In de discussie over nut en noodzaak van het aanleggen van een crossbaan dwars door natuurgebied de Vennebulten tussen Aalten, Varsseveld en Lichtenvoorde, kiest dichter des Achterhoeks Bert Scheuter voor het perspectief van een bewoner van deze natuur.
Vennebulten tweeduuster
Dorus Das kuiert nog eens zijn vaste rondje
hij kan niet anders, het ingesleten dassenpad
leidt hem zoals het zijn vader en opa door
hun levens leidde en de generaties voor hen.
Alweer doemt in de verte een fietsmens op
juist als Dorus een hazelworm wil nuttigen,
een steeds zeldzamer lekkernij dezer dagen,
ze worden massaal vermorzeld onder wielen.
Amper waren er wielen in de dagen van toen,
in bossen van weleer, in veen en heide van ooit:
de paden op de vijftig hectaren tussen burcht
en latrines hun nog niet onteerde territorium.
Nu bouwen de mensen hun paden niet langer
slijtend, sloffend, slenterend op menselijke maat,
in ook voor dassenpootjes bij te benen gangen,
maar met bulldozers pal over bollende burchten.
Maar een paar pas krijgt de das van aanstormende
crossfietsers die arm van achting door oude bulten
dansen op het dassenleed. Dorus hupt weer opzij.
Het is de dwingelandij die de das doet verhuizen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten