donderdag 7 juni 2018

Achterhoek 350 reeks


In het kader van het Sluiter-jaar vroegen we de Dichters van de Dichterskoets om een gedicht dat een relatie heeft met de Achterhoek. De komende zeven weken een gedicht van een der dichters. 




Zanglijster

piejoet, piejoet, piejoet
tuuduut, tuuduut, tuuduut,
pjiew, pjiew, pjiew
zang van zonsopgang
tot zonsondergang
zonder pauze
onzichtbaar in de bosrand
maar luid en duidelijk hoorbaar
de kleine Turdus Philomelus
piejoet, piejoet, piejoet
tuuduut, tuuduut, tuuduut,
pjiew, pjiew, pjiew
zijn maaltijd van huisjesslakken
schijnt het altijd op dezelfde steen
kapot te laten smakken
het maakt zijn nest
heel glad van binnen
vanwege een tere huid
piejoet, piejoet, piejoet
tuuduut, tuuduut, tuuduut,
pjiew, pjiew, pjiew
het snerpt doordringend
komt riedelen in mijn hoofd
gaat zitten op mijn hersenstam
nu hoor ik het toch goed:
zijn rappende lokroep
is in het Nedersaksisch
bah bah, bah bah, bah bah
boh foi, boh foi, boh foi
mien duch, mien duch, mien duch
't is 'et vögeltjen van Hans Keuper
de zanger van 'Boh Foi Toch': 
Turdus Ceuperus.

Louis Radstaak

Geen opmerkingen:

Een reactie posten