zaterdag 12 april 2014

Door Achterhoekse Ogen | Opcenten



Opcenten | Hans Mellendijk, vandaag in de Gelderlander edities Achterhoek

Mijn lief merkt het meteen op. De krant schrijft over nieuws 'in' de Heelweg. "Dat klopt toch niet?" Zelf ben ik geboren op Sinderen, op Kasselder om precies te zijn. Het 'op' is me met de paplepel ingegoten. Van alle buurtschappen in het Achterhoekse buitengebied heeft men vooral daar er een satanisch plezier aan om je daarin te verbeteren. "Het is óp Sinderen heur!" De voormalig burgemeesteres, zelf woonachtig in de bebouwde kom van het dorp, legde al eens uit dat het te maken zou hebben met het kasteel dat er ooit had gestaan. Ze woonde eigenlijk op het kasteel. Een nogal romantisch getint onjuist antwoord. De buurtschappen zijn qua oppervlakte groter dan de hoofdkernen. En volgens mij woon je ook wel in Sinderen als het binnen de bebouwde kom is. Maar zodra het daarbuiten is woon je óp. Op het platteland. Vergelijk het maar met eiland, doceer ik mijn lief via mijn i-Pad. Deze worden met eilanden en eilandengroep gecombineerd met het voorzetsel op (We zijn met vakantie geweest op een heel rustig eiland, Op de eilanden in de Stille Oceaan wonen weinig mensen). Ook is bij de naam van eilanden of eilandengroepen op gebruikelijk: op Texel, op de Nederlandse Antillen. Duidelijk of toch niet want dan zijn er weer de uitzonderingen. Ook 'in' wordt  soms gebruikt,  voornamelijk wanneer meer het staatkundige aspect van de naam wordt benadrukt. Het voorzetsel op lijkt weliswaar gebruikelijk, maar blijkt in een aantal gevallen zelfs onmogelijk. De neiging om in te kiezen lijkt sterker als de plaatsnaam in de eerste plaats de gedachte oproept aan een staat, en niet zozeer aan een eiland of eilandengroep.

Zo komt het, dat we het hebben over wonen in Westendorp en niet 'op', maar wel weer op de Heelweg dus en in Heelweg-West of Heelweg-Oost. Dezelfde scribent schreef opportuun 'bij', in een artikel over de visvijver van de Heelweg. Stadse fratsen. Iemand die niet exact de locatie wist te bepalen ten opzichte van de bebouwde kom? 

Op de Heelweg gebeurt het. Het lijkt dezer dagen wel het middelpunt van de wereld. Dinsdag komt de Regio Achterhoek op de Heelweg bijelkaar. Vorige week wensdroomde men er over de Achthoeker. Een streekmonitair systeem dat vooral doelmatig zou zijn bij evenementen hoorde ik de centrumcity-manager pleiten. Gunstig voor onze eigen portemonnee, geen gedonder meer met onomwisselbaar pecunair ongemak als je op de kermis je laatste muntjes meent uitgegeven te hebben en de volgende morgen je er nog tig of drie in een verborgen 'tesse' van je colbertjas ontdekt. Ook geen echt geld meer dat spoorloos verdwijnt uit kerkkluizen. En de klanten betalen altijd gepast. Vooral gepast voor de uitgevers van het plastic geld. Maar wat blijft er aan de strijkstok hangen? Een muzikaal ondernemer hoorde ik elders eerdaags ook al dromen over een cultuurfonds dat gevoed zou worden door een bepaald percentage van zo'n evenementenmunt. Opcenten als oplossing voor de op cultuur bezuinigende overheden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten