Omhoog moet voor de val
Het voorjaar is vroegtijdig uitgebroken,
klok en croc riskeren nog een wit gewaad.
De man heeft zich in ‘t groen gerei gestoken,
zijn snoeischaar in de tuinhandschoen paraat.
Zie nu die hoogtevrezer op de trapleer staan,
in voorjaarsbest, maar wankelbaar gemoed,
teneinde de klimop te lijf te gaan,
een tafereel van angst en leeuwenmoed.
Hij rukt met één hand aan 't struweel
de andere omklauwt de trapleerbeugel:
een toneelbeeld op een potsig landjuweel,
in tableau gezet door meester Bruegel.
Wij weten hoe beroerd dit kluchtspel afloopt,
men moet geen klimwerk doen in aarzeling.
Temeer daar men dit comfortabel afkoopt
bij 't genootschap voor klimopbeteugeling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten