zaterdag 9 februari 2013

Uit de oude doos | Onderweg



Onderweg

Als handelsreiziger in de kunsten ben ik veel onderweg en verwonder me over de veranderingen in het landschap. Als ik, na een Randstedelijke exercitie, voorbij de verblindende geluidschermen op Velperbroek, moederschoot Achterhoek nader, is het Liemerse gewest gestadig veranderd in een grootschalig landschap met Amerikaanse elementen. Een hemelhoog aanplakbord liet ons eerst kennismaken met een smokende cowboy. Na het verbod op sigarettenreclame aan de grote weg, is de stoere veedrijver verdreven door Tante Pos. In de rechter zijspiegel, een grote M op een hoge steel en Coca Cola. Een Scandinavisch wegwerpmeubelgigant lonkt de automobilist af te slaan. Het landschap is stiekem veranderd in een reusachtige etalage. 

Momenteel is er uitverkoop. Om beslissers duidelijk te maken dat men door speerpuntlocatie Centerpoort rijdt worden alle zeilen bijgezet. In de weilanden zijn meer dan manshoge rode speerpunten in de grond gestoken. 1996: De slag bij Duiven. Concrete poëzie in het landschap. Echter ook de voorbode van een voortzetting van het grootschalig bouwen ten behoeve van een bedrijventerrein. Een eindje verder sponsort de gemeente Doetinchem een torenhoge reclamezuil, door middel van een armzalig digitaal klokje. Het topt, zonder gevoel voor verhouding, de driehoekige constructie – waarop een dakdekker, een rubberverwerker, een scheidingswandenzetter en een verwarmer om aandacht schreeuwen- onooglijk af. 

De Amerikaanse cafetariaketen voltooit de Ver-USA-nisering van het Achterhoekse landschap met alweer een M op een paal. Het zelfbedieningsbedrijf durft zich hier zelfs restaurant te noemen. Blijkbaar staat de Big M voor Modern, de grote vooruitgang. Ons kleinschalig landschap wordt hieraan opgeofferd. De kleine ondernemers imiteren met liefde hun grote voorbeelden. De antiekhandelaar, de kantoormeubelenhal, de discotheek, het huisdieren crematorium, de keuken import, maar ook de evangelisatie, de hippische dagen, het hengstenbal en de bloemencorso hebben allemaal – ondanks pogingen van gemeenten om het te verbieden – een manier gevonden om aandacht voor hun handel te krijgen. Mobiliteit is het gat in de wetgeving. Als het reclamebord maar wielen heeft kan menig weilandbezitter, door het parkeren van deze gemankeerde aanhangwagens op hun grondgebied, een aardige grijpstuiver bijverdienen. Aannemers en bouwbedrijven nemen zelfs de moeite niet een constructie op wielen te maken. Een bordje in de weide volstaat! 
Ze zijn op sommige boerderijen met een continue klus bezig. Het karwei wil maar niet klaar komen. De laatste truc is het achteloos parkeren van bedrijfsauto’s op parkeerplaatsen. 

Meierend om attentie stond een Doetinchems verhuiswagenverhuurbedrijf tijdens de bouwvak een plek bezet te houden op de Varsseveldse carpoolplaats. Pure antireclame, verhuiswagens horen op de weg, spullen te verhuizen.

Maar ook de gemeentelijke overheden zelf, doen driftig aan de bezoedeling van de omgeving mee. Zelhem etaleert zich - als ik de kleur van de letters op de vermoeid poepgele reclameborden letterlijk neem - als het gifgroene hart van Achterhoek.
Met de regelmaat van de klok lees ik dat diezelfde gemeentelijke overheden verordeningen maken om deze wildgroei van reclame uit het landschap te weren. Maar inconsequent handelen, maakt van deze strijd donquichotterie. De Achterhoek, onderweg naar 2001, uiteindelijk één grote uitstalkast.
  

Hans Mellendijk, Gelders Dagblad, 1 september 1996

Geen opmerkingen:

Een reactie posten