Het ritme van kappen; de felle fierheid van het houwen tiranniseert danig de doorn.
Het heft -het vibrato schokkend lemmet- in handen, wijst de weg; een woud te gaan.
Als de bomen vallen, luwt de nijd.
In het gehakte bos blinkt nog de bijl.
De vonk van verlichting: is bos nog bos als het gehakt is?
Welk woud is er gegaan als de sporen zijn verdwenen?
Foto's: © Theo Peppelman
Esther ten Have, Rini Scholten, Anton Zegwaard, Greetje Lammers,
Karin Weijkamp, Anke Ferwerda, Liesbeth Zegwaard
Karin Weijkamp, Anke Ferwerda, Liesbeth Zegwaard
Gedicht: HiPP | Het instituut Praktische Poëzie |
Hans Mellendijk, Louis Radstaak, Bert Scheuter
Geen opmerkingen:
Een reactie posten