Kennis nemen van het verleden van de mens, van familie en vrienden dus, daar waar dat verleden letterlijk aan de oppervlakte komt, dat geluk, die kans heb je niet vaak. In Winterswijk hebben ze dat goud wél in handen. De dichter hoopt dat ze dat binnenkort toch eens gaan inzien.
Aan onbekende vrienden
Vrienden van nu zijn de vrienden van toen,
reizend aan schimmeldraden door ruimte en tijd.
Vrienden zijn als familie, familie als vrienden,
duizenden generaties de donkere diepte in,
de genen permanent verbonden, verscholen,
onbekend,maar altijd zoekend naar daglicht.
Vanuit ver duisterdiep Perm kwam weinig familie
over die Trias bevolkte op het ene land Pangea
naast Panthalassa, de zee die Aarde overspoelde.
Klinkt als de geologische variant van Genesis.
Maar al was schepsel Adam daar toen onbekend,
partikels van daar en toen leven voort in hier en nu.
Zie de mens, zoekend naar daglicht dat kennis strooit
over onbekende maar beminde vrienden van vroeger,
over de afdrukken die zij achterlieten in wad en web
van ruimte en tijd, van kiezelslib en kalksteen.
Vrienden van vroeger die vanuit Muschelkalk rijzen
behoeven geen wijken maar prompt museaal onthaal
daar waar zij hun weerzien met daglicht vieren:
pal naast hun groeve tussen Ratum enWinterswijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten