zaterdag 2 november 2019

Kabbalistiek


D-toren
Kabbalistiek

Ooit spotte ik hem twee keer op één en hetzelfde zinderende avondje stappen met een bevriend Sinderens stel in twee verschillende Amsterdamse kroegen: Theo van Gogh. Telkens op schouderklapafstand. Dat ik hem niet aansprak had vooral te maken met een mengeling van respect en zelfbescherming. Het gevaar om uitgemaakt te worden voor boerenlul leek me te groot. Ach, waarom zou ik hem gestoord hebben? Zittend achter een glas wijn, leek hij mij een aardige jongen. Wat wel klopte met de verhalen van een vriendin die had meegedaan aan een quiz, die op snaakse wijze door hem werd gepresenteerd. Ze was jaren erna nog vol lof over zijn innemend karakter. Ik bewonderde hem vooral om zijn speelfilms, televisiedrama en inlevende interviews. Bij m’n lief genoot ik altijd van de serie ‘Een prettig gesprek’ op AT5, de Amsterdamse lokale omroep.

Ik vond zijn taal in zijn columns niet altijd even verstandig, gruwelijk soms zijn ziekelijke grappen. Het ontnam me echter niet het licht op zijn overige grote werken. Hij had blijkbaar die donkere kant nodig om het andere schitterende oeuvre te kunnen maken. Aan het eind van een ochtend hoorde ik tijdens m’n werk over de moord. Eerst ongeloof, maar toen ik tussen de middag tijdens de lunch in mijn Achterhoekse pied-à-terre de televisiebeelden zag, wist ik dat we er weer zo’n moment bij hadden. Zo’n waar-was-je-toen-je-hoorde-dat-… moment’. Nu, ik zal het nooit vergeten. Ik was op de Heelweg. Ik zat in bespreking aan de Stammtisch van café De Radstake en kon me met grote moeite, na ruim een jaar niet roken, bedwingen om een sigaret op te steken. Hetgeen me ’s nachts in een nachtmerrie niet lukte.

In de boze droom lult de tippelzoneganger, die kut-Marokkanen parlementfähig maakte, dat 11/09 de wereld veranderde, 06/05 Nederland en dat sinds 02/11 zijn stad nu ook bij de grote boze veranderende wereld hoort. Kabbalisten zijn druk in de weer om de volgende rampdag te berekenen. Wanneer in het Achterhoekse Vragender Veen Bin Laden zal worden ontmaskerd. Hij blijkt al die jaren zich daar hebben verborgen. Later toen er meer bekend werd over de slachting kwam het als halve Amsterdammer nog dichterbij, toen ik de foto’s van de woning van de vermoedelijke dader in de kranten zag staan. De Marianne Philipsstraat. Is dat niet dat straatje twee straatblokken van ons appartement vandaan, dat ik wekelijks twee maal passeer als ik mijn deeltijdwoonwijk verlaat voor m’n werk in de Achterhoek? Inderdaad meer blauw op de straat. M’n buurvrouw, met wie ik samen op fiets als ik de kleine pòtwortel naar school breng, weet te melden dat ze voor het eerst van haar leven door een politieagent is aangehouden. Vanwege spookfietsen op het rijwielpad. Op haar werk, het consultatiebureau, was paniek bij Marokkaanse moeders. Op de kleurrijke basisschool van mijn zoon merk ik gelukkig niks bijzonders. In het winkelcentrum bij Appie Heijn idem dito. Maar het blijft bizar, alleen al als ik eraan denk, dat ik de terrorist daar in de ogen zou hebben kunnen gekeken.

Het land is ontregeld, zo ook de D-toren in Doetinchem, het kunstwerk dat in opdracht van de gemeente Doetinchem de emoties van haar inwoners peilt en in kaart brengt. Het meet dagelijks de mate van geluk, liefde, angst en haat. Een lezer dezer krant ventileert zijn ongenoegen in de rubriek ‘Mijn mening’. Hij stelt dat het kunstwerk kapot is. Na de moord op Theo van Gogh stond de toren volgens zijn waarnemingen in eerste instantie op groen. Groen staat in dat geval voor haat. Volgens hem had het geel moeten zijn. Dat voor angst staat. 


Na de verkiezingsoverwinning van Bush stond de toren ook nog op groen. Dit zou er volgens de scribent op wijzen dat de toren wel functioneert. Daags erna stond de toren echter op blauw. De kleur van geluk. Maar, ik denk niet, zoals de schrijver concludeert, dat de D-toren kapot is. De schrijver legt wel de vinger op de zere plek. Het heeft te maken met de aansturing, de zwakke plek in het hele interactieve kunstwerk. Ik probeer via de webstek van de D-toren er achter te komen, hoe men tot de kleurbepaling komt. Ten eerste reageert de toren langzaam. Om de twee dagen wordt er middels vier indirecte vragen gepeild. Verder bevat de vragencyclus in totaal 360 items. Dagelijks worden de binnen gekomen antwoorden omgezet in de meest voorkomende emotie, casu quo, kleur. Tja, het riekt wel naar zweverige kabbalistiek. | 20-11-2004

Geen opmerkingen:

Een reactie posten