Zittende gaten | Hans Mellendijk | de Gelderlander 11-06-2015
Eind vorige eeuw, sierden ze in Amsterdam het Damrak op. Als
een surrealistisch decor slingerde het straatmeubilair de oude eeuw uit en de
nieuwe in. De exotische lantaarnpalen van smid Alexander Schabracq. De als schaakstuk
ogende Amsterdammertjes kregen namen; distel, bloempot, paasei, globe en toffee.
De symbolen van de nieuwe tijd, deden mij denken aan SF-verhalen van Daan Durf
uit het jeugdblad Arend. Het stadsbestuur besloot ze na twintig jaar af te
danken. Een Achterhoeks zittend gat op werkbezoek op de stadswerven van
Amsterdam terecht gekomen zag de brokstukken liggen en bedacht dat het wel wat
kon zijn voor het IJzermuseum. Want had Schabracq het smeden niet terug
gebracht in de designkunst?
En zo kwam het dat ik ze zo maar tegenkwam langs de Oude
IJssel. Als een lint langs het fietspad verspreid tussen Engbergen en het DRU Industriepark
worden ze geplaatst. In het openluchttheater kregen de palen een functie als
steunpilaar voor de ophanging van parachutes; tegen de regen. Als ik het pad
vervolg zie ik de in alle kleuren van de regenboog geverfde uitkijktoren die als een onaffe brug over de rivier hangt mooi te zijn. De natuur helpt
momenteel in al haar zomerse pracht geweldig mee. Op het plateau kijk ik naar
de meanderende rivier beneden. Een zittend gat heeft dat toch ook maar vernemstig
bedacht. De rivier kreeg ruimte voor water en ook in de vegetatie is dat te
zien. Wat een pracht en praal wordt daar tentoongespreid.
Bij het wegfietsen een lekke band. Een zittend gat vanmorgen
vergat de bandplakset. Dat wordt lopen. Een wandelaarster herkent mijn fiets; “Hé
zo’n ene heb ik ok nog in de garage staon. Van wijlen mien man.” Ik mag de
fiets lenen. Zo zie je maar weer. Naoberhulp zit in onze genen en dat hoeft
niet nieuw leven in geblazen worden door een of ander zittend gat dat daarmee
bezuinigingen op de zorg wil maskeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten