Herfstfanfare
Het zijn de zoete geuren van vergaan,
het zijn de kleuren die verbruinen.
Het bleke licht dat van de kille maan
naar ‘t bospad valt door dunne kruinen.
En in de vroege ochtendschemer wiekt
alleen de uil nog over veld en duinen.
Hoera, het najaar komt, de zomer gaat,
wie zich buiten waagt krijgt weerstand!
Want wie lang tegen de storm in staat,
die ferm vliegt over ons nakend laagland,
erkent bescheidenheid van mensenmaat:
fragiel en broos in onbeschutte toestand.
De Achterhoeker eet nu veelal wild
zo adverteert men hier al jaren.
Waar zomer in beschaving grilt
laat herfst direct distinctie varen.
Zijn het ruige gasten die serviesgoed slopen
om daarna bebloed maar weldoorvoed
van de eikenhouten dissen weg te lopen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten