In de Achterhoek rijden weer de fietsvierdaagsen. De dichter reed een stuk mee en zag dat de Achterhoek landschappelijk fraaier oogt dan dertig jaar geleden. Maar overdacht ook dat schijn bedriegt: er is minder biodiversiteit - en afnemend - terwijl niet alleen de gezondheid, maar ook de toekomstige vrijetijdseconomie vraagt om een snelle in- en ommekeer.
Fietsvierdaagse
Het is lente, fietsen zweven
door het groen, het groent
in honderd tinten en hier
en daar zwemen de witten
en de gelen van margrieten
en de roodbruine vegen die
de zuring in het groen poetst.
In het groen, het bramengroen groen.
Op de fiets vanuit Winterswijk
of Varsseveld, vanuit Laren
of Borculo langs de paden en
de gerenatureerde beken die
de Achterhoek mooier hebben
gemaakt dan toen de arme boeren,
strak ruilverkaveld, te vet werden
gemest, dansberen op valse walsen
van voer, melk-, geld- en luchthandel.
In het groen, het brandnetelgroen groen.
En zo is voor Achterhoekers hun
landschap van waarde geworden
en geestesvoer voor gasten die,
met fiets en knip vol vrije tijd,
eisen dat geen insecten meer
sterven en dat het biodiverse
niet langer verzuipt in Parmamest.
In het groen, in het miljoentonig groen.
Meer afleveringen van DICHT in het archief van Achterhoek Nieuws 👉
Geen opmerkingen:
Een reactie posten