zaterdag 8 oktober 2011

Door Achterhoekse Ogen | Altweibersommerblues


Altweibersommerblues


Eerst de ontkenning. Er is de laatste tijd al zoveel gehakt in het bos van mijn generatiegenoten. Het woud wordt telkens maar dunner. Vrienden, familie, oude bekenden en jeugdhelden ontvallen. Ik zie het bericht voorbijflitsen op mijn aaifoon. Ik veeg het weg, wil het nog niet geloven. Op het zes uur journaal dan toch de werkelijkheid onder ogen zien. Cuby is niet meer.

Een vloed van jeugdherinneringen golft over mij heen. Mijn eerste single was Just for fun. “I went to my old village, I did it just for fun.” Ik draaide het stuk in mijn eigen honk, een leegstaand kippenhok op het erf van mijn ouders. Meeschreeuwend Yes I went to my old village and I did it just for fun. And I also had another reason Lord, cause I had no way to run.” Het hoenderhok werd een lokale broedplaats. Muzikanten oefenden er. De eerste schreden van de latere Frederik Puntdraod op een zelfgemaakte gitaar. Meiden uit de regio via een advertentie in Hitweek bijelkaar geronseld tekenden op muziek van Pink Floyd primitieve balletten uit. Teksten werden geschreven, een zogenaamde totaaltejatersjo werd uitgedacht, waarmee onder de naam ‘Waar de wetenschap faalt, zegenviert de kunst’ de diverse jeugdhonken onveilig werden gemaakt. 

Het hok was ook aangesloten bij het zogenaamde Luistercorps. Tegenwoordig deelt men elkanders muziek via Facebook of andere social media op het internet. Toen gaf je je adres door via Hitweek en kon je zomaar bezoek ontvangen uit het Noord-Hollandse Heilloo of iemand uit Nijmegen om samen naar een LP van Dylan of Cuby te luisteren. Dan plots een sensationeel bericht in de Telegraaf. Het land zou overspoeld worden door hippies. In het bericht werd onze club ook genoemd. The summer of Love was twee jaar na dato ook in de Achterhoek aangebroken. Een oplettende ambtenaar las de krant en zag tot zijn schrik Varsseveld ook genoemd. De week erna nam hij contact op, de eerste kiemen voor een open jongerencentrum werden uitgezet.

Het einde van de totaalsjo kwam in zicht tijdens een manifestatie in de Doetinchemse Markthal waarbij Cuby ook speelde. Het leek de organisatie een goed idee om de lichtsjo behorende bij het totaal ook in te zetten bij de weerbarstige muzikanten uit Drenthe. Dat bleek achteraf niet zo’n goed plan. Het schaamrood staat nog op mijn kaken als bij de eerste tonen de muziek wordt stopgezet en ik door de hal de stem van Harry Muskee hoor galmen:“Kan dat geflikker met die lampen, afgelopen zijn?”

Herinneringen borrelen triest, dan weer langzaam dan weer in een vrolijk up-tempo de blues eigen, naar boven. “The sky is crying. Look at the tears, rolling down the street, …” De dichter in mij dicht: “Liepen//In de elend gaon zitten./Tiener traone laoten liepen./ ‘t Platteland, de heide/ ‘t hied, de melde lei d’r/opèns anders bi-j./De harfst leerden wi-j/kennen en eeuweg/’t verdreet.” Blijkbaar liet Petrus de deur van de hemelpoort op ‘n kier want prompt beleefden we een mooie oldewievenzommer ter afscheid van de zomer.

Hans Mellendijk in de Gelderlander van vandaag, edities Achterhoek

Geen opmerkingen:

Een reactie posten