Kerkpad
1996. Denkend aan Holland zie ik brede Bobo's megablunderend in de kranten staan.
Ook andere beelden zijn op het netvlies gebrand. Herinneringen van poëtischer aard. Het gebeurde op het Schoolpad te Zieuwent. Ik bezocht er in de herfst met een reisgezelschap de kunstroute ‘Beeld en landschap’ en wandelde over de kerkpaden. In een met kroos bedekte sloot dreef een ronde spiegel. Een bomenrij spiegelde zich er in. De reflectie van het water, gerepareerd door een ingreep van een beeldende kunstenares.
Geen mooier metafoor voor het zich herstellende landschap was op dat moment denkbaar, dan dit minimale beeld. "Chemisch afval", was de reactie van de cultuurbarbaar in het koffiehuis, toen ik na de wandeling mijn vermoeide benen daar strekte. Aan het begin van de excursie verhaalde de huisarts in een smeuïg Zuwwents dialect over de nieuwe en gerestaureerde kerkpaden. Met een kachelpook als aanwijsstok over de lichtbeelden glijdend, de veranderingen aangevend, vertelde hij over de stille diplomatie in een besloten dorpsgemeenschap, het vrijwilligerswerk van boeren, burgers en buitenlui, het aftrillen en infietsen van de paden. Met als uiteindelijk resultaat een gerepareerd landschap in een gebied dat in de jaren zestig werd opgeofferd aan grootschalige ruilverkaveling. Er is een net van wandel-en fietspaden ontstaan, gecombineerd met herstel van natuurelementen, kikkerpoelen en houtwallen. Het is niet onopgemerkt gebleven, het Zieuwentse initiatief kreeg 'De Gelderse Roos', een natuurbeschermingsprijs van ‘Het Geldersch Landschap’. Omliggende gemeenten keken belangstellend toe.
In denk aan het Varsseveldse Zelhemsevoetpad, dat zich een weg slingerde vanaf het Kerkplein over de Brie naar het Vlaswinkelbos. Ik fantaseerde ooit dat daar in een stal aan de bosrand, het kindeke Jezus werd geboren. In een tijd toen de Vivo mij middels strooifolders deed geloven dat het de lakens uitdeelde. In mijn onbetrouwbare jeugdherinnering werkte een buurjongen daar. Want hij vouwde, in een hete zomer met veel warme opstijgende luchtstromingen, grote witte lakens uit in het weiland dat aan het pad grensde. In de hoop dat daar dan een zweefvliegtuig zou gaan landen. Of cowboytje spelen midden in het haverland. De boer die ons daarna betrapte. Wat kon die hard lopen, net als het oudere schoolvriendje die mij net daarvoor wijs had gemaakt, dat het mocht. Dat sportieve gedrag heeft hij volgehouden. Hij dirigeert nu een fitnesscentrum. Er is weinig meer over van het pad. Bijna helemaal verdwenen, opgeslokt door rechtlijnige nieuwbouw.
Sinds een aantal jaar wandel ik de dag voor de drempel tussen oud en nieuw met dezelfde reisclub het nieuwe jaar tegemoet. Dit jaar waarschijnlijk weer een route met een hoog kerkpadgehalte. Wie weet komen we er een Poggendamse ouderling integen. Dan kan het na afloop nog wel eens rumoerig worden. Wat spreekwoordelijk in de van Dale aan een tempelier wordt toegeschreven, wordt in het nieuwe deel van het woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse dialecten aan de Varsseveldse kerkenraad toegedicht. Dan zou het nog wel eens kunnen zijn "da'w 't vleis goed onder de pekkel holt" en "dat de oldejaorsborrel goed bi-j de wortel kump".
Hans Mellendijk, december 1996
Geen opmerkingen:
Een reactie posten