samen 122

Honderdenéén

Op uitnodiging van Sibco van ’t Bestmerwood, de adellijke tachtig hondenjaren oude Golden Retriever van mijn tweelingzus, begeven we ons naar het zaaltje aan de Schoolstraat, in ons dorp. Mijn lief en ik. Sibco en mijn nobele zwager zullen daar hun ‘vrouwtje’ in het zonnetje zetten. “Bi-j Rothman, daor is ’t altied tof man.” Het zaaltje zit vol ‘gemutelek’ keuvelende mensen. De familie is compleet. Mijn oudste zus en middelste zus zitten met hun aanhang bij het feestvarken aan tafel. Ik overhandig de, op verzoek van mijn zusters, gemaakte Sarah. Een, al zeg ik het zelf, niet onaardige fotocollage. Met daarbij troostende regels van Hans Dorrestijn. ”God, wat is het leven prachtig, nog dertig jaar dan ben ik tachtig.” Willie is overrompeld, maar verwacht blijkbaar nog iets anders. “Waorumme mossen Gerda en Rineke net samen naor ’t veurcafé? Was i-j daor soms ok bi-j?” Ik glimlach en veins dat ik in een complot zit. Maar weet echt van niets! Ik neem ’n slok van mijn koffie en kijk wat rond. De buurt sjouwt geheimzinnig met plastic tassen. Er puilen hondenmaskers uit. D’r gaat iets gebeuren. Maar wanneer? Opeens zijn mijn zusters verdwenen. Ik voel het aan m’n water, d’r zit iets in de lucht. Maar wat? 

Voordat ik er erg in heb, sta ik samen met m’n zusje –ik kwam vóór de zondagsoep, zij erna- voor een groot plateau, met daarop honderd kaarsen. In allerlei geuren, maten, kleuren, soorten en in verticale en horizontale schikkingen vormen ze in symmetrische opbouw tezamen een androgyne personage. Een hermafrodiet. Abraham en Sarah samengesmolten tot één figuur. Samen honderd jaar. “Jao, Hans, hier heb i-j dan toch ów Abraham” grinnikt Rineke.

Een beetje laf had ik m’n eigen verjaardag afgehouden. Als verzachtende omstandigheid kwam daar wel bij dat ik, vijf dagen vóór de magische grensoverschrijding, door m’n rug ging. Een uitglijer in de sneeuw was debet aan het ongemak. Strenge oefeningen brachten me gelukkig op tijd weer in het gareel. Pijnloos en in alle rust van een bescheiden verjaarsvisite liet ik me vijftig worden. In de brievenbus en e-mailbox opbeurende en meelevende post. Verder niets. Buiten geen affiches op de bomen, met vijftig maal toeteren. Dat lawaai bleef me gelukkig bespaard. Ook geen Abrahampoppenongein in de hof. Daar doen ze in Amsterdam niet aan.

Of had ik deze traditie tóch als een gemis ervaren? Toch maar een foto. Ik laat me, met m’n complementaire zus en het Sarahbraham kaarsplateau, op de gevoelige plaat vastleggen. “Jao eigenlijk bunt 't er, honderdenéén. Anders kwamen wi-j niet uut” fluistert Rineke mij in het oor. Nog verbluft door al dit onverwachtse, begrijp ik haar even niet. Ontdaan knuffel ik m’n enige echte tweelingzus. Lekker ‘duken’, net als vroeger. Dan zie ik het! Honderdenéén. Op zekere leeftijd gekomen vallen kwartjes blijkbaar later. Ik zie nu 't gelig wit kaarsgedrocht, ter hoogte van het kruis, parmantig tussen de twee groene bolkaarzen staan. "Jao, den is 'emaakt van keersrestanten uut onze kerk. Dat he'k um'esmolten en dit fraaie exemplaar van 'egotten" licht mijn tussenzus glunderend toe. Typisch Gerda, altijd ín voor hergebruik van de dingen. Nooit iets weggooien. Maar ook zuinigheid met vlijt, bouwt huizen en dat soort werk. Ik ‘gräöle’. De druipvormige piemel houdt beschaafd het midden tussen de kleine jongen in ruste en die in opgewonden staat. Berustend denk ik aan de regels van Dorrestijn. In ieder geval, in donkere tijden, genoeg kaarsen in huis. Herboren zet ik me naast mijn lief. Ik heb er vrede mee. Ouder worden gaat nu eenmaal van au!

Hans Mellendijk, gepubliceerd in het Gelders Dagblad, 10 februari 2001

1 opmerking:

  1. Hans,

    Van harte gefeliciteerd met je verjaardag !

    Gerard.

    BeantwoordenVerwijderen