dinsdag 11 september 2018

Meanwhile 9/11 | Intussen 's-Hertogenbosch





Detail Twin Towers | 9/11



Het Laatste Oordeel

Het raam volgt de klassieke driedeling; boven de hemel, onder de hel en daartussen het vagevuur.Het verbindende element in deze delen is een bloem, de iris. Bloeiend richt zij zich met ranke gestalte naar boven en stelt haar kroonbladeren open voor het neerdalende licht. Lovend en dankend voor haar bestaan versiert zij de entree van de hemel, de bron van elk bestaan. De bloeiende iris symboliseert de eeuwige lente waarin alles ontstaat. De vis, pauw en vlinder omarmt ze met haar bladeren als de drie tekenen van opstanding. De vis omdat de Griekse vertaling I ch th u s een acrostiek is van Iesous Christos Theou (h)uios sooter, Jezus Christus Zoon van God Verlosser. De pauw vanwege het geloof dat deze niet kan vergaan zoals Augustinus beschrijft in boek XXI van De civitate Deï: "Wie anders dan God, de schepper van alle zijn, heeft de pauw de eigenschap gegeven niet tot ontbinding over te gaan?" Ook Augustinus leek het een sterk verhaal dat een pauw niet ontbindt en hij toetste dit gegeven, afkomstig uit een oude Indiase legende. Een jaar lang liet hij pauwenvlees bewaren als braadstuk en liet het vervolgens bereiden,waarna hij de conclusie moest trekken dat het gegeven klopte. 

Via Augustinus groeide de pauw uit tot een christelijk symbool van onsterfelijkheid en opstanding. De vlinder verbeeldt in de drie stadia van haar bestaan als rups, pop en vlinder achtereenvolgens leven, dood en opstanding. De iris in volle bloei, in combinatie met de omarmde symbolen van opstanding,is geheel gericht op het warme licht van de hemel. De neerdalende liefde van God, de agape, kan zij ontvangen omdat haar hart puur en open naar de hemel is gekeerd. De iris in het middendeel van het raam wijst echter onverbiddelijk naar beneden. Haar hart is afgekeerd van de hemel en zij kijkt naar het gulzig lekken van het hellevuur. Het verschroeiende licht. De kroonbladeren zijn neerwaarts gericht niet langer opengesperd in aanbidding maar lijken op een muil, in vorm overeenkomend met de hellemuil. Deze eenvormigheid is een bewust door mij gehanteerde expressievorm om de duivel aanwezig te stellen in deze verschijningsvorm van de iris. 

Afhankelijk van de keuze voor de lichtbron, de toewending naar goed of kwaad,verandert de symboliek van één beeld. Nergens vind ik dat zo sterk terug als in de natuurlijke vorm van de ongecultiveerde iris, die is opgebouwd uit vier kroonbladeren rond het hart; twee neerwaarts gericht als open armen en twee opwaarts gericht als uitgestrekte armen. De uiterste punten van de bloembladeren raken elkaar net niet maar lijken op het punt te staan zich samen te voegen om te bidden. Binnen dit kleine spanningsveld zie ik het goddelijk licht gevangen, zo kijkend zie ik in die tere bloem de manus Deï. Keer ik deze vorm echter om, dan verandert alles door het nieuw gekozen perspectief. De kroonbladeren vormen een gulzige mond aan het einde van een groene grijparm die de florale lieflijkheid niet meer weergeeft maar veeleer een kwaadaardige vleselijke vorm aanneemt. Opzettelijk hanteer ik voor de verschillende vormen hetzelfde lichte kleurenpalet. Niet de uiterlijke verschijningsvorm telt tenslotte maar de innerlijke gerichtheid op goed of kwaad is bepalend voor elk levend wezen. Daarom verbeeld ik God als Jezus Christus tronend in de hemel om uiteindelijk recht te spreken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten