Als Filips de Schone een groots schilderij gekocht heeft van Jeroen Bosch zet Karel van Gelre zijn zinnen op dit schilderij. Lange Pier probeert het schilderij te bemachtigen, ondanks dat hij als de dood blijkt voor alle duiveltjes op het schilderij.
Samenvatting:
Soldaten van Gelre komen aan Lange Pier vertellen dat ze op zoek zijn naar een schilder genaamd Jeroen Bosch. Deze is namelijk op weg naar Filips de Schone met een schilderij. Karel van Gelre wil dit schilderij echter ook hebben. Het schijnt wel dat Bosch een verbond met de duivel heeft gesloten en dat op zijn schilderijen dan ook duivelse taferelen afgebeeld staan. Ondertussen zijn Floris en Sindala weer eens onderweg. Sindala bekijkt plaatjes van eenhoorns, griffioenen en sfinxen in een boek. Floris geeft hier uitleg bij, en het wordt duidelijk dat hij gelooft dat die dieren echt bestaan: hoe kunnen ze anders in het boek staan? Sindala gelooft er echter niets van. De soldaten van Gelre zijn in de tussentijd een marskramer tegengekomen. Ze houden hem aan en halen zijn mand leeg. Het blijkt al gauw dat hij de schilder Jeroen Bosch niet kan zijn. De soldaten vertrappen de helft van zijn spullen en verjagen hem. Dan zien ze een man op een kar met stro, die ze ook aanhouden. De man zegt dat hij wijnkoper is, maar er liggen geen flessen wijn tussen het stro, maar een schilderij en muizenvallen. Wanneer een van de soldaten in de muizenvallen grijpt, komen Floris en Sindala op het geschreeuw af. Ze hebben zelf geen wapens, maar gaan toch de soldaten te lijf en nemen ze gevangen. De man op de kar blijkt inderdaad Jeroen Bosch te zijn. Dan komt de marskramer terug. Floris geeft hem geld voor een nieuwe mand en spullen. Floris, Sindala en Bosch vermommen zich als kolenbranders en verstoppen het schilderij tussen het brandhout in een bootje, waarmee ze op weg gaan naar Hertog Filips de Schone. Onderweg worden ze echter onderschept door Lange Pier. Ze vertellen hem dat ze houtskoolbranders zijn, waarop Pier het hout waarin het schilderij verstopt zit in brand steekt. Ze moeten het schilderij redden en halen het uit het vuur. Floris en Sindala weten te ontkomen, maar Bosch blijft achter en Pier beveelt hem het schilderij voor hem in elkaar te zetten. Ondertussen heeft Sindala een plan bedacht. Ze gaan langs bij Simon de Marskramer en kopen wat spullen van hem. Jeroen Bosch heeft inmiddels het schilderij in elkaar gezet en laat het aan Lange Pier zien. Die schrikt zich een ongeluk: op het schilderij staan allemaal enge monsters afgebeeld. Bosch verzekert hem dat ze echt bestaan, waarop Pier in paniek naar het konijnenpootje om zijn nek grijpt. 's Avonds sluipen Floris en Sindala het kamp van Pier binnen. Die ligt te slapen bovenop het schilderij, en Sindala bindt een touwtje om zijn zwaard. Dit laat hij vanaf een afstand omvallen, waardoor Pier wakker wordt. Sindala roept met een spookachtige stem Piers naam en chimpansee Jeroen komt de tent binnen, verkleed als monstertje uit de werken van Bosch. Pier denkt dat de duivel achter hem aan zit en vlucht het kamp uit. Floris, Sindala en Jeroen Bosch brengen het schilderij naar Filips de Schone. Verder heeft Bosch nog een ander schilderij voor Floris en Sindala gemaakt, met daarop iemand die ze goed kennen: "De Marskramer".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten