HiPP (Het instituut Praktische Poëzie) formuleerde ooit al eens -zoals dat tegenwoordig heet- een 'missie': Het instituut wil een klankbord, voedingsbodem en hulppost zijn voor de poëtische behoeften van een rationele samenleving. Daar waar men stil wil staan bij de gebeurtenissen die veroorzaakt worden door onze dynamische cultuur en zich afvragen wat er verloren zou kunnen gaan. De dichter Lucebert zei het zo mooi en schrijnend: "Alles van waarde is weerloos". HiPP wil het waardevolle weerbaar maken in de praktijk, maar heeft ook oog voor het onaanzienlijke. Het instituut wil een forum en denktank zijn voor dromers en doeners in het poëtische landschap van de Achterhoek en omstreken. Inmiddels opereerden ze met voordracht en publicaties van Groningen tot Antwerpen en nog zuidelijker gelegen Vlaamse gewesten, van Winterswijk tot Amsterdam en nu dan binnenkort op 4 december 'smiddags in een Utrechtse werfkelder aan de Oude Gracht. In niks minder dan 'de Salon van Weleer', specifiek in 'de Salon der Gedichtachtigen'.
Dames van Weleer
HiPP heeft de alterego's Marni Joghert uit Heelweg-West, de Morsige Waard uit Vroomshoop en Dr. Marja Wybenick streekhysterica te Woold bereid gevonden mee te komen om een licht te doen schijnen op de poëtica van de heren. Het verhaal zal als een rode draad door het programma lopen met voordracht uit het werk van de drie dichters ter illustratie.
De heren zijn ook lid van dichterscollectief De Omsmeders Louis Radstaak van Kopwit en Hans Mellendijk en Bert Scheuter van Kunstenaarscollectief BREEKijzer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten