zaterdag 3 maart 2012

Column Hans Mellendijk | Verhuissores en spek op de takel


Foto: © Wim Maatman | De vergadering gisteren in de Gruitpoort te Doetinchem over de plannen voor 2012 werd goed bezocht. Grote klasse. 

Verhuissores en spek op de takel | Hans Mellendijk | de Gelderlander edities Achterhoek, 9 september 2006

De bouwvak stagneert de voortgang van de verbouwing gestaag. Gelukkig de behangers nog weten te strikken voor strakkere muren. Zo ook de stoffeerder, maar de woonkamer dient helaas drie weken te wachten, want vloer nog niet droog genoeg. Dan maar alvast sauzen en verhuizing regelen. Ons Achterhoeks optrekje is na een rigoureuze verbouwing de hoofdwoning geworden. Het gezin heeft Amsterdam verlaten en definitief gekozen voor de Achterhoek. Weg met het hectische heen en weer reizen. Lang leve het rustige landleven. Nou ja rustig? Want nauwelijks de eerste dozen uitgepakt of de straat dient versierd en daarna buurtfeest gevierd vanwege naderende kermis weer een week later, dat ons ook mooi van het werk weet te houden. En dan moet de pótwortel alweer naar de grote school en roepen andere verplichtingen ook mij in het gareel. Verder verliep de cultuurshock minder heftig dan anderen, die ons erop aanspreken, soms dachten.

Want terwijl we ons in het zweet werkten bonden ondertussen de Kamer van Koophandel en andere subsidiënten het instituut Hans en Rita Keuper het spek op de takel en beantwoorden ze de hamvraag of er in de Achterhoek een gat te dichten valt in de markt van cultuurtoeristische zomeractiviteiten, met een volmòndig jao. De Achterhoek Spektakel Toer voelt aan als een warm bad. Dat is nog eens thuuskommen. Ik ervoer de sfeer van het Vondelpark op een zomerse zondagmiddag. Of ook wel die van de Parade. Maar dan zonder het gevoel van opgesloten te zijn tussen vier hekken: maar gewoon open en bloot op de mooie pleinen en in de parken, bij de prachtige monumenten. Naast De Zwarte Cross waarook allerlei theaterelementen het megafestijn inkleurden- of zoals de Jovinks waarschuwden: 'Zoep niet te völle, want dan krie’j thuus ok theater'- blijkt er ook behoefte aan minder luidruchtig en drankzuchtig spektakel. 

Zonder appels met peren te willen vergelijken zie ik een mooie overeenkomst. Beide evenementen vinden hun drijfveer in dezelfde jeugdervaring. De romantiek van de kermis en het circus in het dorp. Ik zag glimlachend hoe een spring in het veld haar dartelende hinkelspel onderbrak om verwonderend de aanstormende vrachtwagen op de kleurige poster te bekijken die de Toer aankondigde.

In Winterswijk lokken de klanken van Zoumana Diarra de pótwortel en de twee buurjongens die meemochten op cultuuravontuur, naar een plekje onder de stehtisch. Ademloos luistert de bende van drie naar de kora, een twee rijïge harp. De kleine òndog heeft helaas een te korte spanningsboog. We stappen op en verhinderen verdere verstoring van dichter ten Hoopen. Daarna op ‘t Weurden andere poëzie. Kunstfietsen en paalacrobatiek boeit de kinderen tot het einde. Na een ontroerende ‘Ne me quitte pas’ loop ik met ze terug naar de parkeerplaats, daar dient het beleefde in de praktijk gebracht. Het oudere echtpaar dat gearmd naar het paalklimmende blagenspul kijkt, groet mij met glinsterende ogen: 'Wat ’n mooie meddag'.  En dat was het. 

Nu nog meer oorspronkelijk speciaal voor het festival geproduceerd locatietheater en het kan een vergelijking met Oerol glansrijk aan. De combinatie van Nedersaksische dichters met Afrikaanse hofzang was wat dat betreft een mooi begin. Voortbordurend punnik ik een bruisende dichtader als rode draad door de Achterhoek. Poëten langs de Veengoot. De ader cryptisch gezien dus, want gegraven in opdracht van dichter landheer Staring. Met een beetje fantasie een verbinding tussen Wildenborch en boekenstad Bredevoort. Daar kon ik dit jaar voor origineel theater terecht bij Hermi Hartjes. Op indrukwekkende wijze bracht zij Hendrickje Stoffels tot leven. Jammer dat daarvoor de St. Joriskerk niet beschikbaar gesteld kon worden. Dat historisch decor had ze wel verdiend. 

Een laatste vlaag van heimwee naar Mokum steekt ook op als ik de pótwortel op zondagmorgen in een verder uitgestorven dorp, met speelgoedgitaar in de aanslag en een schoteltje geld op het trottoir, de straatartiest zie nadoen. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten