zaterdag 17 december 2011

Uit de oude doos | Los



Los

Drie weken geleden, vóórdat november zich pas in december afsloot met een ouderwetse Oudhollandse herfststorm, die echter de weg naar de Betuwe maar niet wilde vinden om aldaar de voorspelde rampspoed te volbrengen, op een zondagochtend vóórdat het woord moratorium als een mysterieuze wolk boven Den Haag verscheen, toen dus, … zetten m’n lief en ik ons op een bankje voor café De Tijd om bij te komen van een flinke wandeling door Bekkendelle. Het dranklokaal oogde gesloten, en we verkozen eigenlijk ook de frisse buitenlucht boven het binnenzitten. Ik pak, bij gebrek aan een notitieblokje, mijn pakje shag en maak snel een aantekening op de binnenkant van een leeg pakje vloei. Een terloopse inval die mij tijdens het wandelen te binnenschoot. Rijmelarij over het vervlieden van de tijd, die in een Grolschreclame niet zou misstaan. Typisch van die krabbels waarvan, mocht je zelf uit de tijd geraken, een buitenstaander geen chocola kan breien, maar die voor jou een wereld van gedachten dienen te openen. 
Een man komt ietwat beschonken het etablissement uitgelopen. "Is de zaak dan toch los?"  Verbaasd kijken we elkaar aan. Hij loopt op ons af en wringt zich tussen ons. “Wachten jullie ook op uw persoonlijke coach? Die u adviseert over een evenwichtig balans tussen aanvalluh en verdedigen? Die u helpt de juiste strategie te bepalen voor uw reserves met de bijbehorende opstelling? Dat ze zelfs zo’n Jan Wouters niet binnen wille late, en buiten in de kou op een bank laten plaatsnemen. Dat zullen ze Beenhakker niet flikke. ’t Zal je bank maar zijn. Ging ik zonet in Winterswijk effe flappe tappe, zeg dat apparaat dat het vanwege onderhoud buite werking is. Ze zullen vanwege de komende decembermaand zondags wel los zijn” Ik kijk hem vragend aan. “Los?” “Ja, uitverkocht! Nou eh,…  Jan, met de korte achternaam, dacht ik toen bij mijn eige, de oplossing was snel bedacht. Mijn persoontje ken hier bij De Tijd, mot je weten, op de lat. Een pragmatisch moratorium, je weet wel, uitstel van betaling om da’k zo goed verteer. 'T is mijn eigenlijk niks die nieuwerwetse dingen. Bankpasje zus, bankpasje zo en dan zodadelijk die Euro’s.  Volgens  mijn willen ze geen intermenselijk contact meer daaro bij de Amro en de Rabo. Ze hebben liever dat je alles vanuit je eige huis regelt. Telebankieren noemen ze dat. Hebbu wel eens geprobeerd contact te krijge. Ik heb mijn schoonzoon er al eens op míjn computer mee zien stoeie. Ure moest ie wachten. En wie betaalt de telefoonrekening?… Ikke! En zodadelijk einde dit jaar, wie weet wat er dan zal gebeure. Dan verdwijne al die nullen van je zuurverdiende cente van je bloed eige bankrekening, vanwege die millenniumbug. Waarom ken dat aangetrouwde verdriet anders op 31 december niet computeren met zijn bank? Als ik morgen van mijn weekendhuisjeje hiero in het Woold naar Capelle aan de IJssel afreis dan weet ik wel wat ik doe. Ik haal al mijn geld van de bank en bewaar het net als vroeger mooi in een ouwe sok onder mijn matras tot diep in het volgende millennium. Daar neem ik er nog één op” 

Met een "Sóh" sta ik op en loop fluitend met m’n lief de toekomst tegemoet. De man loopt total loss terug in De Tijd. Uit de deuropening hoor ik flarden van De Drie Keien met het anti-millenniumlied. Ik bekijk nogmaals mijn notitie, en zie dat het niks is, streep het door en schrijf snel in doktershandschrift: moratorium.
Een moratorium op de millenniumviering, da's pas mooi!


Hans Mellendijk | De Gelderlander, edities Achterhoek, 11 december 1999

Geen opmerkingen:

Een reactie posten