Pàng | Hans Mellendijk, de Gelderlander, edities Achterhoek, 1 oktober 2015.
Elke aandacht voor
poëzie is meegenomen. Op de Markt te Bredevoort zag ik het project ZiePoëZie
van De
Kunstrijders staan. Het reist momenteel door de Achterhoek.
Via Terborg, Bredevoort, Didam om uiteindelijk in de Komrij-week (12-17 oktober) in Winterswijk te landen. Mooi
object door een kijkgaatje lees je een door een lampje verlicht gedicht. Waarom
is er een kijkdoos van gemaakt? Waarom niet gewoon bij daglicht een poster, of
is het vooral voor de dolende slaapwandelaar in de nacht bedoeld? De wekelijks
wisselende gedichten hebben mij nog geen antwoord kunnen geven. Vorm en inhoud
hebben niets met elkaar te maken wisten de makers me deze zomer te melden. Misschien weet men in Winterswijk
er wel raad mee. Een toepasselijke tekst van Gerrit Komrij kan het project
redden. In ‘Alles onecht’
een keuze uit de gedichten, verhaalt de dichter over het moment dat hij
doordrongen raakte van zijn dichterschap:“‘De seconde van de Jachthuisweg’: Het
was op de Jachthuisweg. Daar werd ik, op mijn negentiende, dichter. In een
handomdraai was het gebeurd. Anderen mogen het een goddelijke ingeving noemen,
een moment van waarheid, een mystieke blikseminslag - mij kwam het op dat
moment alleen voor of er een knop werd omgedraaid. Ik kreeg er niets bij, ik
werd er niet rijker of vollediger door - het licht ging aan in een kamer, meer niet.
De kamer zelf was er al. Pàng. Van het ene moment op het andere wist ik wat
poëzie betekende." (…) “ Nog altijd zit er voor mij iets van dezelfde
elektriciteit in de lucht. Zomaar tussen de weilanden, op die doodgewone weg.
Het komt me voor dat de hemel er ruimer is. Er zit daar een gaatje in het
heelal en niemand die het ziet, behalve ik.”
In de ZiePoëZie
kijkdoos zou bij het aanflitsen van de verlichting, eventueel versterkt door een fluoriserende
tekst de ervaring herhaald kunnen worden.
Gerrit hield wel van dat soort circusnummers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten