zaterdag 25 februari 2012

Uit de oude doos | Hart


Hart

Als je in een nieuwe andere auto rijdt, zie je opeens alleen maar die andere nieuwe auto rijden. Kijken met daar waar het hart vol van is. In de psychologie heet dat, geloof ik, selectieve waarneming. Zo horen mijn lief en ik, de laatste weken als we over straat lopen, overal alleen maar babygeluiden. Het gegak ‘s morgens vroeg van de ganzen aan de gracht wordt vervormd tot babygehuil, een piepende tram tot babygekrijs.

Andersom duurt het soms een poosje voordat signalen van nieuwe ontwikkelingen écht tot je doordringen. Als kind heb ik altijd vol verwachting gekeken naar de tekeningen van futurologen. Van een stad, met een zwerk vol vliegtuigen. Men voorspelde dat de mensheid zich nog maar alleen door het luchtruim zou verplaatsen. Zoals het toen werd voorspeld, is het weliswaar nooit geworden. Al wist collega Jan me laatst wel te melden, wie het was, die daar in de lucht vloog. We dronken koffie in de kantine, op de bovenste verdieping van cultuurpaleis ‘De Gruitpoort’, met ruim uitzicht over Doetinchem en omgeving. We zagen een klein hefschroefvliegtuigje links afslaan, langs de toren van de Catharinakerk, richting Kalkar vliegen. Van der Most, van Hardenberg op weg naar Kernwasser Wunderland. Ik waande me even in een Hanna-Barbera tekenfilm met de Jetsons, de futuristische tegenhanger van de Flintstones. Vanuit mijn Amsterdamse appartement was ik onlangs getuige van een scène die zo uit een spannende Amerikaanse politieserie geknipt kon zijn. In het luchtruim het snorrende geluid van een politiehelikopter die in samenwerking met een politieauto op de begaande grond, in het park een struikrover aan het vangen was. 

Zo ging er ook een wereld voor mij open bij de voorbereidende inkoopexercities ten behoeve van de babyuitzet. Babyparadijzen, geboortewinkels, babyparken en -planeten werden afgestruind om tot de ontdekking te komen dat er een stille revolutie heeft plaatsgevonden in de vormgeving van de kinderwagen. Van een dromerig romantisch wiegje op hoge wielen heeft het zich ongemerkt ontwikkeld tot een rank vormgegeven vlot racemodel. Sommige types hebben alles in zich om op latere leeftijd in het bejaardencentrum omgebouwd te worden tot loophulpen.

Kraamschuddend merkt vriend Theo op dat onze kleine wereldburger toch maar in een mooie tijd is geboren. In het jaar tweeduizend. Ja, volgens hem kijkend naar de spartelende beentjes, zou onze Arend nog meemaken, dat hij het voetballen aan de robots moet overlaten. Hij refereert aan het televisieprogramma Een geweldige tijd! dat hij gezien heeft en waarin voorspeld werd dat op den duur computers beter kunnen voetballen dan Cocu, Kluivert en Vennegoor of Hesselink tezamen. Ik kijk de beschuit met muis etende vriend spottend aan: “Dat geloof je zelf toch niet? Een computer zal nooit een voetballer kunnen vervangen. Het heeft bezieling nodig!” "Maar heb je dan dat andere verhaal in de krant gelezen?" Hij vertelt over Chew, chew, de vleesetende robot. In Californië is een bacteriologische brandstofcel ontwikkeld. Het breekt met behulp van bacteriën voedsel af en zet het om in electrische energie. “Ja dat heb ik gelezen. Ze hebben ook een grasmaaimachine ontwikkeld die op gras loopt. Vlees blijkt echter een idealer brandstof te zijn, vegetatie is minder voedzaam.” “Ja maar voor het produceren van vlees heb je weer vegetatie nodig” oppert mijn niet domme vriend. Mijn lief begint te lachen: "Maar zo’n grasmaaimachine bestaat toch al lang. Daar hebben we toch al lang een schaap, sik, koe of konijn voor.”


Op dat moment wordt onze ‘óndog’ in de box wakker en begint in al zijn onschuld, nog geen weet van wat de toekomst zal brengen, te spelen met zijn Nijntje rammelaar.
Ja, … hier bij ons regeert nog ‘t hart.

Hans Mellendijk, de Gelderlander edities Achterhoek, 14 oktober 2000

1 opmerking:

  1. Op het moment dat je dat schreef was de wereldkampioen schaken Gary Kasparov al verslagen door een computerprogramma. Ik ben te oud om mijn gehoorapparaten op kosten van de verzekering te laten vervangen door een geïmplanteerde chip die regelrecht is aangesloten op mijn brein, anders liet ik het doen. De bionische mens is er al. Jouw Arend gaat het meemaken, zijn kind zal de luier verschoond worden door een Nijntje die zich slechts van Dick Bruna zijn ontwerp onderscheid door de ingang waarin de dagelijkse accu moet worden geplaatst.

    BeantwoordenVerwijderen