zaterdag 5 april 2014

Door Achterhoekse Ogen | Lentemerrie (archief)


Lentemerrie | Hans Mellendijk | de Gelderlander | 12 april 2003 

De laatste dag van maart. De twaalfde oorlogsdag. Ik bevind me in het leger der stomverbaasden. M’n hoofd biesterbaant van ongeloof naar berusting, van verbijstering naar futloosheid, van ongebreidelde kwaadheid naar 'wat kan ’t mi-j schaelen?’ Van manhaftig ‘As 't neet anders kan dan mot ’t maor zo, maor dan wel effen raps’ tot een sprakeloos einde tijd gevoel. Apocalyptische waanbeelden openbaren zich. De veroorzakende oorlogsriedel van het NOS-journaal op Nederland 2 drenst door m’n kop. Ik maal. Ik ben sprakeloos. Bestaat er dan toch lentedepressie? Een algehele inzinking is nabij. Het uit zich in winderig- en andere narigheid. Snel naar de wc. Of speelt me toch de overgang van winter- naar zomertijd parten?

De gedachte aan de vrolijk huppelende merrie met haar springerig dollende veulen, die ik een half uur geleden vanuit m’n auto in een Lintelose weide met z’n beiden vrolijk zag zijn, brengt me weer terug op aarde. Na de opluchtende toiletgang geniet ik van de namiddaglentezon op het Aaltense terras en laat me de koffie appelgebak lekker smaken. Eindelijk breng ik de broodnodige concentratie op voor een zakelijke afspraak zodadelijk. Dan zie ik hem plotsklaps in snelle pas over de Markt lopen. Lodewijk Johan -zeg maar Lou- Buttonville. Ik draai m’n rug naar hem toe. Nu even niet. Als ik m’n kopje weer aan m’n lippen zet voel ik de amicaal bedoelde klap op m’n rechter schouder. De koffie slatert over m’n broek.. “He kiek uut wa’j doet! Wi’j maken da’j …”. M’n mond wordt gesnoerd. “Ha die Melkert van der G. Grapje. Ha ha ha!” Een vette lach buldert in m’n oor. “Melkendiek hoes’t d’r met?” “Johan G. Mellendijk is de naam” verbeter ik de onverbeterlijke projectontwikkelaar. Voor zijn doen is hij zeer sjofel gekleed. Spijkerbroek met T-shirt en een pimpelpaars geruit colbertjasje. Over z’n bollende buik pontificaal in kapitale letters ‘The 9/11 company’. Na een diepe zucht hoor ik z’n relaas aan.

“Business is handel, regeren vooruitzien. Ik heb hier net op het gemeentehuis een megadeal gesloten. In verband met de gemeentelijke herindeling gaat het gemeentehuis in de verkoop. In ruil voor wat euroflappen in miljoenvoud heb ik een commitment bereikt. Gouden handel. Trouwens ook een optie op de nieuwbouw van het raadhuis in de nieuwe gemeente, dat overigens De Heurne gaat heten. Zo hopen ze Dinxperlo over de grens van de twijfel te trekken. Leuk nieuwtje voor in de krant. Toch? Morgen doe ik het toekomstige Montferland een bod. Woensdag Bronckhorst en vrijdag Terborg. Wat ik er mee gaat doen? Ach Melkendiek zoals ik al zei, regeren is vooruitzien. Boem goes Bagdad. Boem Paris. Dat karwei wordt door Bush natuurlijk wel afgemaakt. De as van het kwaad wordt opgerold. Syrië, Iran en Noord-Korea zullen snel volgen. Een niet te filmen vluchtelingenstroom zal dat opleveren. Maar dat is mijn probleem niet. Daar bedenkt onze Lubbers wel een oplossing voor. Daar is hij tenslotte voor ingehuurd. Nee, ik zet in op het andere vluchtelingensegment. De regeringsleiders. Zij zullen na de nederlaag van Saddam Hussein sidderen van angst en eieren voor hun geld kiezen, in een ver buitenland. Mark my words mijn jongen, dáár liggen voor de Achterhoek de kansen! Zó voor het oprapen. Ik heb toevallig wél voorkennis uit een geheime denktank die het plan heeft gevat om na de voltooiing van de gemeentelijke herindeling de leegstaande gemeentehuizen daarvoor te bestemmen. Die Noord-Koreaan, kan mooi naar het Wissche gemeentehuis. Want in Hiddinktown hebben ze de know how, hoe om te gaan met Koreanen. Het past ook mooi in het plaatje van het Achterhoeks Bureau voor Toerisme. Want het blijft natuurlijk ook voor zo’n dictator een stukje ‘Op verhaal komen’. Als je snapt wat ik bedoel. Ik ga dat varkentje even snel wassen, alleen moet die oorlog wel iets langzamer want de herindeling moet eerst nog wel goedgekeurd.” Verbouwereerd om zo veel voortvarende wartaal kijk ik hem aan. Dan vervagen de cijfers 9/11 op z’n pens en zie ik opeens de combinatie 4/1 oplichten.


Badend in het zweet word ik op de bank wakker. De televisie sneeuwt. Slaapwandelend begeef ik me naar m’n echtelijke sponde. Onderweg vergewis ik me nog even of de kleine òndog slaapt. Niks aan de hand. Hij droomt zo te zien van Bibelebonse bergen en Bibelebonse pap. Dan vlei ik me naast m’n lief en stel me gerust met het idee dat ik met zo’n nachtmerrie over een uur of wat in ieder geval goed gewapend zal zijn tegen collegiale één aprilgrappen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten