Hoogspanning | Hans Mellendijk, de Gelderlander, edities Achterhoek, 22 juni 2017
Toen ik al middewinterstappend langs de Aa-strang liep en de
prille hoogspanningspalen aanschouwde richting Voorst, kreeg ik met de
opmerking: ‘de palen op zich zijn niet lelijk, alleen het landschap kan er niet
altijd tegen’, de lachers op mijn hand. Op wonderbaarlijke wijze
vermenigvuldigde de zin zich. Het echode in de afscheidstournee van de Dichters
des Achterhoeks en het kaatste vorige week terug toen ik het DRU-industriepark
bezocht. Ik doelde toen op het feit dat er nogal emotioneel op de nieuwe
elementen in het Achterhoekse landschap werd gereageerd. Ik herkende het gevoel
van toen ik voor het eerst achter de Vennebulten het windmolenpark van de Aaltense
windboeren zag verschijnen.
Nu ben ik er aan gewend. Mij viel het op dat de slanke palen
lelijk gevonden werden. Terwijl ik die toch een verademing vind vergeleken met
de Eifeltorenachtige constructie van de oude masten. Masten uit de Meccano bouwdoos.
Alhoewel die hadden toch ook zo hun romantiek. Menig fotoclub vulde met mooie
grafische zwart-wit opnames er de prijzenkast mee. Het is vaak de angst voor
het nieuwe!
Toch had de ambitie van de bestuurders wel wat hoger mogen
liggen. Sommige delen ondergronds was visueel gezien een beter optie geweest. Dat
zou pas innovatief zijn geweest.
De emoties lopen nog steeds hoog op. Als ik de opinie van
Oud-Achterhoeker Marcel Rözer lees, lees ik meer sentiment dan daadkracht. Wat
laat allemaal! In mijn werkgeheugen zie ik burgelijke opstandigheid en hoor ik
alternatieven die het helaas niet hebben gehaald. Ik kan me van toen geen bezorgde
geluiden uit Nijmegen herinneren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten